Olivijn is een veelvoorkomend mineraal in de aardkorst. Het is een stollingsgesteente dat bij vulkaanuitbarstingen en het ontstaan van bergketens aan de oppervlakte komt. Uit onderzoek van geoloog Olaf Schuiling bleek dat het mineraal CO2 aan zich kan binden, vooral in contact met water en plantenwortels. Het olivijnzand remt dus geen CO2-uitstoot, maar kan wel een rol spelen in het verminderen van het CO2-gehalte in de atmosfeer. Initiatiefnemer Eddy Wijnker richtte in 2008 het Nederlandse bedrijf greenSand op en ging aan de slag met het importeren en vermalen van de minderalen. Inmiddels werken ze al dertien jaar om olivijn in Nederland en omliggende landen te introduceren als natuurlijk product om CO2 op te ruimen.
Eén kilo olivijnzand bindt één kilo CO2, al naargelang de omstandigheden. ‘Als 1,9 procent van het jaarlijkse zandgebruik in de bouw of infrastructuur in Nederland zou worden vervangen door olivijnzand, scheelt dat dus 1,9 megaton CO2. Dat is grofweg één procent van de totale Nederlandse uitstoot en evenveel als de sluiting van de Hemweg kolencentrale oplevert’, benadrukken Coops en Westerwoudt. 'Wanneer men zeven vierkante kilometer olivijn per jaar zou storten, zou dat zelfs genoeg zijn om de totale CO2-productie van ons land op te vangen.'
Op de Klimaattop NL, die afgelopen januari digitaal werd georganiseerd, zag men weer hoe lastig het is om de afspraken van het Klimaatverdrag na te komen. Het vinden van draagvlak voor effectieve maatregelen lijkt hierbij een grote hindernis. Onder meer door de hoge transitiekosten, het enorme aantal betrokken partijen en het effect op de internationale concurrentiepositie. Wereldleiders, wetenschappers en milieuactivisten zagen onlangs lichte vorderingen bij het terugdringen van het CO2-gehalte in de atmosfeer, maar constateerden dat er meer moet gebeuren. Ook de huidige coronaperiode mag niet baten.
Toepassing gemeenten
Olivijnzand is nog relatief onbekend, maar wordt toch mondjesmaat toegepast in Nederland. Vooral als duurzaam alternatief voor gewoon zand en als meststof, en voor pot- en natuuraarde door hoveniers en particulieren. De voorlopig grootste initiatieven komen van gemeenten. Daar is het enkele zand keren gebruikt bij verharding of de aanleg van paden of parkeerplaatsen.
Zo liggen in Haarlem al drie olivijnpaden, die CO2 opvangen. Ook in Rotterdam, Oss en Boxtel zijn meerdere toepassingen van olivijnzand. De grootste tot nu toe is de aanleg van een schouwpad voor de Nederlandse spoorwegen. Hiervoor werd 1600 ton olivijn gebruikt in plaats van het gebruikelijke grind. Ook in gemeente Boxtel is enkele jaren terug een park aangelegd waar het wandelpad uit olivijnzand bestaat. Dit is samen met en op verzoek van de bewoners ontwikkeld. Miek Nooijen, gemeenteraadslid van PvdAGroenLinks, vertelt dat de gemeente Boxtel olivijnzand niet verder in het beleid heeft meegenomen, omdat het gebruik -en vooral de CO2-winst- nog te discutabel is.
Sceptische geluiden
Want ondanks de wetenschappelijke onderbouwing van de werking en effectiviteit, heerst er een sceptische houding omtrent olivijnzand. Zo beweerde Reinier de Jong van Leefbaar Rotterdam in 2013 dat de volledige absorptie van CO2 bij olivijnzand niet vijftig maar 900 jaar duurt, en dus eeuwen te laat komt om het milieuprobleem op te lossen. Volgens de SP-partij in De Bilt duurt het -bij ideale omstandigheden- vijf à tien jaar voordat de binding volledig is. Aan Dichtbij.nl legde Elvira Davidsz van greenSand uit dat een kleinere olivijnkorrel minder energie vraagt en daarom voor een snellere verwering zorgt. Ook zou het gebrek aan druk en hoge temperatuur in Nederland de verwering doen afzwakken. ‘Daarom is het olivijn in het greenSand heel fijn vermalen: van 0,001 mm tot circa 3 mm per korrel’, vertelt Davidsz.
Uiteraard neemt het inzetten van olivijnzand ook operationele opgaven met zich mee. Zo moet het mineraal jaarlijks worden gewonnen in bijvoorbeeld Groenland, getransporteerd naar Nederland en dan nog worden vergruisd. GreenSand schat dit rendementsverlies op 6 tot 8 procent, wat dus ook nog extra gestrooid moet worden.
Onderzoek Deltares
Om meer te weten over de werking van olivijnzand is onderzoeksinstituut Deltares begin 2020 van start gegaan met een terreinproef. Om het zand te willen gebruiken als bouwstof werd eerder al een computermodel gemaakt met voorspellingen over de werking van het product. Om dit te valideren onderzoekt Deltares nu in de praktijk olivijnzand op verschillende manieren in diverse groottes. Ze testen de snelheid van verwering van olivijn onder diverse omstandigheden, de gevolgen voor het milieu (onder andere door nikkelbelasting) en de opname van CO2. Het aangescherpte rekenmodel kan vervolgens goed gebruikt worden om bijvoorbeeld bouwprojecten, aanleg van parken of andere gemeentewerken zoals parkeerterreinen te realiseren. Ook Coops en Westerwoud benadrukken de kansen van olivijnzand voor de grootschalige toepassingen in de bouw, infra, landbouw en publiekelijk groen.
‘De positieve werking van olivijn is een feit’
Dat het bindingstempo van CO2 door olivijnzand voor discussie zorgt, begrijpt Jos Vink, expert sediment en waterkwaliteit bij Deltares. ‘De positieve werking van olivijn is inmiddels een feit’, benadrukt hij. Hoe het proces echter verloopt lijkt nu de grote vraag. Vink legt uit dat het bindingstempo variëert door de condities waarin het olivijnzand in de buitenwereld wordt toegepast. Een fijne maling van het zand in combinatie met regenval of grondwater kan omzettingssnelheden van slechts enkele jaren doen starten.
Testresultaten moeten de wet gaan sturen
‘Als we olivijnzand integraal willen inzetten, moet de markt en de wetgeving mee gaan bewegen’, benoemt Vink van Deltares. Zo bevat olivijn nikkel, en is wettelijk bepaald dat we zulke zware metalen moeten normeren. Daarom is het van belang aan te tonen dat olivijnzand geen risico’s met zich meebrengt. Hier kan het onderzoek van Deltares aan bijdragen. Vink kan zelfs al enkele positieve testresultaten benoemen waarin ze geen nikkel in het zand maten.
Vink benadrukt ook de politieke aandacht voor olivijnzand. Hij benoemt dat er in 2019 veertig maatregelen onder de loep werden genomen die konden bijdragen aan de nationale opgave voor CO2-reductie. Olivijnzand was een van de weinige maatregelen die door de Tweede Kamer als zeer kansrijk werd bestempeld, mede door de opschalingspotentie van het product. Coops en Westerwoudt betreuren het dan ook dat het kabinet tijdens de Klimaattop NL naliet de deelnemers te wijzen op het Nederlandse zandproduct.
De marktwerking rondom CO2 ontwikkelt zich ook steeds verder, omdat CO2-besparing door bedrijven zich laat omzetten tot subsidies. Dit is een belangrijke drijfkracht voor bedrijven om duurzaam in te zetten. Toch moet het marktmechanisme volgens Vink nog veel meer op gang komen. En dat terwijl de economische berekeningen, wanneer zand zich laat vervangen door olivijn, plus de huidige tonprijs van CO2 uitgedrukt in verhandelbare carbon-credits, in veel gevallen al positief uit de bus komen. De kosten van het olivijnzand zijn dan ook vrijwel gelijk aan die van normaal zand. Daarmee lijken de ogen zich te nu richten op de testresultaten over het verweringsproces van olivijnzand. Eind 2021 beoogt Deltares het onderzoek af te ronden.