Door Sarah Ros (bestuursadviseur fysieke leefomgeving en Omgevingswet) en Arjan Nijenhuis (MT-lid/relatiemanager Omgevingswet bij het ministerie van BZK). Dit artikel verscheen eerder in uitgebreidere vorm in vakblad ROm.
We begrijpen goed dat u als bestuurder vooral gericht bent op heikele kwesties als woningbouw, energietransitie en klimaatadaptatie. Voorbereiding op de Omgevingswet is voor u niet zo sexy. Maar de wet zelf is als modern kader zeer geschikt om de grote maatschappelijke opgaven te realiseren. De integrale benadering, brede participatie, bestuurlijke afwegingsruimte en samenwerking met andere overheden – vier hoofdkenmerken van de Omgevingswet – zijn onontbeerlijk bij belangrijke ruimtelijke ingrepen. Wij pleiten er daarom voor om de actuele politieke opgaven te combineren met de voorbereidingen op de Omgevingswet.
De wet dwingt tot een andere manier van werken. Uit pilots rond de energietransitie blijkt dat die nieuwe werkwijze en het nieuwe instrumentarium goed aansluiten bij de actuele opgaven en volop kansen bieden. En omgekeerd, als u zich toch moet voorbereiden op omgevingsvisie, omgevingsplan en andere manieren van werken conform de Omgevingswet, kunt u dat het beste doen met ‘echte’ politieke thema’s. Zo maakt u werk met werk. We zien bij de pilots dat zo’n aanpak inspirerend is voor alle betrokkenen en creativiteit vrijmaakt. Meer dan eens wordt daarbij zelfs een link gelegd met het sociaal domein. Zo gaat een gemeente haar energietransitie combineren met de aanpak van eenzaamheid: ‘We gaan nu toch de deuren langs.’ Die spirit past uitstekend bij de Omgevingswet.
Het combineren van actueel beleid met de voorbereidingen op de Omgevingswet is in onze ogen efficiënt, effectief en inspirerend. Het maakt de Omgevingswet sexy. Maar het gaat niet vanzelf.
Houd oog voor de opgave
In de zoektocht naar oplossingen voor grote maatschappelijke vraagstukken wordt ruim geëxperimenteerd met nieuwe samenwerkingsvormen, innovatieve processen en nieuwe juridische instrumenten. Deze experimenten of pilots kennen successen en mislukkingen, zoals alle opgaven. Dat geeft niet, want juist van wat er misgaat, leren wij over het algemeen het meest. Daarin zit namelijk verborgen wat wij nodig hebben voor successen in de toekomst en daaruit halen we hoe een grote maatschappelijke opgave de meeste kans van slagen heeft. Maar waar hebben we het dan over? Waar zijn we de afgelopen jaren tegenaan gelopen en welke knelpunten en dilemma’s zijn we tegengekomen? En vooral: hoe gaat de Omgevingswet hierbij helpen?
Uit enthousiasme voor de opgave wordt al snel over doelen en oplossingsrichtingen gesproken. We spreken uit waar we ons op moeten richten en vergeten te benoemen voor welk probleem we eigenlijk een oplossing zoeken. Hierdoor missen we de bredere kijk op het vraagstuk en kunnen we de juiste oplossing niet bieden. Door het probleem, de aanleiding van de opgave, al snel niet meer te benoemen, zitten de gesprekpartners die we het hardst nodig hebben niet aan tafel.
Werk aan concrete maatregelen
Zitten de juiste gesprekspartners aan tafel, dan weten we dat het belangrijk is om elkaars taal te spreken en doelen vooraf samen scherp te stellen. Toch laten we vaak achterwege om te bespreken wat we elkaar te bieden hebben en wat we van elkaar nodig hebben.
Benadrukken wat je voor elkaar kunt betekenen, juist in de uitvoering van het beleid, maakt de samenwerking duidelijk en concreet. En benadruk daarbij niet alleen wat, maar vooral ook hoe dat te doen. Hoe krijgen we samen mensen in beweging en wie pakt wat op? Het antwoord op deze vraag bepaalt namelijk de keuze voor het in te zetten instrument, dat uiteindelijk de aanzet vormt tot het halen van doelen. De instrumenten van de Omgevingswet lenen zich hier bij uitstek voor. De wisselwerking tussen ambitie, uitvoering en regels is in de nieuwe wet krachtig neergezet en kan maatschappelijke opgaven net dat duwtje in de rug geven dat zo hard nodig is.
Bespreek tijdig de juridische mogelijkheden
Soms blijkt later dat bepaalde ambities niet afgedwongen of ingeregeld kunnen worden. De juridische (on)mogelijkheden komen vaak te laat in het proces aan de orde. Het doel om woonwijken van het aardgas af krijgen, blijkt nog niet zo makkelijk in decentrale regels om te zetten. Met een goed gesprek over de haalbaarheid van doelen en de wettelijke mogelijkheden kunnen de ambities kracht bijgezet worden. En kansen benutten betekent ook keuzes maken. Vaak heerst nog de angst om een foute beslissing te nemen. Dit kan leiden tot een te hoog abstractieniveau in plannen en te weinig daadkracht in de uitvoering. Daarom is het belangrijk om in elke fase knopen door te hakken, maar wel met voldoende ruimte in de regels om later het benodigde maatwerk nog te kunnen bieden. Die ruimte biedt de Omgevingswet.
Het is cruciaal om de samenwerking breed te zoeken en het ‘goede gesprek’ met elkaar te voeren
Uit bovengenoemde dilemma’s en valkuilen blijkt telkens weer dat het cruciaal is om de samenwerking breed te zoeken en het ‘goede gesprek’ met elkaar te voeren, en om verschillende instrumenten te gebruiken en de regels te kennen. Zeker als verschillende maatschappelijke opgaven worden gecombineerd. Dit is nodig om commitment te krijgen, om door te kunnen pakken en vooruitgang te boeken. De Omgevingswet biedt hiervoor de handvatten. We noemden al de vier hoofdkenmerken in dit verband: integrale benadering, brede participatie, bestuurlijke afwegingsruimte en interbestuurlijke samenwerking.
Bij een integrale aanpak kunt u bijvoorbeeld woningbouw combineren met de energietransitie. We verwijzen hiervoor naar het rapport Energietransitie versnellen met de Omgevingswet van Platform31, waarin acht pilotgemeenten de energietransitie hebben aangepakt met het instrumentarium van de Omgevingswet.
Investeer in zorgvuldige participatie
Participatie moet vooral gericht zijn op kwalitatief goede en weloverwogen besluitvorming. De betrokkenheid van bewoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties kan leiden tot creatieve oplossingen en meer betrokkenheid bij de uitvoering, zeker als verschillende beleidsdoelen worden gecombineerd. Een zorgvuldig participatietraject is meestal een investering die zich later terugverdient. Immers, ook degenen die niet volledig hun zin krijgen, zullen een zorgvuldig tot stand gekomen besluit eerder accepteren.
Bij vrijwel alle actuele opgaven zijn meerdere bestuurslagen relevant. De interbestuurlijke samenwerking waartoe de Omgevingswet oproept, ligt dan ook voor de hand. U kunt voor uw beleidsterreinen nagaan welke bestuurlijke partners daarbij nodig zijn.
Een zorgvuldig participatietraject is meestal een investering die zich later terugverdient
Met de Omgevingswet is het mogelijk om meer te kunnen vastleggen in decentrale regels, zodat meer maatwerk en meer sturing mogelijk is om doelen daadwerkelijk te halen.
Ook binnen uw organisatie kunt u sturen op meer samenhang en samenwerking. De systematiek van de Omgevingswet legt logische verbanden tussen de wettelijke instrumenten. En de beleidscyclus maakt duidelijk dat beleid en uitvoering niet zonder elkaar kunnen. Bij de omgevingsdiensten zit veel kennis en ervaring op het gebied van de uitvoering. Betrekt u uw omgevingsdienst bij de vorming van uw beleid?
Om u en uw ambtenaren te helpen bij de voorbereiding op de Omgevingswet is al veel hulpmateriaal ontwikkeld. Er is een overkoepelende routekaart Route 2022 vastgesteld, die per bestuurslaag aangeeft wat, wanneer moet of mag. Er is een toolkit met communicatiemiddelen, die u kunt aanpassen voor uw eigen inwoners of doelgroep. Er is een handreiking participatie. Er zijn ‘spiekbriefjes’ die uitleggen op welke wijze de instrumenten kunnen worden ingezet. En er is een eindeloze rij voorbeelden van projecten die in de geest van de Omgevingswet zijn opgepakt.
Al met al kunnen we stellen dat als u kiest voor een gecombineerde aanpak van actuele opgaven met de implementatie van de Omgevingswet, er van diverse kanten kan worden meegedacht. Hetgeen u helpt om uw beleid te realiseren.