Stadszaken sprak in de afgelopen weken met experts in dit vakgebied. Berdie Olthof (Feddes/Olthof Landschapsarchitecten), Kyra Kuitert (Bureau KM en auteur van het handboek ‘Prettige Plekken’) en Egbert Roozen (directeur van Branchevereniging VHG) komen allemaal tot dezelfde conclusie: een stadspark aanleggen is maatwerk. Toch zijn er enkele voorwaarden waar elk stadspark aan zou moeten voldoen.

Doelgroep

Bij het aanleggen van een stadpark is het kennen van de doelgroep van essentieel belang. Wie gaat er van het park gebruikmaken? Het zijn in principe altijd de direct omwonenden die van parken gebruikmaken. Of er ook mensen van verder gelegen wijken komen, hangt af van de maat, voorzieningen en aantrekkelijkheid van een stadspark. Meestal is dat wel het geval.

Kuitert is van mening dat ontwerpers in de hoofden moeten kruipen van toekomstige gebruikers. ‘Wij richten ons bij Bureau KM op de menselijke kant en dat heeft veel facetten. Is het park veilig, is het bereikbaar, nodigt het uit tot ontmoeting en kun je er sporten en spelen? Ontwerpers moeten aan de behoeften van alle specifieke doelgroepen voldoen. Zo krijg je een maatwerkpark.’

Olthof noemt het Ringpark Dichterswijk als goed voorbeeld. Door bewoners te betrekken krijg je je doelgroep goed in beeld. ‘Het gaat niet alleen maar om het ruimtelijk ontwerp, maar ook om het betrekken van bewoners en ondernemers. Ik zie veel energie bij hen. Een park wordt daar alleen maar mooier van. Daarnaast kan het bijdragen aan het gevoel van veiligheid. Het haalt namelijk de anonimiteit bij het park weg.’

Waar een bewonersinitiatief misschien wel het beste tot uiting komt is het Dakpark in Rotterdam, waar buurtbewoners en vrijwilligers het groenbeheer van het park voor hun rekening nemen. ‘Het is heel goed om naar die mensen te luisteren”, vertelt Roozen. ‘Op het Dakpark hebben de bewoners een eigen moestuin en ook een vlindertrap. Wij pleiten er, net als Kuitert, echt voor om door de bril van gebruikers te kijken.’

Functie

Wie zijn doelgroep in beeld heeft, kan daarna ook beter beoordelen waaraan een park zou moeten voldoen. Wat willen de gebruikers eigenlijk? Zijn ze op zoek naar leven in de brouwerij of naar een plek om tot rust te komen?

Volgens Kuitert is een park vooral bedoeld om te wandelen: ‘Dat is de belangrijkste functie. Daarom moet een park voor wandelaars zo aangenaam mogelijk worden gemaakt. Zorg voor goede, brede paden met gevarieerd uitzicht, waar je aangenaam kunnen zitten, maak ruimte voor horeca.’ Olthof vult daarop aan dat een park een mooiere wereld is dan de alledaagse wereld. ‘Het is een plek om je hoofd leeg te maken. Een plaats met geïdealiseerde natuur.’ 

Roozen trekt het veel breder: De functie van een stadspark is niet alleen maar om het hoofd leeg te maken, maar zelfs nog veel meer. De directeur weet te melden dat er negentien baten van groen zijn, die elke een functie kunnen hebben in het park. Denk aan biodiversiteit, klimaat, natuur en gezondheid.

‘Wil jij hitte of wateroverlast bestrijden met een stadspark’, noemt hij als voorbeeld. ‘In Amersfoort bood een park al een oplossing voor deze problemen. Natuurlijk kan een park ook gewoon een ontmoetingsfunctie hebben, maar gemeentes hechten steeds meer waarden aan andere baten, zoals biodiversiteit.’

‘Ik was een aantal jaar geleden te gast in Milaan waar de gemeente een groene infrastructuur wilden hebben, als een soort spinnenweb door de hele stad heen, verbonden met groene corridors. Zo zou er in de stad meer ruimte komen voor biodiversiteit. Ik zie diezelfde visie nu ook in Arnhem en Rotterdam. Ik geloof daarnaast dat veel mensen blij worden als ze vlinders en vogels zien. Dat zijn dan de baten biodiversiteit en gezondheid die je aan elkaar koppelt.’

Decoratie en identiteit

Natuurlijk moet een stadspark ook ‘gewoon’ mooi zijn. Het moet associaties bij mensen oproepen. Een identiteit hebben. Dat kan door een lange geschiedenis komen, maar dat hoeft niet per se. 

Olthof roemt op dat gebied het Singelpark in Utrecht. ‘De oude verdedigingswallen vertellen het verhaal van de stad en er zijn hoge bomen. Zo kan een park onderscheidend zijn. Een park met historie maakt een park levendiger, maar succes hangt er niet vanaf.’ Kuitert: ‘Historie is op zich niet essentieel voor een succesvol park, misschien dat het groen volwassener is. Overigens is de nieuwe verbinding in het Singelpark dramatisch slecht ontworpen: het pad is er bizar smal en als kind kun je daar echt niet veilig lopen.’

Ook water kan een rol spelen om een park aantrekkelijk te maken. ‘Water is nodig om te groeien. Het is een element dat echt iets toevoegt’, meent Roozen. Maar volgens Olthof is ook water niet zaligmakend: ‘Als het niet past, dan past het niet. Het is wel fijn als je het kunt gebruiken en als het aansluit op de rest.’

Kuitert voegt daar nog aan toe: ‘De entree van een stadpark is eveneens van belang, het gevoel dat je in een ‘andere wereld’ komt. Een park met veel afwisseling is veel interessanter. Het is belangrijk om veel soorten groen te hebben. Als er alleen maar gras of dezelfde soort bomen is, is dat saai.’

Sociale veiligheid

Dan nog: het creëren van sociale veiligheid. Het is nu eenmaal niet fijn om je onveilig in een park te voelen. In sommige parken voelen mensen zich dat soms wel.

‘Sociale veiligheid is heel belangrijk. Daarbij helpt het als er voldoende zichtlijnen zijn en ’s Avonds goede verlichting.’, beweert Kuitert. Maar je kunt volgens haar ook te ver doorschieten: ‘In Stadspark Osdorp is dat gebeurd. Dat park bestaat voornamelijk uit kaarsrechte paden, bomen en gras met een hoog hek eromheen. Ik snap wel dat ze dat gedaan hebben, want er waren veel problemen met hangjongeren. Maar het hele park is nu in één oogopslag te overzien en er is geen enkele geborgenheid, de aantrekkelijkheid komt dat niet ten goede.’

‘Ook in het Stadspark Valkenberg in Breda, waar ik erg fan van ben door de gevarieerde looproutes, voorzieningen en uitzichten, kunnen mensen zich misschien soms onveilig voelen. In de stille uithoeken is er ’s avonds soms maar weinig zichtbaarheid. Aan de andere kant: als je je in een deel van een park niet veilig voelt, kun je er ook gewoon niet naar toe gaan’, eindigt ze.