Zo ligt er volgens TNO nog een groot potentieel in Nederland, want er kan nog tien tot twintig keer zoveel zonne-energie opgewekt worden. Het kan zijn dat er meer landbouwgrond gebruikt gaat worden (wat nu ook al op grote schaal gebeurt), maar TNO wijst juist naar andere mogelijkheden. Zoals zonne-energiesystemen die geïntegreerd zijn in daken, gevels, wegen en vele andere objecten. Ook zijn drijvende systemen een optie. De onderzoeksorganisatie geeft aan dat ‘one size fits all’ niet meer opgaat, omdat bijvoorbeeld elk gebouw anders is. Hierdoor is meer en gecoördineerd maatwerk noodzakelijk, zodat het draagvlak onder de bevolking ook blijft bestaan.
In Nederland levert zonne-energie na (offshore) windenergie de grootste bijdrage wat betreft duurzame elektrificatie. ‘Het totaal benodigde oppervlak in 2050 zou bij 20–30 procent gemiddeld rendement 300 tot 1000 vierkante kilometer bedragen. Als een aanzienlijk deel van dit oppervlak in de vorm van geïntegreerde systemen kan worden gerealiseerd, wordt optimaal gebruikt gemaakt van de in ons land beschikbare ruimte.’
Naast het opwekken van de stroom en de plaatsing van panelen benadrukt TNO ook dat de systemen, met het oog op bijvoorbeeld vraag en aanbod, goed op elkaar afgestemd moeten worden. ‘Opwekking, transport, opslag, omzetting in andere energiedragers en eindverbruik moeten op elk moment op elkaar worden afgestemd en dat is een complexe puzzel die in samenhang tussen lokaal, regionaal, nationaal en internationaal niveau moet worden opgelost, rekening houdend met technische, economische en maatschappelijk factoren en randvoorwaarden.’ Als dit lukt is er bij weinig stroomvraag onder andere een mogelijkheid om zonnestroom op te slaan in een auto of in warmte voor de woning.
Duurzaamheid
Om de klimaatdoelen te halen is de verwachting dat de rol van elektriciteit in het hele energiesysteem sterk zal toenemen. Hernieuwbare elektriciteit, met name uit wind en zon, zal in feite de rol van fossiele energie uit kolen, olie en aardgas als universele ‘primaire brandstof’ overnemen. Er wordt dan gesproken van ‘elektrificatie’. Elektriciteit zal in de toekomst naar verwachting worden gebruikt voor de toepassingen die we kennen zoals verlichten en ICT, maar ook voor zaken waarvoor we nu vooral direct fossiele brandstoffen gebruiken, zoals koken, verwarmen en auto rijden.
Zonne-energie is van zichzelf hernieuwbaar, maar niet automatisch volledig duurzaam en circulair. Daarom vermeldt TNO in het rapport ook dat het belangrijk is om ervoor te zorgen dat er geen afvalberg ontstaat en dat de gebruikte materialen gerecycled kunnen worden. Dit gebeurt nog niet bij alle materialen van een zonnepaneel. Zo kan nog niet alle zilver uit de zonnecelcontacten worden teruggewonnen en wordt het silicium van zonnecellen niet opnieuw voor zonnecellen gebruikt.
Azië
In 2019 kwam bijna tweederde van alle panelen in de wereld uit China en meer dan negentig procent uit Azië. Hoewel deze verschuiving van productie er volgens TNO mede voor heeft gezorgd dat zonnestroom heel snel heel goedkoop is geworden, realiseren steeds meer overheden, bedrijven, burgers en andere belanghebbenden zich dat er ook nadelen aan de ontstane situatie zijn verbonden. ‘In de eerste plaats missen we in Europa een deel van de economische kansen die met de snelle groei van zonne-energie samenhangen’, staat in het rapport beschreven.
Kansen over de hele waardeketen. Van materialen tot en met onderhoud, beheer en recycling van systemen. Naast de kansen zijn afhankelijkheid en behoud van de kennispositie belangrijke argumenten om als Europa het heft weer in handen proberen te nemen. Met deze argumenten in gedachten zijn er recent initiatieven ontwikkeld om geavanceerde zonne-energiemaakindustrie naar Europa terug te brengen, of liever (weer) op te bouwen.