Met het huidige wetsvoorstel van Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn betaalbare woningen straks beschermd door middel van een opkoopbescherming. Hiermee wil het Rijk voorkomen dat beleggers huizen opkopen om door te verhuren. De grote steden vinden de wet - die een termijn van drie jaar kent - onvoldoende en van te korte duur. Volgens hen moet de wet geen jaarlimiet krijgen omdat de woningnood over drie jaar nog niet voorbij is. Nu zouden de beleggers na afloop van de periode weer hun slag kunnen slaan.
Ook willen de grote steden de verhuurvergunning in alle verhuursituaties in kunnen zetten. Niet alleen in uitzonderingssituaties en bij nieuwe verhuringen. Deze vergunning is overal in de stad geldig en hiermee kan de gemeente ingrijpen op de stijgende prijzen van woningen. Daarnaast hebben de steden een aantal voorstellen gedaan om de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het voorstel te verbeteren en de uitvoering minder fraudegevoelig en kostbaar te maken. Wel zeggen de gemeenten blij te zijn met de aandacht voor de problematiek in de woningmarkt.
Beleggers
De wetswijziging kan gunstig uitpakken voor starters en doorstromers. Omdat de woningprijzen de afgelopen jaren flink zijn gestegen, kunnen veel starters deze niet betalen, en moeten ze concurreren met beleggers. Zij kopen de huizen op - verdelen deze onder in kleinere huizen - en verhuren ze door met hoge prijzen en kleine contracten. Ook onderling zitten beleggers elkaar dwars.
Woondeals
Vanaf 2019 sloot Ollongren al zes woondeals met grote steden. De deals moeten naast het bouwen van nieuwe woningen ook excessieve huurprijzen, malafide verhuurders en een gebrek aan doorstroming aanpakken. Ook bevatten de woondeals wetswijzigingen waardoor gemeenten makkelijker kunnen ingrijpen op vormen van tijdelijke huur zoals vakantieverhuur, short stay en AirBnB. ‘Inmiddels lijken de woondeals vooral bouwdeals, en is de huursituatie niet veranderd,’ zegt woonwethouder Laurens Ivens van Amsterdam in het NPO-programma Stax&Toine. Volgens hem ligt de macht nog te veel bij grootgrondbezitters. Omdat het Rijk meer zeggenschap heeft dan de gemeenten lijkt de wetswijziging van Ollongren volgens hem de doorstart om de huursituaties harder aan te pakken.