Uit onderzoek door de Radboud Universiteit en Floron blijkt dat ruim 60 procent van de 2.438 in Nederland in het wild waargenomen uitheemse plantensoorten soorten zijn die verhandeld worden (sierplanten). Het zijn planten die zich vanuit tuinen naar natuurgebieden en het openbaar groen verspreiden, doordat ze uitzaaien, of doordat mensen er planten of plantresten achterlaten. Van de 1.529 verwilderde sierplanten hebben 158 planten zich ook gevestigd (ze planten zich voort). 63 daarvan zijn (potentieel) invasief. Het gaat bijvoorbeeld om de Japanse duizendknoop, watercrassula, reuzenbalsemien en reuzenberenklauw.
Risico’s exoten
Die (potentieel) invasieve soorten vormen een probleem, omdat ze inheemse planten kunnen verdringen, en zo een gevaar vormen voor de biodiversiteit. Als planten zich in Natura 2000-gebieden vestigen kunnen ecologische doelen in gevaar komen, stelt Bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO), dat naar aanleiding van het onderzoek advies uitbracht aan de inspecteur-generaal (IG) van de NVWA.
Daarnaast kunnen de planten schade toebrengen aan bouwwerken en, door de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, voor gezondheidsklachten zorgen. In het rapport spreekt BuRO tevens van economische schade door beheer- en bestrijdingskosten en kosten door bijvoorbeeld schade aan bouwwerken en natuur, al is niet bekend om welk bedrag het gaat.
Aanscherping importeisen
In het rapport worden 13 adviezen gegeven. De auteurs adviseren de Inspecteur Generaal in gesprek te gaan met het ministerie over mogelijke aanscherping van de importeisen van sierplanten. Een andere aanbeveling luidt in maatregelen om de 'insleep' exoten verder terug te dringen te bespreken. Ook moet er bij lokale overheden op worden aangedrongen dat zij inwoners informeren over de risico’s en onbedoelde verspreiding van invasieven voorkomen.
Floron en de Radboud Universiteit besteedden in hun onderzoek expliciet aandacht aan burgerparticipatie. Meer bewustzijn kan ervoor zorgen dat inwoners geen (potentieel) invasieve planten meer kopen of deze verwijderen uit hun tuin. Daarnaast kunnen zij meehelpen aan de inventarisatie van invasieven, aldus de auteurs.
Toenemend aantal
BuRO spreekt van een ‘sterk stijgende trend’ in het aantal invasieve planten dat voor het eerst wordt waargenomen. Een trend die bij eenzelfde beleid onveranderd doorzet, verwachten de auteurs. ‘Een verklaring voor de sterke toename van eerste waarnemingen van nieuwe sierplantsoorten in de afgelopen decennia is de globalisering van de handel in sierplanten’, zo lezen we in het rapport.
Het CBS meldde in 2017 dat invasieve exoten zich steeds meer verspreiden. Het aantal kilometerhokken waarin tijdens inventarisatie uitheemse invasieve planten werden gevonden, is in de periode 2007 tot 2016 ruim verachtvoudigd ten opzichte van de periode voor 1997.
Unielijst
De Japanse duizendknoop is een voorbeeld van een plant die ooit in Nederland werd geïntroduceerd als tuinplant. De plant ziet eruit als een onopvallende struik, maar kan onder de grond veel schade aanrichten aan wegdek, rioolbuizen en fundering. Hij verspreidt zich gemakkelijk en is moeilijk te bestrijden.
Op de in 2016 geïntroduceerde Europese Unielijst staan planten en dieren die inmiddels niet meer gekweekt, verhandeld of getransporteerd mogen worden omdat ze schade aanrichten. Maar sommige invasieve soorten, zoals de Japanse duizendknoop, worden gewoon verkocht, aldus het adviesrapport. Vlak voor het uitkomen van het advies verbood minister Schouten de handel in drie soorten Aziatische duizendknopen, waaronder de Japanse. Het verbod maakt het voor toezichthouders en handhavers mogelijk op te treden tegen de laatste incidentele handel.