De Randstad heeft een negatief binnenlands migratiesaldo. Vooral stellen zonder kinderen en mensen ouder dan dertig jaar verlaten de regio vaker dan voorheen. De sterkste ontwikkeling is te zien bij vijftigers en zestigers. Van de in de Randstad wonende zestigers die in 2020 (gemeten over de periode april tot december) verhuisden, verliet 18 procent de Randstad voor een andere regio.
De trek naar het buitengebied concentreert zich vooral in wat het CBS de ‘intermediaire’ zone noemt, een soort ring rondom de Randstad. Dit gebied beslaat Flevoland, Noord-Brabant, Gelderland (exclusief de Achterhoek) en de Noord-Hollandse regio’s IJmond en Alkmaar en omgeving. In 2020 (april-december) verhuisden bijna 37 duizend mensen vanuit de Randstad naar de intermediaire zone, terwijl er ruim 27 duizend mensen in omgekeerde richting verhuisden. Ook de nationale periferie, bestaande uit Groningen, Friesland en Drenthe, Zeeland en Limburg, plus een groot deel van Overijssel, de Achterhoek en de Kop van Noord-Holland, is in trek. Vorig jaar verruilden ruim 19 duizend mensen de Randstad voor een woonplaats in de nationale periferie, bijna 16 duizend mensen verhuisden in omgekeerde richting.
Tot zover heldere gegevens. De Randstad leek het afgelopen jaar minder in trek. Maar wie inzoomt op de cijfers, ontdekt dat ze ook vooral veel vragen oproepen. Want over de achterliggende oorzaken en de balans tussen stad en dorp kan het CBS weinig zeggen.
Corona en woningprijzen niet doorslaggevend
Aanleiding voor de CBS-analyse was de in media breed geuite opvatting dat het coronavirus de populariteit van de Randstad laat afnemen. Er wordt verondersteld dat mensen meer behoefte hebben aan ruimte in en om de woning, en dat het thuiswerken het minder belangrijk maakt om dichtbij het werk te wonen.
Of die hypothese klopt, kan het CBS op basis van de cijfers echter niet met zekerheid zeggen. Wat mensen doen, zegt immers niets over de onderliggende intentie. Het CBS is dan ook terughoudend. Tanja Traag, hoofdsocioloog bij het CBS: ‘Heel plausibel is corona als verklaring niet. De coronapandemie duurt nu ongeveer een jaar. Dat is een vrij korte tijd om het gehele verhuisproces te doorlopen. Het tijdsframe is nu nog te kort om de coronapandemie definitief als verklarende factor aan te wijzen.’ Volledig nieuw is het verhuisoverschot naar buiten de Randstad ook niet. Het saldo loopt al een aantal jaren op. Wel was de toename in 2020 sterker dan in de jaren daarvoor.
Ook woningprijzen, een veelgenoemde reden achter de trek uit de Randstad, zijn niet aan te wijzen als doorslaggevende factor achter het verhuistekort in de regio. Dat de woningen in de Randstad prijziger zijn dan erbuiten, staat vast. Koop- en huurprijzen in het westen zijn hoger dan het landelijk gemiddelde. CBS-onderzoeker Traag wijst er echter op dat de uit de Randstad wegtrekkende dertigers en senioren over het algemeen vermogend zijn. ‘Dat rijmt niet met wegtrekken in verband met de betaalbaarheid van woningen’, zegt ze. Wat volgens Traag bij de wat oudere verhuizers wel meetelt, is het bezit van een tweede woning buiten de Randstad. Tijdens de coronatijd verruilden veel senioren hun eerste huis in het westen definitief voor een woning die al in hun bezit was elders in het land.
Van stad naar stad of van stad naar dorp?
Betekent de trek uit de Randstad dat het belang van de stad an sich afneemt? Dat is een veronderstelling die het afgelopen jaar ook meermaals in verscheidene media terugkwam, gebaseerd op corona. De cijfers over verhuisbewegingen van en naar de Randstad bieden echter weinig inzichten in de balans tussen de grote randstadsteden en kleinere gemeenten in de intermediaire zone en de periferie.
Het CBS meet de verhuisstromen op COROP-gebiedsniveau en verschaft dus geen inzicht in of voormalig Randstedelingen naar dorpen of naar steden trekken. Het statistiekbureau heeft wel gegevens over de binnenlandse migratiestromen per gemeente, maar niet over waar bewoners vandaan komen of naartoe gaan. Het is dus niet bekend of, bijvoorbeeld, meer Utrechters naar Arnhem trekken, of naar de nabijgelegen kleinere gemeenten Duiven, Elst of Zevenaar.
We spreken met Niek Bargeman, senior adviseur bevolking en wonen bij de provincie Noord-Brabant, om te achterhalen of de provincie meer inzichten kan bieden. Bargeman legt uit dat de ‘B5’, ofwel de grote Brabantse steden Breda, Tilburg, Helmond, Eindhoven en Den Bosch, in 2020 een negatief binnenlands migratiesaldo kenden, 'een beeld dat we al enkele jaren zien'. Omliggende kleinere gemeenten hebben daarentegen de laatste jaren een positief saldo. ‘De druk op de woningmarkt in de grotere steden is en blijft groot’, verklaart Bargeman. ‘En het gros van de verhuisbewegingen is in de nabije omgeving.’
Het is dus aannemelijk dat iemand die uit Eindhoven vertrekt eerder in de buurt dan in de Randstad eindigt, net als dat het aannemelijk is dat een Rotterdammer eerder in de Rijnmondregio blijft dan naar Eindhoven vertrekt. Maar daarmee is er nog geen hard inzicht of vertrekkende Randstedelingen in dorpen of in steden eindigen. Voor iemand die uit Amsterdam naar Noord-Brabant trekt, zijn Breda of omliggende kernen als Rijsbergen of Gilze immers allebei ver weg. Verhuizen in de buurt speelt dan geen rol meer.
Gegevens over de precieze verhuisstromen tussen gemeenten, zowel binnen eigen regio als tussen verschillende regio’s, heeft de provincie nog niet beschikbaar, zegt Bargeman. Die komen pas in de loop van het jaar. 'Maar om uit de 2020-data dan ook al allerlei ‘corona-effecten’ te destilleren, lijkt voorbarig. Daarvoor zullen we de verhuisbewegingen over meerdere jaren, en vooral ook na corona, in ogenschouw moeten nemen', aldus Bargeman.