‘Een stadsentree is een veel gebruikte route van de rand van de stad naar het centrum, inclusief het gebied dat zichtbaar is of waar je direct kunt komen vanaf deze route. De route kan knooppunten omvatten voor het wisselen van vervoerssoort’, stelt Hogendijk. Tijdens haar afstudenren onderzocht ze de ontwikkeling van de stadsentree van casusstad Den Haag.

De drie knelpunten van de stadsentree

In de Haagse stad kwam het doodlopen van routes vaak voor. Dit komt door de natuurlijke omstandigheden, zoals de positie aan zee en aanwezige strandwallen, maar ook door politieke keuzes en het niet afmaken van plannen.

Ook wringen werd als knelpunt bestempeld, al lijkt dit geen knelpunt te zijn dat alleen voor Den Haag geldt. Binnensteden zijn doorgaans niet gemaakt voor veel verkeer, maar door de jaren heen kwamen er nieuwe vormen van vervoer op. Gevolg: grachten werden verwijderd en er werden doorbraken gedaan om oude binnensteden beter bereikbaar te maken. Doordat de opzet van wegen buiten de binnensteden veel breder is, wordt de aansluiting van het centrum van een stad met de directe omgeving gekenmerkt door ‘wringen’.

Daarnaast is er sprake van oriëntatiegebrek. Het niet weten waar je bent, heeft te maken met de afwezigheid van aanwijzingen. Dit heeft te maken met de inrichting van de openbare ruimte en de mate waarin er aandacht is gegeven aan oriëntatiepunten.

Ontwikkeling van stadsentrees

Op basis van de historie van stadspoorten heeft Hogendijk een algemeen diagnose-instrument ontwikkeld om te bepalen wat stadsentrees zijn. Dit schema is generiek voor andere steden. Ze heeft vervolgens analyses gemaakt van de historische ontwikkeling van de entree, de manier waarop hiermee in beleid is omgegaan en van de huidige situatie. Daaruit zijn de drie knelpunten naar voren gekomen, waar Hogendijk in haar scriptie aanbevelingen voor oplossingen voor doet.

De presentatie is te downloaden via tudelft.nl