Onderzoeksinstituut TNO pleit voor het samenstellen van groepen woningen waarop dezelfde duurzaamheidsoplossing kan worden toegepast. Deze ‘contingenten’ bestaan gemiddeld zo’n 15 tot 30 duizend gebouwen en worden samengesteld aan de hand van technische kenmerken van het gebouw, de omgeving en wensen van bewoners. Dat zijn bijvoorbeeld het energielabel van de woning, de staat van het onderhoud en de gezinssamenstelling van de bewoners.
In het paper behandelt TNO enkele voorbeelden van een contingentenaanpak. Een voorbeeld zijn rijwoningen gebouwd tussen 1945 en 1975. Het isoleren van de (vaak niet beloopbare) zoldervloer in deze woningen kan bijvoorbeeld gecombineerd worden met andere isolerende werkzaamheden die qua proces goed afstembaar zijn, zoals het vervangen van glazen en kozijnen. Verwacht wordt dat 50 duizend woningen in deze categorie geschikt zijn voor een dergelijke aanpak.
Vraag en aanbod bij elkaar
Door te werken met dergelijke woningclusters wordt het gemakkelijker uniforme verduurzamingsoplossingen te ontwikkelen en toe te passen, en kunnen renovaties goedkoper, sneller en efficiënter worden uitgevoerd, stelt TNO. Vraag en aanbod worden bij elkaar gebracht. Het bundelen van de vraag zorgt voor meer zekerheid bij de aanbieders van oplossingen, wat innovatie en industrialisatie in deze tak bevordert. En daarnaast kan een beter inzicht in de kosten en opbrengst van verduurzaming huiseigenaren over de streep trekken.
De aanpak is volgens TNO nodig omdat verduurzaming van de woningvoorraad niet snel genoeg gaat. Na het aanpakken van reguliere woningverbeteringen of ‘laaghangend fruit’ komen we in de gebouwvoorraad uit bij de echt lastige uitdagingen, zegt Rogier Donkervoort, TNO-onderzoeker Energietransitie Gebouwde Omgeving. ‘Op dit moment wordt daarbij veelal gewerkt met maatwerkoplossingen per gebouw. Dit maakt de huidige werkwijze onnodig inefficiënt, duur en traag. Op deze wijze gaan we het tempo van 200.000 woningen per jaar rond 2030, dat nodig is om de klimaatdoelen te bereiken, niet halen.’
Nationale renovatiestrategie
Het onderzoeksinstituut verwacht dat 70 procent van de woningvoorraad geschikt is voor een contingentenaanpak. Woningen die zo goed als verduurzaamd zijn, zijn hiervan uitgezonderd, evenals Rijksmonumenten of gebouwen die om een andere reden ‘anders dan anders’ zijn en om maatwerk vragen. Voor voldoende schaalvoordelen moet de contingentenaanpak op landelijk niveau worden toegepast middels een nationale renovatiestrategie met diverse stakeholders. Een voorwaarde is dat er voldoende data voorhanden zijn.