Dit komt volgens Senior Sectoreconoom van de bank, Maurice van Sante, door het laat-cyclische karakter van de bouwsector, de gevolgen zijn dus later zichtbaar. Minder financiële ruimte bij consumenten en afnemende investeringen in bedrijfsgebouwen en infrastructuur zijn hier debet aan.
Vooral kleine bouwers doen het goed
Het zijn vooral de kleinere bouwbedrijven met minder dan 10 werkzame personen die weinig last ondervonden van de coronacrisis. Hun omzet lag in het derde kwartaal zelfs circa 5% hoger dan in het laatste kwartaal van 2019. Tijdens de coronacrisis lieten veel particulieren hun huis verbouwen. Veel consumenten hielden geld over doordat ze niet of beperkt op vakantie konden en staken dat in het opknappen van hun huis. Het zijn vooral de kleinere bouwbedrijven die dit soort verbouwingen uitvoeren. Ook de toename van het aantal verkopen van bestaande woningen in 2020 kan geleid hebben tot een extra vraag naar deze kleinere (ver)bouwactiviteiten.
Middelgrote bouwers zien omzet teruglopen
Vooral de middelgrote bouwbedrijven zagen hun omzetten in 2020 teruglopen. De ondernemingen waar tussen de tien en honderd personen werkzaam zijn, hadden gecorrigeerd naar seizoen circa tien procent minder omzet in het derde kwartaal dan in het eerste kwartaal van 2020. Minder vergunningen voor nieuwbouw in 2019 in de woningbouw, tijdelijke terughoudendheid bij grotere renovatieprojecten bij zorginstellingen en minder investeringen in bedrijfsgebouwen door de coronacrisis kunnen de oorzaak zijn geweest van de teruglopende omzet.
Grote bouwbedrijven zagen in deze periode een beperktere omzetterugval. Zij werken vaak aan grotere opdrachten die voor langere tijd doorlopen waardoor zij minder snel met vraaguitval door de coronacrisis te maken hebben.
Vertrouwen bij bouwbedrijven toch positief
Bouwondernemers zijn in het najaar, ondanks de aanhoudende coronacrisis, toch weer positief gestemd. Doorwerken op de bouwplaats, met het ‘Samen Veilig Doorwerken-protocol’ dat het Rijk met de bouw- en technieksector heeft opgesteld, werkt goed waardoor de productieuitval beperkt bleef.
Orderboeken zijn met 9,5 maand in oktober nog goed gevuld. Dit is slechts een halve maand minder in vergelijking met begin 2020. Direct na het uitbreken van de coronacrisis behaalde het vertrouwen wel een dieptepunt. Daarvoor was ook al sprake van een verminderd vertrouwen door de pfas- en stikstofproblematiek, maar gedurende de zomer verbeterde het vertrouwen weer.
In de infrasector is het vertrouwen nog niet groot, al wordt er daar ook positiever gedacht in de afgelopen maanden. De gevolgen van de pfas- en stikstofproblematiek zijn daar ook groter. Bovendien hebben gemeenten door de coronacrisis minder financiële ruimte, onder meer door lagere inkomsten uit toeristenbelasting en parkeergelden. Bouwwerkzaamheden worden daardoor eerder uitgesteld.
Beperkte invloed tweede lockdown
De tweede lockdown, die aangekondigd werd in december, heeft naar verwachting een beperkt negatief effect op de bouwproductie. Bouwplaatsen blijven open en de laatste twee weken in december zijn sowieso vaak rustigere weken waarin veel vakanties gepland staan. De bouw draait daardoor in december meestal op circa 70% van de normale capaciteit.
Vraag wel onder druk
Waarschijnlijk komt de vraag in 2021 wel verder onder druk te staan doordat bedrijven, door de coronacrisis, investeringen in bedrijfspanden uitstellen. Ook neemt de financiële positie van consumenten, mede door toenemende werkloosheid, af. Een nieuwbouwhuis kopen kan dan uit- of afgesteld worden.