Door Kasper Baggerman en Marcel Bayer

Samen willen de partijen de schouders zetten onder het bouwen van een miljoen nieuwe woningen, met nieuwbouw en met transformatie, verspreid over de komende tien jaar. Daarmee willen de opstellers van de agenda het woningtekort terugdringen tot twee procent. De partijen willen een derde van de 100 duizend jaarlijkse woningen in het sociale segment bouwen, een derde in het middensegment en een derde in de vrije sector. De huurprijsstijging in het middeldure segment wordt gematigd en de huren in het sociale segment stijgen niet harder dan de inflatie.

‘We voelen ons allen verantwoordelijk voor de toekomst van het wonen in Nederland. Versnelling van de woonopgave kan alleen plaatsvinden als er samenspel is tussen alle partijen en tussen regionale kennis, regionale en provinciale regie, nationale regelgeving, voldoende instrumenten en financiële investeringen. Een gezamenlijke aanpak brengt met zich mee dat er op de hele woningmarkt wat gebeurt. In samenhang. Er is voor ons allemaal meer dan genoeg te doen. Laten we de mouwen opstropen’, lezen we in het document. Met de agenda leggen de partijen naar eigen zeggen de basis voor een ‘langdurige’ samenwerking.

Groen, inclusief en leefbaar

In de agenda presenteren de bouwers, ontwikkelaars, investeerders en overheden een breed palet aan maatregelen die de woningbouw vlot moeten trekken. Zo moeten er meer locaties voor woningbouw beschikbaar komen, moet industriële prefab woningbouw bouwtijden verkorten, moet de verdeling van verantwoordelijkheden van overheden helderder, moeten besluitvorming en procedures sneller en voorspelbaarder, moeten gemeenten en ontwikkelaars passende grondprijzen hanteren op basis van een residuele grondwaardeberekening.

Ook voor leefbaarheid en duurzaamheid is aandacht. Voor de leefbaarheid moeten gemeenten, corporaties en zorg- en welzijnsorganisaties intensiever met elkaar en bewoners samenwerken. Gebiedsgerichte aanpakken onder gemeenteregie zijn daarbij leidend. Voor het halen van duurzame ambities moet er volgens de agenda een landelijk uitvoeringsprogramma voor woningverduurzaming komen, waarbij gemeentes de lokale regierol hebben en draagvlak onder inwoners onontbeerlijk is.

Voor het betaalbaar houden van de verschillende opgaven willen de partijen dat rijksbijdragen structureler worden. Het gaat om de Woningbouwimpuls (één miljard euro, voor publieke onrendabele toppen bij woningbouwlocaties) en het Volkshuisvestingsfonds (450 miljoen, te investeren in leefbaarheid en verduurzaming van de woningvoorraad in meest kwetsbare gebieden). Maak van de woningbouwimpuls een meerjarig NOVI-impuls van twee miljard euro, en van het Volkshuisvestingsfonds een structurele regeling van 300 miljoen euro per jaar, stelt de Agenda. Verder moet afschaffing van de verhuurderheffing de slagkracht van de corporatiesector vergroten.

Peter Kerris, gedeputeerde wonen van de provincie Gelderland en vanuit het IPO bij het opstellen bij de agenda betrokken: ‘Deze actieagenda vraagt om een structurele inzet. Niet alleen van de Woningbouwimpuls, maar ook van het Volkshuisvestingsfonds. We hebben deze programma’s langjarig nodig. We werken de tekorten aan woningen niet in een paar jaar weg, met even een impuls. We moeten niet alleen bijbouwen, maar ook transformeren en herstructureren, op complexe locaties. Dat kan alleen als we er samen, structureel en langdurig de schouders onder zetten.’

De partijen presenteerden de actieagenda vanochtend aan Tweede Kamerleden Paul Smeulders (GroenLinks), Daniel Koerhuis (VVD), Sandra Beckerman (SP) en Julius Terpstra (CDA). Het zijn stuk voor stuk Kamerleden die zich de afgelopen tijd profileerden op woningmarktbeleid. Terpstra: ‘Ik ben blij dat een groot aantal organisaties elkaar gevonden heeft in deze agenda. De doelstellingen om meer te bouwen voor alle doelgroepen ondersteun in van harte.’

Bekende geluiden

Wat opvalt bij de gepresenteerde maatregelen: erg vernieuwend zijn ze niet. Oproepen tot bijvoorbeeld een ‘eerlijker’ grondbeleid, snellere procedures, betere samenspraak tussen overheden (en markt) en meer inzet op industrieel bouwen klonken het afgelopen jaar al vaker, ook vanuit de bij de agenda aangesloten partijen. Zo pleiten corporatiekoepel AEDES en huurdersvereniging Woonbond al langere tijd voor afschaffing van de verhuurdersheffing. Bouwend Nederland, De Bouwagenda en WoningBouwersNL zetten al geruime tijd in op fabrieksmatig prefab bouwen. En de ‘Woningbouwalliantie’ liet in september 2020 al weten positief te staan tegenover de Woningbouwimpuls, maar pleitte ook direct voor een structurelere benadering, net zoals nu in de Actieagenda. De bij de alliantie betrokken partijen vertonen grote overlap met de opstellers van de agenda. Zo zijn de G40, het IPO, Bouwend Nederland, Aedes, de NVM, de IVBN en de NEPROM bij beide initiatieven aangesloten. De geluiden vanuit de overheden en marktpartijen zijn dus reeds bekend bij het kabinet en de Kamer. De organisaties zijn goed in het sturen van brieven naar ministers en de Eerste en Tweede Kamer, en in het uitbrengen van visies, onderzoeken en persberichten.

Een deel van de aangedragen oplossingen zit ook al (deels) verankerd in bestaand beleid. Zo is er vanuit de woondeals, die het ministerie van BZK met stedelijke regio’s sluit, reeds aandacht voor de verschillende knelpunten bij woningbouw. Er wordt gekeken naar concrete versnellingslocaties en er wordt gekeken naar de plancapaciteit. Bij de deals betrokken wethouders gaven eerder aan tevreden te zijn met de bestuurlijke samenwerkingen die uit de deals ontstaan.

Veel belangen

Belangrijk om in het achterhoofd te houden bij deze Actieagenda zijn de verschillende belangen die de betrokken partijen dienen. De NEPROM vertegenwoordigt de projectontwikkelaars, de IVBN de institutionele beleggers, Bouwend Nederland de bouwers, Aedes de corporaties, de G40 en de VNG de gemeenten, en het IPO de provincies. Stuk voor stuk zijn het belangenbehartigers, met een eigen tevreden te houden achterban.

Dat geven de partijen overigens netjes toe in de agenda: ‘Natuurlijk zijn we het niet overal over eens: allemaal behartigen we een specifiek belang. Bewoners moeten erop kunnen rekenen dat hun woonlasten betaalbaar blijven. Beleggers, ontwikkelaars en de bouw willen redelijke investeringsvoorwaarden om aan de vraag naar woningen te kunnen voldoen. Gemeenten en provincies willen op regionaal niveau afspraken kunnen maken over de brede aanpak van het wonen. Woningcorporaties willen ruimte om volkshuisvester te kunnen zijn’.

Brede steun en langjarige inzet maken toch van belang

Je zou de Actieagenda dus kunnen zien als een samenraapsel van verschillende en soms botsende belangen, waar verschillende vertegenwoordigers hun plasje over hebben gedaan. Maar volgens betrokkenen is de agenda meer dan dat. De kracht zit hem volgens hen juist in de brede samenwerking, met een inzet voor langere termijn. ‘Op zich zijn de meeste voorstellen niet nieuw. Wat het uniek maakt, is dat er een brede coalitie achter staat. Er worden ook afspraken gemaakt over aantallen per woonsegment. We schetsen een helder perspectief wat een kabinet kan verwachten als de verhuurderheffing wordt geschrapt. Dat is nieuw,’ laat een woordvoerder van de VNG weten.

‘Ik vind dit een goed voorbeeld van hoe je met zo’n brede alliantie, met bijvoorbeeld ook organisaties als de Woonbond en zorgpartijen, laat zien dat je alles gaat doen om het woningtekort zo snel mogelijk terug te dringen’, geeft gedeputeerde Kerris aan. 'We doen een beroep op de Rijksoverheid om ons daarbij te helpen. Wij, de decentrale overheden en het maatschappelijk midden, laten zien dat we best stappen willen zetten.’

Ed Anker, wethouder ruimtelijke ordening in Zwolle, zegt de oproep nadrukkelijk te steunen. ‘De nood is hoog. Er moet wat gebeuren. De enige manier waarop je dat voor elkaar krijgt is de handen ineen te slaan.’ Dat een meerjarige inzet van een brede groep partners nodig is voor succes, maakte Anker reeds mee in eigen gemeente. Het Zwols Concilium werkt daar samen met ontwikkelaars, bouwers, corporaties en de overheid aan een integrale woningbouwaanpak met oog voor ontmoeting, zorg, voorzieningen en leefbaarheid. Anker: ‘Dat is vier jaar lang consequent en in samenhang naar die afgesproken doelen toewerken. Daar lijkt het op, en dat heeft grote meerwaarde’. Ook het pleidooi voor structurelere organisatie van rijksgelden ondersteunt hij. Zwolle ontvangt geld uit de tweede tranche van de woningbouwimpuls. ‘Daar zijn we erg blij mee. Wel dacht ik tot voor kort bij elke regeling: wat moet ik doen? Wat moet ik invullen? Het kost veel energie en capaciteit om elke keer als er weer een nieuwe regeling is te moeten reageren, te doorgronden wat er precies kan, en hoe je het moet doen.’

Verder is het vooral het moment van uitbrengen dat verschil maakt tussen eerdere pleidooien van de markt- en overheidspartijen. De verkiezingen naderen. Waar eerdere oproepen bij minister Kajsa Ollongren van BZK soms op dovemansoren stuitten, biedt een nieuw kabinet kansen. Daarbij blijft wel gelden dat de partijen elk zo hun eigen ideeën hebben over het hoe en wat van de woningmarkt. Of de aangedragen acties in de agenda dus navolging krijgen, blijft afhankelijk van de politiek.

De 34 partijen
Aannemersfederatie Nederland (AFNL), ActiZ, Aedes, ANBO, Centrum Hout, Energie-Nederland, De Bouwagenda, de Nederlandse ggz, Divosa, FME, G40, Interprovinciaal Overleg (IPO), Kences, Koninklijke Bouwend Nederland, Koninklijke Hibin, Koninklijke NLingenieurs, Koninklijke OnderhoudNL, Nederlandse Coöperatieve Vereniging van Makelaars en Taxateurs (NVM), Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA), Nederlandse Vereniging van Banken, Nederlandse Vereniging Toeleverende Bouwmaterialenindustrie (NVTB), NEPROM, Netbeheer NL, Romazo Professionals, Sociaal Werk Nederland, Techniek Nederland, Valente, Vastgoedmanagement Nederland, Verbond van Verzekeraars, Vereniging Eigen Huis, Vereniging Nederlandse Gemeenten, Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland (IVBN), WoningBouwersNL, Woonbond