Wel ziet het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) grote verschillen in opvattingen tussen de aanhangers van verschillende politieke partijen. Ook komt uit het onderzoek een samenhang naar voren tussen onvrede over globaliseringsverschijnselen en algemener maatschappelijk onbehagen.
Verschillende opvattingen
De publicatie ‘Dealen met de grote wereld. Globalisering in de publieke opinie en op het werk’ gaat over wat Nederlanders van globalisering vinden en hoe die op de geïnternationaliseerde werkvloer wordt beleefd. Het SCP definieert het begrip ‘globalisering’ breed: de toenemende ervaring van de wereld als één sociale ruimte.
Opvallend aan het onderzoek is, dat er in Nederland geen sprake is van een sterke afwijzing van globalisering, noch een tendens dat dit minder zou worden. In april dit jaar was de publieke opinie zelfs positiever over globalisering dan voor de coronacrisis. Hoewel de veronderstelling nogal eens lijkt te zijn dat Nederlanders de globalisering beu zijn, is de gemene deler dus ‘tamelijk’ positief, aldus het SCP.
Wel ziet SCP grote verschillen in de beleving en waardering van globaliseringskwesties. Vaak is het opleidingsniveau daarbij sterk onderscheidend. Hogeropgeleiden geven vaker aan dat ze voordelen hebben bij open grenzen, als werkende en als consument. Zij zien zichzelf vaker als ‘winnaars van de globalisering’.
Het onderzoek laat daarnaast grote verschillen zien in opvattingen tussen de aanhangers van verschillende politieke partijen en een samenhang tussen onvrede over globaliseringskwesties en algemener maatschappelijk onbehagen. Het grootste contrast vond het SCP tussen aanhangers van D66 en GroenLinks enerzijds, en PVV-aanhangers anderzijds. Uit het rapport: ‘Die laatste groep denkt vooral negatief over Nederlands ingrijpen bij armoede in ontwikkelingslanden en de vluchtelingenkampen.’
Minder dan de helft van de PVV-aanhangers (respectievelijk 38 en 36 procent) is voor ingrijpen bij deze kwesties. De relatief grote bezorgdheid van de oudste leeftijdsgroepen en van CDA en ChristenUnie-aanhangers vertaalt zich niet naar een bovengemiddelde steun voor ingrijpen door Nederland
Woonplaats niet bepalend
Waar mensen wonen, lijkt geen bepalende factor te zijn bij hoe mensen over globalisering denken. Het CPB deed hier eerder samen met het Centraal Planbureau (CPB) onderzoek naar. Op het schaalniveau van de COROP-regio’s werd naar de economische impact van globalisering gekeken. Daaruit bleek dat het effect van globalisering op de industriële werkgelegenheid in Nederland beperkt is. Banenverlies door toegenomen importconcurrentie uit China en de Midden- en Oost-Europese landen lijkt te worden gecompenseerd met banenwinst door toegenomen exportkansen.
Regionaal pakt het netto effect verschillend uit, maar dit effect blijft per regio beperkt tot plus of min één procent van de totale werkgelegenheid over een periode van vijftien jaar. Dit minimale effect klinkt door in hoe mensen op regionaal niveau over globalisering denken.
Onderzoek blijft nodig
Op dit moment, in december 2020, is er volgens het SCP nog veel onzeker. Luidt de wereldwijde coronapandemie tot verdere vertraging van de al wat langer haperende globalisering? Of is ze juist een stimulans voor meer onderlinge afstemming en internationale daadkracht? Zal Covid-19 wel leiden tot blijvende veranderingen of zal het uiteindelijk slechts een incident zijn geweest, waarna de wereld toch weer verrassend snel terugkeerde naar het oude normaal? We weten het niet, stelt het SCP, en het zal een tijd duren voordat duidelijk wordt welke kant het opgaat. Het SCP vindt het daarom belangrijk dat de samenhang tussen globalisering, meningen en ervaringen verder wordt onderzocht.