De gids biedt uitleg en inzichten, presenteert voorbeelden van projecten die wél succesvol hun weg uit het stikstofdoolhof vonden, en biedt hulpmiddelen. Dit is volgens de gids niet alleen goed vanwege de woningbehoefte, maar ook goed voor de bouwondernemers. Daarnaast worden initiatiefnemers en bevoegd gezag aangemoedigd om na te denken over de mogelijkheden . Belangrijk is dat daarbij altijd rekening wordt gehouden met de staat van de natuur en omgeving.

Een verplichte stap voor een aanvraag van een bouwvergunning, is het bekijken of een project gevolgen heeft voor de stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied. Dit is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Dit wordt gedaan met behulp van de AERIUS Calculator. Bij het toetsen van berekeningsresultaten uit de calculator, wordt een stikstofdepositie bijdrage van 0,00 mol/ha/ jaar beschouwd als grens waarbij er geen kans is op negatieve effecten voor een Natura 2000-gebied.

De gids laat echter zien dat er bij een project dat de grens overschrijdt nog wel degelijk mogelijkheden zijn voor realisatie. Intern en extern salderen en mitigatie bieden kansen, en na het doorlopen van de ADC-toets zijn er nog mogelijkheden voor projecten.

Negatieve effecten stikstofdepositie wegnemen

Als uit de berekeningen naar voren komt dat er sprake is van een stikstofdepositie die leidt tot mogelijke negatieve effecten, kan gekeken worden naar mogelijkheden om intern of extern te salderen. Bij intern salderen mag de toename van stikstofdepositie door een bouwproject worden verminderd met de afname die tegelijkertijd op dezelfde locatie wordt gerealiseerd, zodat er geen toename van de stikstofdepositie optreedt. Met extern salderen wordt de schaarste in stikstofdepositieruimte gecompenseerd door het stoppen van stikstofdepositie van een activiteit elders, die neersloeg op hetzelfde stukje natuurgebied. .

ADC-procedure laatste optie

Als salderen of mitigeren bij een project geen optie is, biedt de ADC-toets mogelijk perspectief. Dit is een procedure die kan worden doorlopen als uit eerdere toetsen blijkt dat negatieve milieueffecten niet volledig kunnen worden uitgesloten.

‘Als uit een uitgebreide passende beoordeling is gebleken dat een ontwikkeling een significant gevolg heeft voor een Natura 2000-gebied, en oplossingen als intern salderen, extern salderen en mitigerende oplossingen al tevergeefs de revue zijn gepasseerd , dan is positieve besluitvorming (voor een plan of een project) eigenlijk alleen nog mogelijk indien een zogenoemde ADC-procedure met succes wordt doorlopen’, lezen we in de gids.

In de praktijk is de ADC-toets enkel weggelegd voor de grotere projecten en is deze moeilijk toepasbaar bij kleine woningbouwprojecten. Daarnaast is een juiste afstemming nodig met de beheerders van vaak meerdere Natura 2000-gebieden. De belangen van natuur en van ontwikkelingen kunnen op gespannen voet met elkaar staan. Het wordt gezien als een zeer zwaar instrument, kost veel tijd en geld en wordt amper toegepast.

Er is nog onbekendheid bij het doorlopen van deze procedure voor het verkrijgen van een vergunning. Gelukkig kunnen met de andere oplossingen wel al veel projecten weer doorgang vinden. Door dit helder in de gids te melden, kan er volgens Pim de Waard, adviseur Stedelijke Ontwikkeling en Leefbaarheid bij de RVO, vaker met succes doorgewerkt worden om de urgente bouwopgaven aan te pakken, ook al treedt er stikstofdepositie op. ‘Want’, stelt hij, ‘in het vinden van ruimte in de regels en door het instellen van nieuwe regels is het afgelopen jaar veel winst behaald. Steeds meer projecten hebben hierdoor hun doorgang kunnen vinden, met oog voor het ecologisch aspect. Het is goed om die goede voorbeelden te delen.’

Meer durf in besluitvorming

Het Rijk is druk met wetgeving bezig om mogelijkheden te scheppen. Er zijn generieke maatregelen genomen, er komen nog meer maatregelen en er is geld vrijgemaakt om de natuur te verbeteren en versterken. Provincies zijn bezig met gebiedsgerichte aanpakken, verbeteringsmaatregelen in de natuur en proberen ruimte in de beleidsregels te vinden. Aan de kant van de ontwikkelaars en de bouwers wordt gezocht naar mogelijkheden om zo efficiënt en zo schoon mogelijk te bouwen. Maar ondanks het beschikbaar stellen van geld, maatregelen en wetgeving, zijn we er volgens De Waard nog lang niet.

Hij pleit met deze gids voor een cultuuromslag. Met ‘Ik vrees dat het niet kan’ of ‘het houdt misschien geen stand’, komen we in Nederland niet verder. Er worden dan maar weinig plannen ontwikkeld. En vervelender, er worden minder woningen gebouwd dan eigenlijk mogelijk is. Deze gids wil meegeven: er kan meer dan je denkt en als je denkt buiten de gebaande paden.’

Stikstofdepositie grote invloed op de bouw

Na de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in 2019, leek het alsof Nederland niet meer kon bouwen. Er werden amper natuurvergunningen en omgevingsvergunningen verleend en bestemmingsplannen werden niet meer vastgesteld.

Ondanks dat de bijdrage van de woningbouw aan de stikstofproblematiek gering is, zijn er strenge eisen gesteld voor het aanvragen van een bouwvergunning. Het grootste deel van de uitstoot wordt gerealiseerd in de bouwfase en door het autoverkeer dat van en naar de nieuwe woningen gaat. Uit cijfers van het RIVM blijkt dat de landbouwsector met een aandeel van 46 procent van de stikstofuitstoot de grootste vervuiler is. Stikstofdepositie kan zorgen voor een overmaat aan voedingsstoffen dat een bedreiging is voor de biodiversiteit.

Wet stikstofreductie en natuurverbetering voorbij de Senaat

De wet stikstofreductie en natuurverbetering gaat over algemene vrijstelling voor tijdelijke stikstofemissies door activiteiten van de bouwsector. Bij intreding van die wet (en bijbehorende AMvB), zou het beoordelen van de stikstofdepositiebijdrage op Natura 2000-gebieden voor de realisatiefase achterwege kunnen blijven. Dat zal grote invloed hebben op de huidige beoordelingssystematiek en ook op enkele voorbeelden in de gids. Mede omdat er nog geen duidelijkheid is wanneer deze wet in werking treedt, is er in de gids nog geen rekening mee gehouden met de nieuwe wet. Volgens De Waard zal de nieuwe wet voor verandering zorgen. ‘Er wordt dan nog meer mogelijk. Maar voor nieuwe gebiedsontwikkelingen zal er in de toekomst hoe dan ook steeds scherper gekeken moeten worden naar mitigerende maatregelen, een andere manier van bouwen, passende locaties en mobiliteit.’