De prijzen in de land- en tuinbouw fluctueren meer dan de hoeveelheid geproduceerde goederen. Het was vooral de veehouderij die vanwege de coronacrisis getroffen door werd slechtere prijzen dan in 2019, waardoor ook de resultaten tegenvielen.
Het begin van de coronacrisis heeft in Nederland geleid tot een sterke melkprijsdaling. Bijna een jaar lang bleven de prijzen lager dan gemiddeld. Gemiddeld lagen deze in 2020 ruim zes procent onder het langjarig gemiddelde. Het rendement in de melkveehouderij was ruim twintig procent lager dan gemiddeld. Daarmee blijft het resultaat al drie jaar op rij achter. Terwijl de opbrengsten tegenvielen , waren de kosten voor krachtvoer juist een kwart hoger dan gemiddeld. De hoge voerkosten zullen ook in 2021 de verwachte rendementsgroei temperen.
Daarbovenop komt ook nog eens de stikstofproblematiek. Volgens de bank heerst er bij boeren veel onduidelijkheid over de regels omtrent intern en extern salderen. Daarnaast krijgen agrariërs te maken met de doelstellingen wat betreft de woningbouw en energietransitie. Er moeten meer huizen komen en dat mag niet ten koste gaan van de natuur. Ook liggen er bij de boeren zelf een aantal innovatie-opgaven op de plank. Kringlooplandbouw en de voedseltransitie zijn zaken die komende jaren nog nadrukkelijker gaan spelen.
Andere sectoren
Opvallend is ook dat groentetelers niet per se geprofiteerd hebben van de trend dat consumenten tijdens de coronacrisis bewuster zijn gaan eten. Hoewel verspakketten en lokale producten populair waren en in supermarkten achttien procent meer paprika’s en twaalf procent meer tomaten verkocht werden, was 2020 voor groentetelers die zich vooral richten op afzet naar de horeca en foodservice een mager jaar.
De weggevallen omzet kon bovendien slechts deels worden gecompenseerd door verkoop in supermarkten, vanwege vaak vaste contracten met leveranciers. Vooral tomatentelers hadden een matig jaar. Het gemiddelde bedrijfsresultaat in de voedingsglastuinbouw was dan ook zeventien lager dan in 2019. De export van verse groenten en fruit naar het buitenland steeg in 2020 wel met zes procent tot bijna dertien miljard euro. Het was echter de hoge groei van de wederuitvoer van fruit (avocado’s, druiven en bananen) die hieraan bijdroegen.
Op datgene wat op Nederlandse bodem geproduceerd/verbouwd is, heeft corona dus een noemenswaardige invloed gehad. Dit geldt ook voor vleespluimveehouders, fritesaardappeltelers en sommige soorten varkenshouders. De toekomst is voor deze sectoren ook ongewis. De bloementelers deden in eigen land goede zaken door de lockdown, maar zagen de export wel afnemen. De uien- en tarweprijzen zijn bovengemiddeld hoog, dus daar profiteren de boeren wel. Klik hier voor meer details en verklaringen.