Door Frank Stroeken, landschapsarchitect en ateliermeester bij AtelierOverijssel. Stroeken werkte mee aan de publicatie De boom in Overijssel. Dit artikel verscheen in uitgebreidere vorm in vakblad Groen 1-2021.
Expliciete aandacht voor de boom vanuit een regionaal perspectief, dat was de insteek van de publicatie De boom in Overijssel. We keken breed en onderzochten geschiedenis, verantwoordelijkheid, klimaatverandering, functioneel gebruik van bomen en kunstinterpretaties. Natuurlijk ging het daarbij ook over de ruimtelijke problemen die de overheden in Overijssel geacht worden op te lossen. Deze zijn talrijk en hangen veelal samen: klimaat, biodiversiteit, economie, landbouw, gezondheid en leefomgeving roepen allemaal om aandacht. Door de boom als invalshoek te nemen kan een onconventionele benadering ontstaan van deze opgaven. In dit artikel gaan we in op enkele inzichten en oplossingen.
Bijzondere aandacht ging naar de vraag: waar in Overijssel moeten de 3700 hectare nieuwe bomen komen vanuit de Nationale Bossenstrategie? Deze stelt voor om 37.000 hectare bos of bomen te planten in de komende 10 jaar. De provincie Overijssel neemt hiervan ongeveer 10 procent voor haar conto: circa 3700 hectare bos, evenveel als de Sallandse Heuvelrug. Dit is een stevige ruimtelijke uitdaging. Waar planten we die bomen? Hoe kom je aan de beoogde oppervlaktes? Ga je voor de laagste kosten? Of ga je voor de hoogste baten? En over wat voor baten hebben we het dan?
Ruimtelijke planning
Bomen zijn in staat om veel waarden tegelijk te bieden. Het benutten van de multifunctionaliteit van bomen is echter in beleid en uitvoering een grote uitdaging! De boom wordt met name besproken binnen een sector van deskundigen die samen talloze boomvisies en beheerplannen maken. Maar hoe groot de rol van bomen wordt in het toekomstige landschap, wordt grotendeels ergens anders bepaald: in omgevingsvisies, stedenbouwkundige plannen en in klimaatbeleid.
In de publicatie De Boom in Overijssel beijveren we dat de noodzaak om CO2 vast te leggen in bos en bomen vertaald wordt naar talrijke waarden die de samenleving kan gebruiken. Laat die bomen tegelijk oogst, koelte, waterberging, wandelruimte, natuurbiotoop en ontroering brengen. Dit kan uitvergroot worden naar de grote beleidsopgaven die we hiervoor al noemden. Bomen kunnen Overijssel waardevoller maken.
Om deze waarden optimaal te benutten, is aandacht nodig vanuit andere sectoren dan van bomenspecialisten of ecologen. Interactie tussen strategische planners en bomenexperts is nodig. Werk samen in omgevingsvisies, ga ontwerpend aan de slag in stad en landschap en denk creatief over het economisch kapitaal van de toekomst. Er zijn genoeg voorbeelden van plekken waar bomen volop bijdragen aan economische waarden in woon- en werkmilieus. Burgers kunnen hier trouwens goed over meedenken. Zij zijn immers niet sectoraal opgeleid in slechts een aspect van de boom.
De rol van bomen wordt grotendeels bepaald in omgevingsvisies, stedenbouwkundige plannen en klimaatbeleid
Als we zo nieuwe ruimte voor bomen verkennen, zal blijken dat bomen de meeste waarde krijgen dicht bij de plekken waar mensen wonen. Een boom in een park of een bos aan de rand van de wijk wordt meestal op handen gedragen. ‘Kom je aan bomen dan kom je aan mensen’, zoals een Amsterdamse parkbeheerder het verwoordt.
Op een abstracter niveau kan gesteld worden: zoek naar een optimum van culturele, natuurlijke en economische waarden. Bij natuurlijke waarden hoort ook de bijdrage aan de biosfeer waarin de mens gedijt. Denk inclusief en zorg voor synergie.
Ouderdom
De meeste bomen in Nederland worden niet ouder dan enkele decennia. Straatbomen worden gemiddeld na 35 jaar gekapt. Het zijn pubers op weg naar volwassenheid. Vraag een dendrochronoloog wat een oude boom is en je hoort: vanaf 250 jaar (Trouet, 2020). Dit is belangrijk wanneer het gaat om de aanleiding voor de nationale bossenstrategie. Bomen moeten aangeplant worden om CO2 vast te leggen. Een dikke (oude) boom legt veel meer CO2 vast dan een dunne (jonge) boom. En een dikke boom oogst bewondering en ontzag bij omwonenden. Dit is een win-winsituatie: laat bomen groot en oud worden. De bescherming voor bomen groeit met hen mee. Kunstenares Lobke Meekes introduceert hiervoor het woord “boomtijd”.
Ruimte bieden voor bomen vereist ook veel aandacht vanuit stedenbouwkundig oogpunt
Daarnaast is aandacht nodig voor de omgang met hout. Een grote kans voor het klimaat zit in het vervangen van beton door hout. In duurzame gebouwen kan hout (en dus CO2) langdurig vastgelegd worden, bij voorkeur in circulaire bouwprocessen. De transitie naar houtbouw verhoudt zich op twee wijzen met de wens om bomen oud te laten worden. Enerzijds is er noodzaak selectief oude bomen voor hun hout te benutten. Dikke bomen leveren relatief veel bruikbaar hout en weinig onbruikbare delen (bast, et cetera).Laat dus niet al het hout in het bos liggen voor natuurlijk verval.
Anderzijds blijft productiebos denkbaar: houtteelt met snelgroeiende soorten die verlijmde houtproducten aan de bouw kunnen leveren. Dit kan bijvoorbeeld met windbossen waarin grote windturbines gecombineerd worden met bomen die turbines als het ware met het landschap verzoenen.
Waardestijgingen
Plaats bomen dicht bij mensen, in gebieden waar mensen dagelijks kunnen genieten van bomen. In dorps en stadsranden worden bomen intensief beleefd. De grondkosten zijn hier hoger maar de maatschappelijke baten ook. Recent onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen toont zelfs waardestijgingen tot 16 procent. Maak dorpsbossen en leg met bomen nieuwe recreatieve relaties tussen mens en landschap, op loopafstand van woongebieden. Ruimte bieden voor bomen vereist ook veel aandacht vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Ontwikkel nieuwe boomrijke woonvormen, bijvoorbeeld met collectieve tuinen die meer ruimte voor bomen bieden dan kleinere private stadstuinen. De ruimte onder een boom biedt bovendien kansen voor een collectieve ruimte met een schommel aan de takken.
- Kies voor verkeersconcepten waarin ruimte voor bomen tussen woningen ontstaat. En pas op met vergaande inbreiding als hierdoor de ruimte van bomen wordt beperkt. Stedelijke uitbreiding is ook nog altijd een mogelijkheid!
- Ruim wonen met veel bos past bij de traditie van Overijsselse landgoederen. Geen andere provincie heeft zoveel particulier boombezit. Bied ruimte voor nieuwe landgoederen. Plant nieuwe lanen en kom met nieuwe boswoonconcepten.
- Geef aandacht aan de ondergrondse ruimte voor bomen. En wees bewust van bovengrondse concurrentie die zal toenemen. Er worden veel zonnepanelen op daken en zelfs op gevels van woningen gepland. Deze kunnen allemaal conflicten oproepen over schaduw en opbrengstderving. Innovatieve stedenbouw die ruimte houdt voor grote bomen is gewenst.
Als richtsnoer voor nader onderzoek adviseren we om per gemeente 100 hectare bos in en aan de rand van woongebieden te ontwikkelen. En bij de grote steden kan dat meer zijn.