De Groene Schoolkaart, een project van Stichting Nationale Boomfeestdag en Cobra groeninzicht, geeft de basisscholen een ‘groenescore’ op basis van vier variabelen. De eerste factor is de hoeveelheid groen in een straal van 100 meter rondom de school. De tweede is de hoeveelheid groen in de buurt waar de school zich in bevindt.  De derde is de afstand tot het dichtstbijzijnde ‘postzegelbosje.’ Dat is een gebied van minimaal vijfhonderd vierkante meter natuur. En als laatste telt de groenheid van nabijgelegen speeltuinen mee. Hoe meer groen er rond de school is, hoe hoger de eind score.

De omgeving rond de basisscholen kan ‘goed’, ‘gemiddeld’ en ‘ondergemiddeld’ scoren. De resultaten presenteren de stichting en Cobra groeninzicht in een infographic, met een overzicht van de ‘groenscores’ van alle basisscholen in Nederland. Er is een grote diversiteit binnen de schoolomgevingen in Nederland. Sommige scholen kunnen bijna niet groener, terwijl andere schoolomgevingen enorm zijn versteend. Het algemene beeld van de schoolomgevingen in Nederland viel de stichting toch wat tegen. De kaart kleurt grotendeels oranje. De meeste schoolomgevingen scoren dus ‘middelmatig’.

‘We vonden het opvallend dat de schoolomgevingen overwegend een relatief lage ‘groenscore’ hebben. Er is nog veel werk aan de winkel om de schoolomgevingen te vergroenen’, zegt Frank Nooijens, projectleider Nationale Boomfeestdag.

Basisscholen moeten vergroenen

Een hoge score op de Groene Schoolkaart is positief voor de gezondheid van kinderen en leerkrachten, zegt Nooijens. De wetenschap onderschrijft dat. Uit onderzoek van de Wageningen University & Research (WUR) blijkt dat groene schoolpleinen vooral een positieve invloed hebben op het sociale klimaat op de school, en het sociale welzijn van kinderen.

Ook kan een groene omgeving positief zijn voor kinderen met aandoeningen als ADHD. Sjerp de Vries, senior onderzoeker aan de WUR, onderzocht de relatie tussen het natuuraanbod in de directe woonomgeving en het al dan niet gebruiken van ADHD-medicatie door kinderen. Het blijkt dat in minder welgestelde buurten met een relatief groenrijke woonomgeving, de kans op het gebruik van ADHD-medicatie ruim tien procent kleiner is dan bij een groenarme woonomgeving.

Kinderen komen steeds minder vaak buiten en ze zijn ook minder gezond dan vijftig jaar geleden, blijkt uit een onderzoek van het Instituut voor Natuureducatie (IVN). Volgens Marian Stuiver, programmaleider groene steden aan de WUR, kan het creëren van een groene omgeving dit veranderen. ‘Groen kan de buitenomgeving aantrekkelijker maken en uitnodigen tot buitenspelen’, zegt ze. ‘Daarvoor moet de omgeving dan natuurlijk wel veilig zijn, zowel sociaal als fysiek.’ Volgens Stuiver zorgt buitenspelen, naast meer contact met natuur, ook voor meer blootstelling aan daglicht, lichamelijke activiteit, en directere contacten met leeftijdsgenootjes.

Kinderen zelf betrekken

Scholen en gemeenten kunnen op verschillende manieren aan de slag met het vergroenen van de schoolomgeving. De scholen met een lage groenscore moeten volgens Nooijens kijken of het mogelijk is om te beginnen met het vergroenen van hun eigen schoolplein. Het terrein buiten schoolpleinen is van de gemeente. Onderzoeker Stuiver is het eens met de eerste nadruk op het schoolterrein. ‘Een groen buitenlokaal, schooltuin of een boomgaard zijn allemaal opties voor een groene omgeving.’

‘Naast de positieve effecten van natuur op gezondheid, is het ook goed om de kinderen zelf bomen te laten planten’, zegt Nooijens. ‘Ze waarderen natuur dan meer, omdat ze op jongere leeftijd hiermee in aanraking zijn gekomen.’

Het ministerie van LNV nam in haar Bossenstrategie op dat geen kind de basisschool mag verlaten zonder een boom te planten. De Boomfeestdag sluit daar bij aan. Het doel bij het evenement is om basisschoolleerlingen meer inzicht, kennis en begrip voor bomen bij te brengen. Tijdens de Nationale Boomfeestdag planten kinderen duizenden bomen.