Dit is een verkorte versie van een stuk uit vakblad ROm. ROm #3 is een themanummer over de veertien grootschalige woningbouwgebieden. ROm is gratis voor ambtenaren ruimte, infrastructuur en milieu bij de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. Klik hier voor een abonnement.
Acht gemeenten - Dordrecht, Rotterdam, Leiden, Den Haag, Delft, Schiedam en Rijswijk en Zoetermeer - bundelen hun krachten in de Verstedelijkingsalliantie om te voldoen aan de gigantische woningbouwopgave waar Nederland in de komende jaren voor staat. Gezamenlijk zien zij toe op de bouw van bijna 200.000 woningen tot 2037. Grote kapstok: dertien complexe binnenstedelijke transformatiegebieden vlak bij stations langs de Oude Lijn. De Leiden Campus, Entreegebied Zoetermeer, CID Binckhorst-Laakhaven, Scheveningen/Internationale Zone en Den Haag Zuidwest, Stadsas Rijswijk, Schieoevers Delft, Binnenstad, van Nelleknoop, Kralingse Zoom en Stadionpark, (Rotterdam) Merwe4havens/Nieuw Mathenesse (Rotterdam/Schiedam), Schieveste Schiedam en de Spoorzone Dordrecht/Zwijndrecht.
De Verstedelijkingsalliantie tekende vorig jaar het verstedelijkingsakkoord en komt eens in de zoveel weken samen om de woningbouwplannen op elkaar af te stemmen en elkaar te helpen waar nodig is. Doel is om samen op te trekken in kennisontwikkeling en regelgeving, maar ook om een sterke positie in te nemen tegenover investeerders door aan een gezamenlijke strategie te werken. Dat maakt programmatische fasering met marktpartijen mogelijk.
Concurrentiekracht
Vooral langs de Oude Lijn Dordrecht-Leiden zit de vaart erin. De locatie aan deze spoorlijn, is een van de drie door de minister aangewezen grote versnellingsgebieden voor de woningbouw binnen de Verstedelijkingsalliantie,. Op de planning staan 88.000 woningen langs het spoor en ov-knooppunten.
Verdichten langs de Oude Lijn vergroot de economische concurrentiekracht
De bouwplannen moeten de Zuidelijke Randstad in de komende jaren versterken. Verdichten langs de Oude Lijn vergroot de economische concurrentiekracht. De bereikbaarheid van banen wordt vergroot, economische toplocaties geconcentreerd en regionale voorzieningen versterkt. Nabijheid vergroot de economische groei, is de gedachte.
Ook wordt rekening gehouden met andere opgaven voor de toekomst, zo valt te lezen in het verstedelijkingsakkoord. Het gaat om een integrale aanpak, waarbij naast woningbouw, bereikbaarheid ook de opgaven voor de energietransitie, klimaatadaptatie en landschap meeliften. Dit gebeurt via wederkerige afspraken over plancapaciteit, ontwikkeling en fasering van de gebiedsontwikkeling rond de dertien HOV- knooppunten (hoogwaardig openbaar vervoer). De gemeenten delen inzicht in ontwikkeling bij andere locaties in de zone van de Oude Lijn en werken samen met de vervoersbedrijven aan verbetering van het ov tussen de steden op de Oude Lijn, loop-fietsroutes, fietsparkeren, parkeernormen, overstapfaciliteiten, leefomgevingskwaliteit en de ruimtelijke inrichting bij HOV-knooppunten. We lezen: ‘Deze afspraken dienen om investeringen in de bereikbaarheidsmaatregelen en investeringen in de verstedelijking langs de Oude Lijn synchroon te laten lopen, om de samenhang tussen verstedelijking en bereikbaarheid over uitwerkingen en investeringen te borgen.’
Infrastructuur
De dertien transformatiegebieden zijn stationsgebieden. Daarom blijven de kosten voor nieuwe infrastructuur relatief een stuk lager dan wanneer je een nieuwbouwwijk in het Groene Hart zou bouwen, stelt Jan Nederveen, voorzitter van het kernteam Verstedelijkingsalliantie. 'Los nog van de torenhoog uitpakkende kosten voor nieuwe treinstations, sporen en andere transportvoorzieningen die je dan moet realiseren. En je mist de agglomeratievoordelen. Niemand zit te wachten op een theatertje in een nieuwe stad, terwijl de grote theaters in Rotterdam en Den Haag hier juist enorm van gaan profiteren.'
Door de verkorte reistijd in de toekomst is het voor bewoners in de grotere regio veel gemakkelijker om die grote theaters in de twee grootste steden van de Verstedelijkingsalliantie te bezoeken, aldus Nederveen. Niet alleen is het doel om het aantal intercitytreinen te verdubbelen tegen 2035, ook zogenaamde citysprinters moeten een schaalsprong mogelijk maken.
Van belang is dat er extra treinrails voor de intercitytreinen komen tussen Delft en Schiedam, en ook nog eens bij Dordrecht. Daarnaast moet de trein frequenter gaan rijden om de bijna 600.000 inwoners in de Zuidelijke Randstad beter en sneller te vervoeren. Nieuwe citysprinters moeten de steden in de Zuidelijke Randstad dan nog meer met elkaar verbinden. 'De citysprinters hebben de capaciteit van een trein, maar de frequentie van een metro. Het lijkt een beetje op het Duitse S-Bahnconcept. Ze zijn ook veel sneller', legt ambtelijk opdrachtgever Hans Goossensen van de Gemeente Dordrecht uit.
Regionale samenhang
Nederveen: 'Dit is dan weer een voorbeeld van de voordelen van onze Verstedelijkingsalliantie. Omdat dit zo grootschalig is, is het ook voor NS en ProRail interessant om mee te gaan. Met hen voeren we verregaande gesprekken om de vervoercapaciteit in de jaren die komen gaan mee te laten groeien met de woningbouw.'
De regionale samenhang in woningbouw en de infrastructurele plannen langs de Oude Lijn moeten het in de toekomst mogelijk maken voor, bijvoorbeeld, een inwoner uit Delft om te werken in Den Haag, koffie te drinken in Leiden en nog eens af te spreken in Rotterdam door de korte reistijden, geeft Goossensen als voorbeeld.
Met transferia aan de randen van de Zuidelijke Randstad komt er meer regionale samenhang
Ook de komst van transferia aan de randen van de Zuidelijke Randstad zorgen voor meer regionale samenhang. Wie uit Noord-Brabant komt om te werken in Rotterdam, parkeert zijn auto niet meer in de binnenstad en ook niet meer aan de rand van Rotterdam. Nee, dat doen zij voortaan in het Dordtse Amstelwijck, vanwaar zij binnen een kwartier hun reis kunnen voltooien naar het centrum van Rotterdam. Nu doen zij daar nog veel langer dan een halfuur over. Station Amstelwijck bestaat nu in de vorm van station Dordrecht Zuid, maar ondergaat in de komende jaren een transformatie.
Sluitende businesscases
Goede samenwerking is nodig om de businesscases sluitend te maken. De steden in de Verstedelijkingsalliantie kunnen elkaar helpen met het oplossen van plaatselijke problemen en elkaar motiveren om door te gaan met bouwen. Door de gemeenschappelijke visie op verstedelijken komen er plannen die daadwerkelijk zijn te realiseren, meent Nederveen. Maar natuurlijk zijn er ook concrete opgaven waar de Oude Lijn voor komt te staan.
'We zijn enorm blij met de toekenning van onze aanvraag in de eerste tranche van de Woningbouwimpuls', vertelt Nederveen. De Verstedelijkingsalliantie kreeg in totaal 290 miljoen euro voor de locaties Rotterdam, Schiedam, Delft, Den Haag, Rijswijk en Leiden, goed om de bouw van meer dan 50.000 woningen op te starten. 'Het betekent dat we een kwart van de woningen die we nodig hebben al kunnen bouwen; vooral in de sociale en middenhuur.'
Een stapeling van regels en belangen maakt de gebiedsontwikkeling op een aantal plekken nog wel complex. 'Uitdagend zeggen wij, maar daar moeten we dan samen een oplossing voor bedenken. De maatschappelijke kosten en baten zijn zeer lucratief, alleen komen die niet meteen in de kassa van de gemeenten', legt kernteamvoorzitter Nederveen uit. Door veel te praten met de gemeenten, de provincie en het Rijk hoopt de Verstedelijkingsalliantie ook deze problemen op te lossen. De opgebouwde kennis van eerdere vraagstukken kunnen zij weer meenemen naar een volgend vraagstuk.
Met de agglomeratievoordelen in het vooruitzicht heeft de Zuidelijke Randstad het in zich om in de toekomst net zo snel economisch te groeien als Amsterdam, denken de betrokkenen. Duizenden nieuwe banen, honderdduizenden nieuwe inwoners. De reistijd wordt alleen maar korter. De toekomst is al lang begonnen en is vanaf nu te zien langs de Oude Lijn.