Door Co Verdaas, hoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft en dijkgraaf Rivierenland, en Friso de Zeeuw, emeritus hoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft en adviseur
In Binnenlands Bestuur, de Volkskrant en eerder in vakblad ROm betoogt de Wageningse associate professor mr. dr. Fred Kistenkas dat de komende Omgevingswet hopeloos zal falen. Hij baseert zich daarbij onder meer op een wetsevaluatie van een ministeriële staatscommissie in Nieuw Zeeland, waar ook een soort Omgevingswet is ingevoerd. Zijn warrige betoog klopt van geen kant, om vier redenen.
1. Nieuw Zeeland is geen lid van de Europese Unie
Kistenkas beweert dat met de integrale Omgevingswet ‘keiharde bottom lines’ onder zachte waarden als biodiversiteit en duurzaamheid verdwijnen. Dat mag in Nieuw Zeeland mogelijk het gevolg zijn geweest. Nederland is lid van de Europese Unie en richtlijnen rondom de kwaliteit van water, de vogel- en habitatrichtlijnen, luchtkwaliteit, et cetera blijven ook onder de omgevingswet onverkort overeind. Simpelweg omdat de nationale wetgever zich binnen de Europese kaders zal moeten begeven. Daarnaast is in de AMvB kwaliteit leefomgeving wel degelijk een uitgebreide set van normen en bandbreedtes opgenomen waarbinnen belangen gewogen moeten worden. Wat ons betreft zijn die kaders eerder te nauw dan te ruim. Kortom, de vergelijking met Nieuw Zeeland gaat mank als het gaat om het leggen van een bodem in onze omgevingskwaliteit. De argumentatie zakt compleet door bodem, nu we in een eerder artikel van Kistenkas lezen: 'Bij de Stelselherziening Omgevingswet is niet eerst goed naar andere landen gekeken. Dat is jammer, want Nieuw-Zeeland heeft een uniek stelsel in zijn Omgevingswet dat je zo kunt overnemen.'
2. Regie van het Rijk kan met de Omgevingswet
Een ander belangrijk argument van Kistenkas is dat ruimtelijke ordening om meer Rijksregie vraagt. Met nuance kunnen wij in dit argument meegaan. Het Rijk dient ook naar onze overtuiging de investeringen voor energie, wonen, klimaat, bereikbaarheid en verduurzaming in samenhang te laten landen.De rijksoverheid zal af en toe ook moeten interveniëren als de uitvoering in de regio spaak loopt. Wij hebben dit uitgewerkt in gebalanceerd sturingsmodel, met veel aandacht voor de daadwerkelijke uitvoering. Dat is vooral een kwestie van politieke wil en we hebben aangetoond dat dit ook prima kan met de instrumenten die de Omgevingswet aanreikt.
3. Voorbeelden deugen niet
De voorbeelden van Kistenkas zijn van voor de invoering van de Omgevingswet. Kistenkas komt met het voorbeeld van de Fryske Marren en constateert ‘dat de provincie niks doet met haar rechtsinstrumentarium’. Het is verbazingwekkend dat Kistenkas het falen van de Omgevingswet illustreert met een voorbeeld onder de huidige wetgeving. Dit zien we overigens bij meer criticasters van de Omgevingswet. De wet krijgt de schuld van planologisch falen nog voor de wet is ingevoerd. Heel bijzonder. Het voorbeeld van Kistenkas laat juist zien dat als de politieke wil ontbreekt elke wet tot mislukken gedoemd is.
4. Wel degelijk draagvlak bij lokale bestuurders
Maar liefst acht op de negen wethouders is voor invoering van de omgevingswet. Kistenkas betoogt dat één op de negen wethouders tegen implementatie van de omgevingswet is. Dat betekent dat een Noord-Koreaanse meerderheid blijkbaar wel de invoering van de Omgevingswet voorstaat. Dat argument keert zich dus nadrukkelijk tegen de boodschapper. Je zou na jaren van decentralisaties in diverse domeinen en geteisterd door een pandemie meer weerstand verwachten tegen de implementatie van een zo ingrijpende stelselherziening.
Kistenkas ziet het als zijn taak om als wetenschapper de waarheid te spreken. Dat zijn wij zeer met hem eens. Wie een rapport van 530 blz. plat slaat tot een eendimensionaal pleidooi tegen de Omgevingswet, stelt de eigen, puur subjectieve opvatting boven zorgvuldig argumenteren. Nogmaals, kritische reflectie op de Omgevingswet is nuttig en noodzakelijk. Ook van onze kant zijn kritische geluiden te horen.
Kistenkas presenteert ons eerst de wet van een ander continent als lichtend voorbeeld voor onze Omgevingswet. Vervolgens mobiliseert hij de negatieve evaluatie van diezelfde Nieuw-Zeelandse wet om de frontale aanval op de Omgevingswet te openen. Geloofwaardigheid nul. Het zou hem sieren als hij het Nieuw-Zeelandse evaluatierapport met ons deelt. Tot nu bleef ons verzoek onbeantwoord. Wij worden steeds nieuwsgieriger.