Dertig energieregio’s werken op dit moment aan de opstelling van de Regionale Energiestrategieën 1.0 (RES’en). Dat gebeurt in samenwerking met een groot aantal partijen en belanghebbenden, waaronder meerdere ministeries, regionale belangenorganisaties en participatiecoalities. De vaststelling is nog niet de definitieve keuze voor de locaties. Sommige provincies hebben de locaties al expliciet benoemd, zoals Flevoland, anderen hebben tot nu toe alleen de zoekgebieden aangegeven.
De energieregio’s besteden naar eigen zeggen veel aandacht aan communicatie en burgerbetrokkenheid bij de verduurzamingsslag. Dat gebeurt via de reguliere communicatiekanalen van het Nationaal Programma RES, maar ook met regionale en lokale communicatiemiddelen. Denk aan regionale en lokale kranten, televisie en sociale media.
‘Maar de discussie over de energietransitie en de RES overstijgt de regio. De bestuurders van gemeenten hebben lokaal een moeilijke boodschap te vertellen’, staat in de brief. ‘Ze staan in de wind en hebben ruggensteun nodig vanuit het Rijk.’ De briefzenders zouden graag een landelijke campagne zien over het ‘waarom’ van de energietransitie, en over hoe de RES’en zich met de rest van het Klimaatakkoord verhouden.
Jop Fackeldey, als gedeputeerde in Flevoland verantwoordelijk voor de energietransitie en namens alle provincies portefeuillehouder op dit dossier: ‘Het zou voor lokale bestuurders goed zijn als zij zich gesteund voelen door de minister. Als die hardop zegt dat we met z’n allen aan de verduurzaming van de energie moeten werken, helpt dat echt. Zeker nu de regio’s werken aan het vaststellen van de RES 1.0.’
De eerder door het ministerie van EZK opgestarte campagne ‘Iedereen doet wat’ is volgens de briefschrijvers niet voldoende. Er zou te weinig aandacht zijn voor de rol die inwoners zelf kunnen vervullen in de energietransitie. Het IPO, de VNG, de Unie van Waterschappen en het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord geven aan het ontbreken van landelijke communicatie als ‘groot gemis’ te ervaren. De regionale en lokale communicatiekanalen zijn naar eigen zeggen niet voldoende om alle burgers te betrekken.
‘De RES’en hebben met hun concept-bieding ruimschoots voldaan aan wat er werd gevraagd, blijkt ook uit de PBL-berekeningen. Dan helpt het als de wethouder van welke dorp of welke stad dan ook in de zaaltjes kan uitleggen dat niet alleen de gemeente dit belangrijk vindt, maar dat het een nationale opgave is’, zegt Fackeldey. ‘Dat we er samen verantwoordelijkheid voor dragen. Het Rijk moet dat veel nadrukkelijker uitstralen, met een landelijke campagne. Iedere Nederlander moet zich realiseren dat er wat gaat veranderen.’
Een landelijk gedragen communicatiecampagne kan volgens Fackeldey ook helpen bij het tegengaan van misvattingen over de energietransitie. ‘Er bestaan veel misvattingen over de energietransitie. Het zou niet deugen, een linkse hobby zijn. Het aandragen van goede voorbeelden helpt dan.’