Dit artikel verscheen in uitgebreidere vorm in Groen 10-2020. Vakblad Groen biedt professionele en actuele artikelen over groen en natuur voor mensen in de stad en in het landschap.
De Green Deal Groene daken bestond uit een samenwerkingsverband van allerlei partijen die baat hebben bij meer groene daken zoals gemeenten, waterschappen, verzekeraars, marktpartijen en de rijksoverheid. Het doel was nieuwe verdienmodellen rondom dakbegroeiing te ontwikkelen en zodoende de toepassing van groene daken op te schalen. De deelnemers spreken overigens liever van multifunctionele daken omdat ze gebruikt kunnen worden voor groen, maar ook voor waterberging, waterzuivering, een moestuin, terras of energieopwekking.
In de eerste 2 jaar van het programma (fase 1) ontwikkelden de partners verschillende verdienconcepten. In 2016 ging fase 2 van start waarin het ontwikkelen en experimenteren in de praktijk centraal stonden. Dat werd gedaan aan de hand van zeven thema’s, waaronder biodiversiteit, innovatie, belastingvoordelen en Omgevingswet. In mei 2019 werd de Green Deal afgesloten en dit jaar ging het Nationaal Daken Plan van start.
Marketingwaarde
Wat heeft de Green Deal Groene Daken nu eigenlijk opgeleverd? ‘Naamsbekendheid, maar ook bekendheid met de materie en de voordelen die het oplevert’, zegt Albert Jan Kerssen van idverde dat indertijd als BTL een van de initiatiefnemers was. ‘Je ziet dat ook zeker terug bij architecten en bij de ontwerpers, de mensen die uiteindelijk het groendak in eerste instantie op papier zetten. Je kunt tegenwoordig bijna geen gebouw meer tekenen zonder een groen dak. Je wilt als gebouweigenaar, een ontwikkelaar of een bedrijf, laten zien dat je toch duurzaam bezig bent. Dus er zit ook een zekere marketingwaarde aan vast.’
Die bekendheid strekt zich inmiddels ook uit naar de overheden, overheidsinstellingen en waterschappen. Er is volgens Kerssen ook sprake van uniformiteit in de markt; er zijn inmiddels zo veel marktpartijen bij het initiatief aangesloten dat er volgens hem een soort consensus is ontstaan over terminologie, waarden en voordelen van multifunctionele daken.
Om na de afronding van de Green Deal de samenwerking van de circa zestig partners te bestendigen en te blijven werken aan meer en betere daken, werd het Nationaal Daken Plan (NDP) in het leven geroepen. De focus ligt nu op het onbenutte potentieel op het dak als verbindende oplossing voor maatschappelijke opgaven zoals klimaatverandering, verstedelijking en verdichting, energie, biodiversiteit en gezondheid. Een plat dak is volgens de partners geen sluitstuk van de bouw, maar een vertrekpunt voor een diversiteit aan maatschappelijke functies waarbij de groene functie altijd een rol speelt.
Onderwijs
De bedoeling van het NDP is, zo zegt bestuurslid Dinand Ekkel: ‘Handvatten geven, tools geven, meer voorbeelden van haalbare businesscases geven. Mijn collega-bestuurslid Laura van Heeswijk zegt: gemeenten willen gewoon voorbeelden van de wijze waarop ze het toepassen van multifunctionele daken kunnen implementeren in lokale wetgeving, regelingen en subsidieverordeningen. Dat moet meer handen en voeten krijgen in dat Nationaal Daken Plan.’
Een belangrijke opgave van het NDP is om bij te dragen aan kennisontwikkeling en verspreiding, toepassing en verankering in beleid en onderwijs. Bij de kennisontwikkeling gaat het niet alleen om technische kennis waar projectontwikkelaars en leveranciers mee te maken hebben, maar ook om kennis van de toepasbaarheid. Een belangrijke taak ligt daar volgens de partners voor het onderwijs. ‘Wat je wilt, is dat die afgestudeerden, of dat nu een bouwkundige van de universiteit is of een groene hovenier van mbo4 of een hbo’er, in hun curriculum meekrijgen dat als het gaat om biodiversiteit die natuur niet alleen buiten de stad, maar ook binnen de stad belangrijk is en dat daar ook zeker de daken een rol bij spelen’, zegt Ekkel, werkzaam als lector Groene en Vitale Stad aan de Aeres Hogeschool.
‘De studenten moeten binnen hun eigen discipline bewust worden gemaakt van de kansen die er liggen. Enerzijds moeten die afgestudeerden meer oog hebben voor de potentie van daken en anderzijds moeten ze meer oog hebben voor andere domeinen die ook relevant zijn op het moment dat ze met die daken met hun eigen achtergrond aan de slag gaan. Een bouwkundige moet weten van zonnepanelen, maar ook van groene daken. En een hovenier die daken gaat aanleggen moet om te beginnen natuurlijk verstand hebben van vergroening van daken, ook als er zonnepanelen op komen. Als hij een sedumdak aanlegt of een dak met meer lagen met heesters, dient hij ook het verhaal van wateropvang en -buffering te kunnen vertellen.’
'Een bouwkundige moet weten van zonnepanelen, maar ook van groene daken'
De gedachte dat deze kennis inmiddels wel in de diverse opleidingen is geïntegreerd is onjuist, zegt Ekkel. ‘Bij de Green Deal Groene Daken is geïnventariseerd in welke curricula bij mbo, hbo en universiteit er aandacht wordt besteed aan juist die multifunctionele opgaven van daken, en dat is heel erg mager. Die Green Deal heeft dingen in gang gezet, inzichtelijk gemaakt, kennishiaten naar voren gebracht en nu moeten we meters maken in dat Nationaal Daken Plan, ook op het gebied van vernieuwing van die curricula.’
Wet- en regelgeving
Volgens Sander Scheper van Sempergreen is een aandachtspunt ook een wettelijke bepaling van de wijze waarop groene daken aangelegd moeten worden. Analoog aan het Nederlandse Bouwbesluit, een verzameling bouwtechnische voorschriften waaraan alle nieuwbouw-gebouwen en elke verbouwing minimaal moet voldoen. ‘Willen we het goed doen, dan moet er wet- en regelgeving komen. Misschien zouden groene daken ook binnen het Bouwbesluit kunnen passen, alleen er is nog zoveel vernieuwing elk jaar in concepten en in producten dat dat niet zomaar in een besluit is weg te schrijven. Daarnaast gaat er een heel andere lobby aan vooraf waarin je met veel kleinere partijen werkt dan in de bouw. Je hebt met groendakverwerkers te maken, adviesbureaus en een paar leveranciers op allemaal verschillende fronten. Ze hebben allemaal een andere rol.’
Voor de komende jaren moet volgens Scheper gekeken worden naar de toepasbaarheid van groene daken.
Een heel groot deel van de platte daken is niet geschikt voor wilde bloemen en kruiden doordat deze op een dikkere laag substraat groeien en daardoor te zwaar zijn voor het dak. Vaak kan er al wel een sedumdak worden toegepast omdat deze opbouw veel lichter is, zegt Scheper. 'Er zijn veel makkelijkere, simpelere oplossingen. Maar ook moet daar dan wel gekeken worden naar een kwaliteitsnorm. Wanneer is een groendak een kwalitatief goed groendak? Is dat alleen als er sedumvegetatie op een waterbufferend matje op groeit, of moet er minimaal 40 millimeter substraat onder liggen met een grindstrook van 30 centimeter? Dat soort variabelen. We hanteren in Nederland nu de richtlijnen van de VBB, de Vereniging Bouwwerk Begroeners die ook lid is van het NDP.’
Keurmerk
Stichting Groenkeur, die een goede bedrijfsvoering binnen de groene sector voorstaat, is ook aangesloten bij het NDP en kent sinds 10 jaar het bedrijfscertificaat Dak- en Gevelbegroening, gebaseerd op de internationale kwaliteitsnorm ISO 9001. ‘Wij vinden het belangrijk dat als je een groen dak aanlegt, dat je dat goed doet en dat het door goede bedrijven gebeurt’, zegt directeur Dick Oosthoek. ‘Wij hebben ons aangesloten om te laten zien en horen aan alle mensen die erbij betrokken zijn: wil je een groen dak stimuleren, hartstikke goed, maar doe het wel in een keer goed en gaat niet met broddelaars aan de gang. In subsidieregelingen stellen overheden daarom als eis dat men met Groenkeur-bedrijven en -vakmensen werkt. Maar ook om te zorgen dat er gezamenlijk goed handboek komt, dat er goede richtlijnen zijn en dat het goed in het beleid verankerd wordt. Dus dat de kwaliteit op alle fronten op orde is.’
Het handboek dat Groenkeur gebruikt, Praktijkboek multifunctionele groene daken en gevels, is samen met partners uit de Green Deal onlangs geüpdatet evenals de vakopleidingen. De stichting geeft vakmensen de kans zich aanvullend te bekwamen, onder meer in ‘Onderhoud en Aanleg Daktuinen’. Dat kan gekoppeld worden met ‘Veilig werken op hoogte’. ‘Het reguliere onderwijs loopt eigenlijk een beetje achter de muziek aan, ze zijn te laat wakker geworden’, zegt Oosthoek. ‘Maar niet getreurd, ze zijn begonnen. Dat heeft tijd nodig.’