Nederland is al lange tijd een aantrekkelijke bestemming voor (internationale) bedrijven om zich te vestigen. Dat komt door het gunstige belastingklimaat in Nederland, maar ook door een gunstige geografische ligging en een vlotte logistieke infrastructuur. Daarnaast bieden wij een hoogopgeleide beroepsbevolking en een stabiele wetgevende en administratieve omgeving.

Het vestigingsklimaat staat wel onder druk. Enerzijds brengt de Brexit nieuwe bedrijven naar Nederland, anderzijds zorgen bouwonduidelijkheden door de stikstofcrisis of de economische recessie door de coronacrisis dat Nederland minder buitenlandse bedrijven aantrekt.

Belasting en internationals

Al enige tijd bestaat een hevige discussie over de inrichting van het Nederlandse belastingklimaat, een belangrijke factor in de vestigingskeuzes van deze bedrijven. Verschillende partijen willen inzetten op nieuwe EU-standaarden. De ChristenUnie, GroenLinks en de PvdA willen met nieuwe strengere vestigingseisen voor ondernemingen voorkomen dat er meer brievenbusfirma’s ontstaan. D66 pleit voor een Europees belastingplan, waarin de lidstaten van de Europese Unie jaarlijks afspraken maken om schadelijke belastingconcurrentie te voorkomen, om te zorgen voor een minimum belastingniveau voor de winstbelasting en werken en om ondernemen over de grens makkelijker te maken. De ChristenUnie wil vooral de krimpende winstbelasting van bedrijven stoppen. Ook pleit de partij voor een stijging van de internationaal lage kapitaalbelasting.

De PvdA is fel over het einde van het Nederlandse 'belastingparadijs' en wil onder meer de dividendbelasting verhogen naar 30 procent. Naast de SP gaat ook D66 mee in deze houding en neemt de recente adviezen van de Adviescommissie Belastingheffing van Multinationals over, waardoor internationale bedrijven eerlijker moeten gaan bijdragen. Om belastingontduiking tegen te gaan noemen ook de VVD en ChristenUnie het streven naar internationale afspraken. Deze laatste partij zet in op een Europees minimumtarief voor de vennootschapsbelasting van 15 procent. De FvD gaat tegen de meeste partijen in en streeft naar soepelere belastingen voor ondernemers.

Opvallend is de houding van de VVD. De partij benadrukt de oneerlijke concurrentie van buitenlandse, staatsgeleide bedrijven voor Nederlandse ondernemers, en steunt hierin het versterken van de overheid als marktmeester. Ook wil ze het budget en de bevoegdheden van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) uitbreiden, om buitenlandse bedrijven aan te trekken en te voorkomen dat bedrijven vertrekken, en mag het Nationaal Groeifonds gebruikt worden om te investeren in structureel groeivermogen.

Regio en infrastructuur

Nederland is trots op zijn economische mainports als Schiphol, de Rotterdamse Haven en het internetknooppunt AMS-IX, die Nederland de ideale toegangspoort van Europa maken. Toch moet de ruimtelijke indeling van het land herhaaldelijk herzien worden en blijft de druk op het vergroten van de infrastructuur groot.

Alle partijen streven dan ook naar een uitbreiding van de infrastructuur. Zo keuren bijvoorbeeld het CDA en D66 het oude denkpatroon van de Randstad tegenover de rest van het land af. Dit zou de ruimte om te groeien belemmeren en ontneemt het zicht op de toekomst die de regio kan bieden. Voor een betere koppeling tussen de Randstad en de rest van Nederland wil de partij inzetten op nieuwe hoogwaardige openbaarvervoersverbindingen. Ook benoemen ChristenUnie en D66 de ontwikkeling van regionale ecosystemen, zoals bijvoorbeeld het hightech cluster rond Eindhoven, de Foodvalley in Wageningen, greenport West Holland (glastuinbouwcluster) in Westland en de Energy Valley in Groningen, Friesland en Drenthe.

SGP, DENK, CDA, FvD en VVD benadrukken de aanleg van meer en snellere verbindingen met de buurlanden. De VVD wil voorrang geven aan vluchten die het (inter-)continentale netwerk en de hubfunctie van Schiphol versterken, en benoemt de beoogde groei van de luchthaven en de Rotterdamse haven. De overige luchthavens blijven de belangrijkste luchthavens voor vakantievluchten. De FvD gaat een stap verder en pleit voor een nieuwe luchthaven in de Noordzee, plus belastingvrije vliegreizen. Ook de PVV is tegen vliegtaks. De SGP streeft (net als PvdD) juist wel naar fors hogere vliegbelasting en een stop op de groei van Schiphol.

Werklocaties

GroenLinks wil een rem op de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen en pleit voor een 'open-ruimte-heffing', die bouwen in de open, groene ruimte fors remt. Daarnaast moeten bedrijventerreinen in het landschap passen, en als ze leeg komen te staan, kunnen de terreinen gebruikt worden als broedplaatsen, ateliers en woonruimte. De PvdD sluit aan op de transformatiewensen, en ontmoedigt nieuwbouw van kantoren. De SP pleit voor meer gemeentelijke mogelijkheden om leegstand aan te pakken.

D66 richt ook veel aandacht op het thema. Zij wil bedrijfshallen allereerst clusteren op bestaande terreinen, en de sloop en herstructurering daarvan laten betalen via een belasting op de onttrekking van de ruimte. Nieuwe distributiecentra staat de partij enkel toe bij knooppunten van goederenverkeer. Op bestaande bedrijventerreinen en in de nieuwe bedrijfsclusters richten ze zich op efficiënt en meervoudig ruimtegebruik. Bijvoorbeeld door parkeerruimte onder gebouwen, of groen en energieopwekking op gebouwen.

Als een van de weinige partijen benadrukt de SGP het stijgende aantal datacenters in Nederland. De partij wil een plan van aanpak om ervoor te zorgen de centers fors gaan besparen op hun energiegebruik. Ook de PvdD hekelt de energieslurpende datacenters en eist een rem op de bouw van nieuwe centra, maar erkent wel de wetgevingsvoordelen van centra in eigen land voor onze data.

In het streven naar een actief spreidingsbeleid wil het CDA dat het Rijk zoveel mogelijk flexwerkplekken in bestaande overheidskantoren inricht, zodat rijksambtenaren een deel van de week in Den Haag en een deel van de week vanuit hun eigen regio kunnen werken.

Bedrijf en omgeving

De partijen CDA, D66, VVD en ChristenUnie benoemen het belang van onderwijs voor het vestigingsklimaat. Door genoeg (internationale)scholen te spreiden kan men onder andere voorkomen dat jongeren wegtrekken uit krimpgebieden. Zeker in het beroepsonderwijs vormt een school een vestigingsfactor voor nieuwe economische activiteiten.

De ChristenUnie wil tot slot lokaal investeren door bedrijven in maatschappelijke en sociale projecten in de vestigingsregio onder aandacht brengen in intentieovereenkomsten met multinationals die zich in Nederland vestigen.