De neoklassieke economie voorspelt dat mensen zich nauwelijks milieuvriendelijk zullen gedragen, omdat ze zelf vooral de kosten zullen dragen en minder profiteren van de baten. De evolutie heeft ons geprogrammeerd te doen wat op korte termijn goed voelt en om in kleine groepen samen te werken, blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam . Milieubewuste keuzes maken vraagt ons juist te kijken naar het collectieve belang op de lange termijn, en is daarmee in strijd met onze aard. Om in de toekomst een milieuramp te voorkomen die juist iedereen op de wereld treft, moeten we nu individuele offers brengen. Scheiden van afval, investeren in zonnepanelen en het verder isoleren van woningen.
Maar naast onze aangeboren neiging om te kiezen voor eigenbelang zijn er nog meer obstakels. Politici die ontkennen dat klimaatverandering wordt veroorzaakt door menselijk handelen zorgen voor onvoldoende besef van de urgentie van het probleem bij de burger. Daarnaast heeft het klassieke argument ‘landen als China en India doen niks om te klimaatverandering tegen te gaan, waarom wij dan wel’ ook invloed op de burger. Hierdoor voelen burgers niet de noodzaak om hun verantwoordelijkheid te nemen.
Wat moet je dus doen om mensen toch te motiveren? Volgens sociaal psychologen Anna Huckelba en Paul van Lange, beiden verbonden aan de Vrije Universiteit, komt een deel van de mogelijke oplossingen voort uit het vergroten van het bewustzijn, maar dat is niet voldoende voor grootschalige gedragsverandering. Sociale netwerken daarentegen kunnen wel bijdragen aan de gedragsverandering. Dat schrijven zij in het onderzoek.
Deze netwerken kunnen belemmeringen voor verandering wegnemen en ondersteuning bieden bij de duurzame gedragsverandering. Overheden zijn verder in veel opzichten verantwoordelijk voor de ‘randvoorwaarden’ om gedragsverandering haalbaar, aantrekkelijker en winstgevender te maken voor individuen en groepen. Ook is volgens Huckelba en Van Lange het verlagen van kosten essentieel om de gedragsverandering teweeg te brengen.
Nationaal Isolatie Programma
Het van de week gepresenteerde Nationaal Isolatie Programma speelt hier op in. In de aanloop naar een nieuw regeerakkoord pleiten Natuur & Milieu, Koninklijke Bouwend Nederland, de NVDE, de Consumentenbond en Energie-Nederland voor dit programma. Onderdeel hiervan is een ‘isolatievoucher’ van 2.000 euro. Het EIB berekende dat deze voucher jaarlijks 104.000 woningen kan verduurzamen.
Mede door het bieden van een ‘isolatievoucher’ van tweeduizend euro, groeit de waarschijnlijkheid dat mensen zullen kiezen voor het verder isoleren van de woning. Daarnaast worden er in het Nationaal Isolatie Programma handvatten uitgereikt met extra maatregelen die de rijksoverheid kan nemen om de isolatie te stimuleren.
Isolatie-expert Ton Willemsen ondervond dat het niet-isoleren van een vloer voor veel problemen kan zorgen. ‘Op een gegeven moment werd ik gebeld door de corporatie dat bewoners klaagden over vochtproblemen in de woningen, behalve bij de woningen met vloerisolatie’, stelt hij. ‘Dat zijn we gaan analyseren. Het vocht dat voorheen op enkel glas ruiten condenseerde trok bij dubbel glas naar koude plekken. In de meeste gevallen is dat de vloer.’ Sinds de jaren '80 is er een omslag gekomen. Steeds meer woningen kregen vloerisolatie. Zodoende zijn inmiddels bijna alle Nederlandse panden door isolatie beschermd tegen de elementen, maar dit moet volgens het Nationaal Isolatie Programma nog beter om de CO2-uitstoot te verminderen.