Voor het eerst sinds 2015 is het aantal gebouwde nieuwbouwwoningen gedaald. Deze afname is niet onverwacht. Sinds 2019 loopt het aantal vergunde nieuwbouwwoningen terug, wat een indicator is voor de te komen nieuwbouw. Of de daling door de stikstof- en PFAS-problematiek of door het lagere aantal bouwplannen komtm is niet duidelijk, meldt Peter Hein van Mulligen van het CBS aan de NOS. Omdat de praktische gevolgen van de uitstootdiscussie zo’n twee jaar duren, kunnen die effecten pas echt te zien zijn in de cijfers van 2021 en 2022.
Transformatiewoningen
Het kabinet doelt op jaarlijks 75.000 nieuwe woningen tot 2025. De huidige daling in nieuwbouw betekent niet dat dit streven niet is behaald. De woningmarkt verandert namelijk ook door sloop, splitsing of samenvoeging en door transformatiewoningen. Dat zijn woningen die ontstaan door verbouwing van bestaande panden, zoals appartementen in kerken of kantoren.
In oktober publiceert het CBS de cijfers van nieuwe transformatiewoningen. In 2019 waren dit er 12,5 duizend. Voor 2020 verwacht het Rijk dat de teller op 10.000 bleef staan. Ook zijn de huidige CBS-cijfers voorlopig. In mei 2021 komen de definitieve en naar verwachting hogere cijfers beschikbaar. Hierdoor lijkt de doelstelling van 2020 toch behaald.
Harde groei Flevoland
In Zuid-Holland werden met ruim 15 duizend de meeste woningen gebouwd. Den Haag neemt hier na enkele jaren het bouwstokje van Amsterdam over, en gemeente Zoetermeer groeide met zes procent relatief het hardst. De 202 nieuwbouwwoningen vallen daar goed te verklaren door de flinke bevolkingsgroei. Na Zuid-Holland volgen provincies Noord-Holland en Brabant met ruim 10 duizend woningen. Waar Limburg relatief het minst groeide, staat Flevoland juist bovenaan met een groeipercentage van anderhalve procent. Eerder deze maand liet het NVM al weten een toename in populariteit van de buitengemeentes te zien.
Druk op bouwsector
Tussen 2000 en 2009 werden jaarlijks al zo’n 76.000 nieuwbouwwoningen opgeleverd, een ruime één procent van het totale aantal wonigen per jaar. Door de recessie en de kredietcrisis nam de groei vervolgens flink af. Op het dieptepunt in 2014 werden er zo’n 45.000 woningen (0,6 procent) opgeleverd. Hierna groeide de bouw tot 2020 weer door. Naar verwachting passeert dit jaar de grens van acht miljoen woningen in Nederland.
De coronacrisis is nu een nieuwe doorn in het oog voor bouwprojecten. Sommige projecten liggen stil. Er heerst een personeelstekort, en veel mensen werken thuis, waardoor de ontwikkelsnelheid flink achteruit is gegaan. Omdat de bouwsector laat-cyclisch is, zullen meer negatieve effecten van de coronacrisis later voelbaar zijn. In combinatie met de mogelijke gevolgen van de stikstof- en PFAS-problematiek zijn NVM-nieuwbouwspecialisten dan ook negatief over de vooruitzichten voor 2021.