De heren willen dat automobilisten op lokale en regionale knelpuntlocaties gaan betalen voor gebruik van een weg, om zo de noodzakelijke mobiliteitstransitie te ondersteunen. Dit kan op verschillende manieren uitgevoerd worden. Je kan op de snelwegen portalen neerzetten, maar ook in de stad zelf. Lek: ‘Dit is afhankelijk van de regio. In Amsterdam speelt het autoluw maken van de binnenstad, dus kan je juist mensen laten betalen als ze over de binnenwegen rijden. In andere steden draait het misschien meer om het ontlasten van de ringwegen. Ook kan er onderscheid gemaakt worden op basis van tijden, doelgroepen en type auto.’

Lek zegt dat er op dit moment wel gepraat wordt over landelijke heffingen, zoals spits- en kilometerheffing, maar dat cordonheffing veel effectiever is. Juist omdat maatwerk nodig is om een aantal (stedelijke) uitdagingen uit de weg te ruimen. ‘Als je wil gaan verdichten, dan moeten minder mensen met de auto reizen. Anders loopt het qua congestie en vervuiling de spuigaten uit. Daarom is cordonheffing uitermate geschikt voor de grote- en middelgrote steden. In Amsterdam en Utrecht, maar ook in Eindhoven, Arnhem en Zwolle bijvoorbeeld.’

Behoudens het milieu- en leefbaarheidsaspect is cordonheffing ook goed voor de gemeente- en staatskas. Naast het compenseren van de afnemende inkomsten uit brandstofaccijnzen (door elektrisch rijden) kan het geld gebruikt worden voor investeringen in openbaar vervoer, zoals het doortrekken van de Noord/Zuidlijn. Lek: ‘Je merkt ook dat een partij als de VVD, die zicht eerst verzette tegen rekeningrijden, nu ook oog meer oog heeft voor betalen naar gebruik. Toch moeten er in Den Haag nog wel wat stappen gezet worden. De regionale politiek is er klaar voor, maar de landelijke politiek nog niet.’

Peter Colon geeft aan dat de techniek het probleem in ieder geval niet is. Volgens hem is de die voorhanden en zijn er genoeg (succesvolle) internationale voorbeelden. Van Stockholm tot Londen. Wel moet er geïnvesteerd worden. ‘In de eerste stad moet je volgens een verkenning van het CPB rekening houden met een investering van in ieder geval 200 miljoen, in de volgende steden daalt dat bedrag tot € 100 miljoen. Daarna heb je alleen onderhoudskosten. Per jaar kan, afhankelijk van het type heffing, zo’n dertig tot tachtig miljoen euro verdiend worden. Ik ga echter niet over de prijzen en de precieze uitvoering. Dat is aan de politiek.’

De zelfstandig adviseur vindt het niet oneerlijk dat mensen in steden, door cordonheffing, meer moeten gaan betalen dan mensen in bijvoorbeeld een Drents dorpje. ‘In steden heb je veel meer alternatieve vervoersmethoden. Zo is de dekking van het openbaar vervoer in steden beter. Een auto is daar minder noodzakelijk, terwijl een auto in een dorpje onmisbaar is met het oog op sociale mobiliteit. We vinden het ook niet gek dat je in de stad meer betaalt voor een huis. Cordonheffing is juist eerlijker. Je betaalt voor gebruik en niet voor bezit.’

Met apps, borden en voorlichtingscampagnes kunnen Nederlandse inwoners op de hoogte worden gehouden van plekken waar extra betaald moet worden. Zo ver is het nog niet. Cordonheffing is qua wetgeving nog niet mogelijk. Lek: ‘We moeten een herziening van belastingstelsel doorvoeren. Dit kan het eerstvolgende kabinet doen. Hopelijk dat we in Nederland vanaf 2025 van start kunnen gaan met cordonheffing. Om dit doel te halen moet dit instrument nu wel op de agenda gezet worden.’