Een gezonde leefomgeving kan op meerder manieren gedefinieerd worden, stelt Hanneke Kruize, onderzoeker bij het RIVM en kartrekker van de innovatielijn Gezonde Gebiedsontwikkeling van de Data- en Kennishub Gezond Stedelijk Leven. In de innovatielijn wordt binnen living labs een inschatting gemaakt van de gezondheidswinst binnen gebiedsontwikkeling. Kruize: ‘De gezonde stad is een stad waar de druk op gezondheid laag is. Het is een stad die uitnodigt tot gezond gedrag en dit stimuleert. En het is een stad waar het prettig is om te wonen, werken, creëren en ontmoeten. Een gezonde stad is bovenal een samenhang van meerdere factoren.'
Eén succesformule is er niet. Desondanks zijn er een aantal aanbevelingen te doen. Zo is het volgens Kruize belangrijk vanaf het begin aandacht te hebben voor gezondheid in de plannen, door gezondheid centraal te stellen, maar deze ook te koppelen aan andere thema’s. Belangrijk is ook samen te werken over domeinen heen, met bewoners en andere stakeholders. Heb daarbij ook oog voor kwetsbare groepen, zegt Kruize. En monitor en leer samen. ‘Montoren en evalueren gebeurt nog te weinig. Wat is het effect, wat kunnen we leren? Als het gaat om de gezonde stad is niet alleen de inhoud, maar ook het proces interessant. De gezonde stad is nooit af.'
Hoe die gezonde stad vorm kan krijgen, zien we in Utrecht. In Cartesius, een oppervlakte van 15 hectare omsloten door het industriële CAB-gebouw en sporen bij Utrecht centraal, moet in 2028 een nieuwe gezonde, autoluwe en ov- en fietsvriendelijke wijk gerealiseerd zijn. In het koersdocument stelden de gemeente Utrecht en NS in 2017 de kaders voor de ontwikkeling van de gezonde stadswijk. Cartesius wordt een gebied met ruimte voor wonen, werken, recreatie, ontmoeting en natuur.
Uitganspunten
In 2018 werd de opdracht gegund aan het Consortium Cartesius, bestaande uit onder meer ontwikkelaars MRP Development en Ballast Nedam Development. Blue District, het plan waarmee het consortium de opdracht won, was geïnspireerd op het gedachtegoed van de ‘blue zones’ die Dan Buettner in 2005 omschreef in het National Geographic-artikel The Secrets of Long Life, over plekken op de wereld waar mensen langer leven dan gemiddeld. Buettner formuleerde gewoontes die tot zo’n langer leven zouden leiden, zoals een sociale omgeving en verbinding. ‘Negen elementen hebben we serieus opgepakt en proberen we te implementeren in het plan’, zegt Marco Teuns, projectdirecteur Ballast Nedam Development.
Gekeken werd hoe de lessen uit de blue zones vertaald konden worden naar de ruimtelijke opgaven in Cartesius. In die vertaling is onderscheid in ruimtelijke opgaven gemaakt tussen "hardware" en "software". Onder de hardware horen bijvoorbeeld de mobiliteit, het groen en de bodem. Onder de software vallen vier centrale thema’s: zingeving en ontspanning, ontmoeten, gezonde voeding en beweging.
De "softe elementen" zijn richtinggevend voor de hardware. Dat betekent dat bij keuzes voor de hardware telkens wordt gekeken in hoeverre deze bijdragen aan het ontmoeten, het bewegen, aan de zingeving. Teuns: ‘Bij elke keuze, al gaat het om partijen die in het gebied actief worden, wordt gekeken of deze binnen de formule past.’
Als voorbeeld noemt Teuns de komst van een supermarkt. Dit bedrijf zal moeten kijken in hoeverre het past binnen de thematiek van gezonde voeding. Voor de nieuwe school in het gebied wordt gekeken naar mogelijke interactie met de supermarkt. ‘Zodat die kinderen ook echt in aanraking komen met gezonde voeding en dat de supermarkt daar aan bijdraagt, bijvoorbeeld door elementen van moestuin te faciliteren.’
Gebruik faciliteren
Zicht op groen speelt een belangrijke rol in het uitnodigen tot gebruik van de ruimtes. Alle woningen in het gebied worden zo goed mogelijk geconcentreerd om het Cartesius park of de collectieve binnentuinen. Daarnaast moet het park uitnodigend, veilig en toegankelijk zijn, zodat het gezamenlijk ontmoeten wordt gefaciliteerd. Teuns: ‘Een park levert zo een enorme bijdrage aan het ontmoeten en daarmee bewegen en heeft voor de natuur een positieve bijdrage. Je ziet dat een functie op heel veel onderdelen een positieve invloed heeft.’
Belangrijk is volgens Teuns niet van tevoren alles te verzinnen, maar om als gebiedsontwikkelaar de ruimte te bieden aan bottom-up ontwikkelingen en deze te faciliteren. ‘Je wilt plekken zo aanbieden dat bewoners er zelf mee aan de haal gaan’, zegt ook stedenbouwkundige Otto Diesfeldt van architectenbureau Mecano. ‘Belangrijk was bijvoorbeeld het organiseren van gemeenschapszin’, zegt Diesfeldt. ‘Dat klinkt wellicht wat dwingend, maar het is juist het tegenovergestelde. Je wilt faciliteren door bepaalde dingen níét vast te leggen. Gebieden in het park worden gedefinieerd maar niet ingevuld. Op het moment dat de bewoners van het gebied eenmaal in beeld zijn, kunnen zij die plekken zelf eigen maken.’
Dat geldt niet alleen voor het park, maar ook voor andere openbare ruimtes. ‘Ik stel de community space voor als een lege plek waar je zo min mogelijk aan moet doen’, zegt Diesfeldt over een van de community spaces, een gebied van ongeveer 100 vierkante meter dat in Cartesius de schakel tussen de collectieve tuinen en het park vormt. ‘Mensen die geen tuin hebben, hebben er bijvoorbeeld de mogelijkheid om een barbecue te organiseren. En omdat het aan het park ligt kunnen er ook grotere bijeenkomsten plaatsvinden. Op die manieren proberen we te kijken: welke leegtes moet je nu meenemen (in je plan/ontwerp, red.), zodat andere mensen het kunnen gebruiken? Dat is wat mij betreft de oefening: proberen ruimte te laten voor dingen waarvan we nu nog niet weten dat ze gaan gebeuren.’
Rol gemeente
De basis voor de ontwikkeling de gezonde stadswijk Cartesius werd gelegd in het Koersdocument Cartesiusdriehoek van gemeente Utrecht en NS. Daarin werden de ambities uitgesproken voor het realiseren van een gezonde stadswijk. Voor het koersdocument zijn randvoorwaarden geschetst en ambities geformuleerd, zegt Jeroen Koning, adviseur gezonde leefomgeving bij de gemeente Utrecht. ‘Dat (aandacht voor een gezonde leefomgeving, red.) komt ook vanuit een breed perspectief, zoals een Nota Volksgezondheid of Bouwen aan een gezonde toekomst, met aandacht voor gebiedsontwikkeling én gezondheid.'
Koning: 'In de recente Ruimtelijke Strategie Utrecht wordt aandacht besteed aan de tienminutenstad, waarin je onder meer zorgt dat de voorzieningen dichtbij zijn. Dat zijn allemaal dingen die in het ruimtelijk domein een plek krijgen, maar gezondheidseffecten met zich meebrengen. Dat helpt ons als adviseurs, maar het zorgt er ook voor dat gezondheid niet alleen iets is van de afdeling volksgezondheid, maar ook mobiliteit of stedenbouw.’
De vraag is ook of de markt ondertussen al intrinsiek genoeg gemotiveerd om het thema gezondheid helemaal zelfstandig op te pakken, zegt Teuns over de basis die Utrecht legde. ‘Of ligt hier juist een hele belangrijke rol voor gemeenten en provincies om daar een meer leidende rol in te nemen, om het brede pallet van gezonde verstedelijking door ontwikkelaars goed ingevuld te laten worden?’
De themasessie 'Gezonde verstedelijking' kunt u hier terugkijken.