De grootste daling van de broeikasgasuitstoot in het afgelopen jaar was te zien in de elektriciteitssector, namelijk 21 procent ten opzichte van 2019. Deze daling hangt samen met het afgenomen steenkoolverbruik.
Dit heeft volgens het CBS meerdere oorzaken. Ten eerste is de Hemwegcentrale in Amsterdam eind 2019 gesloten en lag de Riverstonecentrale op de Maasvlakte bijna het hele jaar stil vanwege storingen. Daarnaast hadden de kolencentrales te maken met hogere kolen- en CO2-prijzen, die een concurrentienadeel opleverden ten opzichte van aardgascentrales die juist profiteerden van lagere gasprijzen en die schoner kunnen produceren. Ten derde werd de vraag naar elektriciteit in toenemende mate opgevangen door hernieuwbare bronnen, zoals wind en zon. Ten slotte nam de totale vraag naar elektriciteit af, in Nederland en de buurlanden, vanwege de coronacrisis.
Door de coronamaatregelen nam ook de uitstoot door mobiliteit af in 2020, zo’n elf procent ten opzichte van het jaar ervoor. Het goederenvervoer over de weg nam niet sterk af in de coronacrisis.
Uitstoot overige sectoren vrijwel gelijk gebleven
De broeikasgasuitstoot door de gebouwde omgeving daalde licht door een zachte winter. Dit was in 2019 ook zo, dus de verschillen zijn niet groot. Ook in de landbouwsector is geen groot verschil tussen 2019 en 2020 waarneembaar. In deze sector bestaat een groot deel van de CO2-emissies uit de inzet van aardgas in warmtekrachtinstallaties in de glastuinbouw voor de productie van warmte, elektriciteit en ook CO2-bemesting voor planten in de kas. Deze installaties verbruikten ongeveer evenveel aardgas als in 2019. Het overgrote deel van de uitstoot door de landbouw bestaat echter uit de overige broeikasgassen methaan en lachgas. Ook hier is niet veel veranderd ten opzichte van 2019.
In de industrie bleven de emissies op ongeveer hetzelfde niveau als in 2019. De olieraffinaderijen hebben in 2020 minder geproduceerd dan een jaar eerder, als gevolg van de verminderde vraag naar olieproducten in binnen- en buitenland. Bij andere CO2-intensieve bedrijfstakken binnen de industrie was de daling minder sterk of bleven de emissies gelijk. Dat hier geen emissiedaling ten opzichte van 2019 is te zien vanwege de lagere productie, komt onder meer doordat de petrochemie, een CO2-intensieve bedrijfstak, in 2019 al een relatief lagere uitstoot had vanwege veel groot onderhoud in dat jaar.
Eerste vroege jaarraming dankzij nieuwe kwartaalramingen
Deze eerste jaarraming van de uitstoot van broeikasgassen is het resultaat van de in 2020 ontwikkelde kwartaalraming conform de IPCC-richtlijnen. Deze kwartaalraming is ontwikkeld om sneller inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de emissies en wordt gebaseerd op informatie die op kwartaalbasis beschikbaar is. De cijfers zullen iets wijzigen op grond van actuelere statistische broninformatie die later beschikbaar komt. De uiteindelijke reductie ten opzichte van 1990 zal tussen 23 en 26 procent uitkomen.
De berekening van de broeikasgasuitstoot is berekend volgens de voorschriften die in het kader van het Kyotoprotocol zijn opgesteld door het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change). De uitstoot van de internationale lucht- en zeevaart telt hierin niet mee, net zo min als de uitstoot uit biomassa.
Als dit wel wordt meegenomen dan zie je dat de CO2-uitstoot als gevolg van alle Nederlandse economische activiteiten in het vierde kwartaal zelfs 10 procent lager ligt dan in hetzelfde kwartaal van 2019. De emissies daalden veel sterker dan het bruto binnenlands product (bbp), dat afnam met 2,9 procent. De impact van de coronacrisis op de CO2-uitstoot van alle Nederlandse activiteiten is dan met name zichtbaar in de transportsector. Deze sector heeft in het vierde kwartaal 25 procent minder CO2 uitgestoten dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De CO2-uitstoot van de luchtvaart was zelfs 45 procent lager. Het aantal luchtvaartpassagiers was dan ook fors lager dan een jaar eerder.
CO2-equivalent
Naast koolstofdioxide (CO2) worden ook andere broeikasgassen meegeteld. Dit zijn lachgas (N2O, distikstofoxide), methaan (CH4) en de fluorhoudende gassen (F-gassen). Om de invloed van de verschillende broeikasgassen te kunnen optellen, worden de uitstootcijfers omgerekend naar CO2-equivalent. De omrekening is gebaseerd op het Global Warming Potential (GWP) – dat is de mate waarin een gas bijdraagt aan het broeikaseffect.
Eén kilogram CO2-equivalent staat gelijk aan de broeikaswerking van 1 kilogram CO2. De uitstoot van 1 kilogram lachgas staat gelijk aan 298 kilogram CO2-equivalent en de uitstoot van 1 kilogram methaan aan 25 kilogram CO2-equivalent. De GWP’s van F-gassen variëren nogal en kunnen zeer groot zijn. Bijvoorbeeld, 1 kilogram zwavelhexafluoride (SF6) staat gelijk aan 22,8 duizend kilogram CO2-equivalent. De broeikasgasuitstoot wordt doorgaans uitgedrukt in megaton CO2-equivalent (1 megaton = 1 miljoen ton = 1 miljard kilogram). (Bron: CBS)