Gemeenten zullen het meeste geld (tussen de 1.1 en 1.7 miljard euro) moeten neertellen voor de implementatie van de Omgevingswet. Provincies betalen rond de honderd miljoen euro en Waterschappen en het Rijk zijn respectievelijk ongeveer zeventig en tachtig miljoen euro kwijt.
KPMG heeft bewust geen gemiddeld bedrag per organisatie berekend, omdat de kosten per gemeente, waterschap en provincie sterk uiteen lopen.
Opleidingen en organisatieveranderingen zorgen onder andere voor de eerdergenoemde kosten. Daarnaast is het ontwikkelen van een veilig en gedegen ICT-systeem een kostbare, tijdrovende en tot nu toe moeizame klus, doordat verschillende systemen van overheden aan elkaar gekoppeld moeten worden.
De Omgevingswet moet de wet- en regelgeving voor het beheer van de openbare leefomgeving versimpelen. Tientallen wetten en honderden regels worden gebundeld in één nieuwe wet. De invoering van de wet is, mede door de grootte van de operatie, meerdere keren uitgesteld. In eerste instantie zou de wet in 2017 in werking treden, nu is 1 januari 2022 de beoogde datum. Om de betrokkenen goed voor te bereiden is de routekaart ‘Route 22’ opgesteld, waarin staat wat per bestuurslaag op welk moment moet en mag.