Men beoogt met deze manoeuvre voornamelijk het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat te binden, om infragelden naar de uitverkoren gebieden te geleiden. Op zich een loffelijk streven, want aan die samenhang tussen verstedelijking en mobiliteit heeft het ontbroken. Een hardnekkig euvel in Nederland Planningsland.

Als we inzoomen op het lijstje, vallen een paar dingen op. De tien grootste steden worden keurig bediend, met hun favoriete binnenstedelijke plannen. Wel lullig voor Apeldoorn, nummer elf. Verder ontbreekt samenhang. Het gaat om zones, zoals de Oude Lijn langs het spoor tussen Leiden en Dordrecht, de MRA-Oost met onder meer Almere Pampus en de IJmeer-metrolijn, en MRA-West met de zone Amsterdam-Hoofddorp.

Daarnaast vinden we enkele ’gewone’, wat grotere binnenstedelijke locaties, zoals het Suikerunieterrein en de Eemskanaalzone in Groningen. Stationsgebieden staan ook in het lijstje: in Zwolle, Nijmegen en Eindhoven. Sommige aanduidingen zijn supervaag, zoals Utrecht Zuidwest. Dat het hier haastwerk betreft, blijkt ook uit het feit dat voor de Brabantse Stedenrij – waarvoor natuurlijk ook een beleidskaarsje klaarstaat – zelfs een supervage aanduiding ontbreekt.

Bij het ministerie van BZK ziet men deze lijst als input van de ‘NOVEX’, de Nationale Omgevingsvisie Extra die er in de nieuwe kabinetsperiode waarschijnlijk gaat komen. Of in een apart Verstedelijkingsprogramma.

Dat valt te betwijfelen. In de eerste plaats zijn de projecten, gebieden en zones veel te ongelijksoortig qua aard, omvang, geleding en fasering om een-op-een in de NOVEX te schuiven. Bijvoorbeeld: de Groningse projecten kan de gemeente met gepaste financiële steun van de Rijksoverheid prima helemaal zelf uitvoeren. Andere gebiedsontwikkelingen zijn afhankelijk van mega infra-investeringen die – als daartoe besloten wordt – pas over tien tot vijftien jaar hun opleveringsfeestje kunnen vieren. Weer andere projecten lenen zich wellicht voor aanwijzing als Sleutelproject-Nieuwe Stijl. Denk bijvoorbeeld aan de Eindhovense Knoop XL, de Zwolse Spoorzone en het Nijmeegse stationsgebied.

De tweede reden ligt in de komende parlementsverkiezingen en daarna volgende kabinetsformatie. Dan beleven de formerende politieke partijen altijd hun machtsmoment. Het lijkt erop dat het tandem VVD-CDA wederom de romp van het nieuwe kabinet gaat vormen. Deze partijen hebben voor een deel echt andere prioriteiten dan het lijstje van veertien. Ik noem ter illustratie nu alleen maar de naam Rijnenburg, de uitbreidingswijk bij Utrecht, waar zo’n 25.000 woningen zouden kunnen komen. Maar daar zal de reshuffeling niet bij blijven.

Hopelijk wordt datzelfde politieke moment ook gebruikt om de spaghetti aan regelingen, deals, interbestuurlijke programma’s, MIRT, en talloze andere arrangementen een kopje kleiner te maken. Deze veertien versnellingsgebieden passen perfect in dit Byzantijnse Rijk.
Toch een positief slot: de poging om de samenhang van investeringen in verstedelijking en mobiliteit te versterken, valt te waarderen.