De grote groei van zonnepanelen is geen geheim meer. Ik kan me nog herinneren dat rond 2008 de terugverdientijd naar rond de tien jaar kroop en in 2017 er op meer dan 500.000 Nederlandse huizen zonnepanelen lagen. Dit is mede veroorzaakt door het invoeren van de salderingsregeling in 2004, de toegenomen vraag naar zonnepanelen systemen en prijsdalingen.
Ondertussen hebben we afgelopen jaar de grens van 1 miljoen woningen met zonnepanelen gepasseerd, een indrukwekkende prestatie. Het succes is in 2021 dusdanig dat er gesproken wordt over het stapsgewijs afbouwen van de salderingsregeling. Met die regeling krijg je dezelfde prijs voor teruggeleverde energie als afgenomen energie. Zonnepanelen zouden teveel gestimuleerd, lees gesubsidieerd, worden en dit is met de prijsdalingen van zonsystemen niet meer noodzakelijk. Op dit afbouwen van de salderingsregeling is veel commentaar.
Het afbouwen van de salderingsregeling
Even in wat meer detail. De salderingsregeling is een essentieel onderdeel van het succes van zonnepanelen. Het voorstel is om vanaf 2023 deze regeling stapsgewijs af te bouwen. Per jaar mag er dan 9 procent minder gesaldeerd worden, wat uiteindelijk in 2031 voor een totale afbouw zorgt. Op dat moment krijg je dan de prijs die de desbetreffende energieleverancier wil geven voor de elektriciteit. Hieronder een grafiek die laat zien wat het effect is van deze nieuwe regeling op de terugverdientijd van zonnepanelen. In dit geval zou de terugverdientijd toenemen tot zo’n negen jaar. Een deel van de lagere prijs van teruggeleverde zonnestroom zou dan gecompenseerd worden door goedkopere zonnepanelen:
De discussie is of er daadwerkelijk sprake is van overstimulering en er rekening gehouden kan worden met prijsdalingen van zonnepanelen. Onderzoek van PricewaterhouseCoopers uit 2016 zou dit hebben aangetoond, maar een recente second opinion weerlegt deze argumenten weer. Het PWC-rapport zou te gemakkelijk de vergelijking hebben gemaakt met andere technologieën, die duidelijkere schaalvoordelen en dus kostenvoordelen hebben dan zonnepanelen. De grootste kritiek komt uit de verhuursector. Zo heeft WoCozon berekend dat een zonnepaneel nu gemiddeld 5 euro oplevert voor een huurder en 2 euro kost aan servicekosten. Als de saldering geleidelijk zou wegvallen, blijft te weinig netto voordeel over. Het resultaat: minder investeringen in zonnepanelen door woningcorporaties en geen beheersing van energielasten bij huurders.
De discussie over de afbouw van de salderingsregeling speelt al jaren en krijgt na de Tweede Kamerverkiezingen nog een staartje. Zo wil een deel van de partijen de regeling behouden en lijkt een krappe meerderheid voor aanpassing. Eén ding is duidelijk: Den Haag krijgt het voor elkaar om weer onduidelijkheid te creëren. Terwijl duidelijk beleid dé randvoorwaarde is voor investeringen in verduurzaming. Bovendien gaat het in alle rapporten en discussies helemaal niet over de fundamentele vraag: welke stimulering van zonnepanelen is het beste voor het gehele systeem en brengt ons dichter bij de klimaatdoelstellingen?
Wat zijn onze doelstellingen?
Als de politiek het niet voor ons gaat doen, dan moeten we zelf maar naar onze doelstellingen en beleid kijken. Wat vinden we terug: stevige CO2-reductie tot aan 2030 en 2050, minder hoge elektriciteitsbelasting en hogere aardgasbelasting. Daarbij is zowel een focus op meer opwekken van duurzame energie als het uitfaseren van aardgas. Bij dat laatste punt staat vooral het tempo ter discussie, niet het einddoel. Tegelijkertijd is er meer discussie over of het stroomnet al die extra opwekking en afname van (duurzame) energie aankan. Zie bijvoorbeeld de Duitse discussie over de ‘maximale laadtijd’ van auto’s.
Kortom, er is niet één doelstelling. Er is een systeemvraagstuk en zo zou ook naar de particuliere zonnepanelen gekeken moeten worden. Niet als de zoveelste discussie over terugverdientijd, verworven rechten en politiek scoren. Ik begrijp het opkomen voor de belangen van bijvoorbeeld eigenaren en vooral huurders. Die laatste groep profiteert al relatief weinig van de duurzame subsidies en zonnepanelen zijn daar nu een mooie uitzondering op. Een energietransitie geef je niet verstandig vorm op basis van dit soort incidenten, dus parkeer de emotie.
Een slimme integrale oplossing
De groei van zonnepanelen op particuliere daken lijkt nu beperkt voor problemen op het stroomnet te zorgen. De vraag is alleen of dat zo blijft wanneer het aantal woningen met zonnepanelen nog een keer verdubbeld komende jaren. Tel de groei van warmtepompen, elektrisch koken en elektrische auto’s daarbij op. Volgens een onderzoek van New Energy Research zou het totale vermogen de komende tien jaar kunnen verdrievoudigen.
De huidige salderingsregeling stimuleert daarbij niet het ‘slim’ gebruik van zonnestroom, waardoor bij lange na niet alle stroom gebruikt wordt in de eigen woning. Zou dit dan toch geen problemen opleveren voor onze elektriciteitsnetten? Ik kan hier zo snel geen studies van vinden, tips zijn welkom.
Wat zeker is, is dat het loslaten van de salderingsregeling en meer flexibiliteit toestaan in de prijs die gekregen kan worden voor elektriciteit zorgt voor heel ander gedrag. De prijs van het terugleveren van elektriciteit op een zonnige dag levert dan waarschijnlijk weinig op, wat niet goed is voor de terugverdientijd. Dus ontstaan alternatieven, zoals de thuisaccu. In Duitsland groeit het aantal thuisaccu’s al stevig en is er een terugverdientijd van rond de tien jaar. In Nederland ligt dit nog rond de zestien jaar, wat overeenkomt met de levensduur van de thuisaccu. De huidige salderingsregeling blokkeert de groei van de thuisaccu op de Nederlandse markt, want er is geen financiële stimulans slimmer met elektriciteitsopwekking om te gaan.
Is het afbouwen van de salderingsregeling dan automatisch goed voor de thuisaccu en daarmee ons gehele systeem? Nee, niet per se, maar het vereist wel een keuze! Waar de discussie nu vooral gaat over de terugverdientijd en het niet willen weghalen van een voordeel van potentiële kiezers, moet de keuze gemaakt worden op basis van het gewenste energiesysteem. En gegeven de toevoeging van meer wind en zon, dus extra volatiliteit in de stroomvoorziening, is de groei van een particuliere thuisaccumarkt wellicht een slimme zet.
Ons hele energiesysteem gaat veranderen. De centrale opwekking van energie zal steeds meer regionaal dan wel lokaal invulling krijgen. Nemen we deze systeemontwikkeling serieus, dan moeten we ook zo omgaan met de salderingsregeling. Het toewerken naar een gezonde beloning van elektriciteit opwekken, maar met een prikkel voor het slimme gebruik van deze energie lijkt mij een ‘no-brainer’. Geven de huidige plannen voor het belonen van elektriciteit opwekken daar voldoende ruimte voor? Ik hoor graag jullie mening.
Meer lezen van Sven Ringelberg? Lees dan zijn andere artikelen op Stadszaken of bezoek zijn website Transitiepaden