Zo zou de elektrificatie in de industrie al moeten leiden tot 4,2 megaton CO2-reductie, pakweg een derde van de reductie-opgave van deze sector. Op basis van vier ketens is onderzocht hoe de agenda eruitziet. Elektrische boilers in de industrie, grootschalige industriële warmtepompen, grootschalig waterstofproductie uit elektrolyse en een warmtenet met centrale warmtepomp en aquathermie.
De conclusie van CE Delft: ‘Als we uitgaan van de gemiddelden, ligt de doorlooptijd voor het totaal van de vier bestudeerde ketens tussen de 8,5 en 10,5 jaar. De volledige bandbreedte van realisatie van alle ketens ligt tussen de 6,5 en 16 jaar. Dit betekent dat elektrificatietrajecten nu, maar uiterlijk binnen de komende 0,5 tot 2,5 jaar moeten starten om operationeel te zijn in 2030,’ aldus het onderzoek. De precieze locatie en met name de beschikbare ruimte op het elektriciteitsnet maken daarbij wel verschil: dit vraagt dus ook maatwerk.
Volgens de eerdergenoemde partijen lijkt Parijs misschien nog ver, maar is 2030 dichterbij dan we denken. Daarom zijn er voor de zomer beslissingen nodig aan de formatietafel. ‘Het gaat om complexe en samenhangende investeringen die gecoördineerd in gang moeten worden gezet. Bovendien is het van belang om meteen verder vooruit te denken.’
Netverzwaring
Netverzwaring wordt gezien als snelheidsbepalende stap. ‘Snelle ruimtelijke besluitvorming is daarom doorslaggevend om het net tijdig te kunnen aanpassen. Ook is het belangrijk om te kijken hoe vergunningsprocedures kunnen worden ingekort.’
Frans Rooijers van CE Delft zegt dat er momenteel een kip-ei-situatie bestaat. ‘De industrie kan niet beslissen om op elektrische alternatieven over te stappen, omdat die capaciteit er niet ligt. En de netbeheerder kan niet gaan investeren, omdat er nog geen officieel verzoek van de bedrijven ligt.’
Eerder schreef Stadszaken ook al over de capaciteitsproblemen waar het elektriciteitsnet mee te maken heeft. Zo brengt bijvoorbeeld ook de transport van stroom ook problemen met zich mee. Netbeheerder Liander wil niet spreken van een stroomcrisis, maar staan we in ons land voor een uitdaging van grote omvang. ‘Dit vraagt om intensieve samenwerking met gemeenten, provincies en andere partners binnen en buiten de energiesector.’