Het onderzoek is een samenwerking van de Hogeschool van Amsterdam, TAUW, het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie en de gemeenten Breda, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Nijmegen en Utrecht. Het is een vervolg op het in mei verschenen onderzoek De Hittebestendige Stad. Met het onderzoek hebben gemeenten een concrete houvast voor de invulling van bomen en groen.
Het voorafgaande onderzoek in mei moest gemeenten duidelijkere maatregelen geven om hitte tegen te gaan. De algemene kennis dat bomen en groen dit doen was niet genoeg. Gemeenten wilden weten waar en hoe dit moest gebeuren. Het praktijkonderzoek biedt hier een vervolg op voor de partijen om te bepalen of een gebied geschikt is als aangename en koele plek. De onderzoekers adviseren om de wijktypologie verder te verfijnen. Hoe een gemeente vervolgens aan de slag gaat met een gebied is een kwestie van maatwerk. Daar ligt een rol voor ontwerpers.
1. Afstand tot koelte
Volgens het praktijkonderzoek moet binnen 300 meter loopafstand van iedere woning een aangename een aantrekkelijke koele verblijfsplek liggen. Binnen de zes onderzoeksgemeenten werden drie gebieden aangewezen. Hierbinnen is tijdens de hittegolf van augustus 2020 meet- en belevingsonderzoeken verricht, met sensoren en de gevoelstemperatuur als indicator. Ook is er onderzoek gedaan naar de definitie van een aangename en aantrekkelijke koele verblijfsplek, en zijn bezoekers van parken geïnterviewd naar hun beleving van de groengebieden. Alle leeftijdscategorieën blijken schaduw, bomen en groen op een warme dag belangrijker te vinden dan zitplekken, water of wind. Later in september zijn andere parken ook onderzocht op geschiktheid en voorzieningen. Met genoeg parken in ieders leefomgeving kan de gemeente de hitte beperken en de stad leefbaar houden, zo blijkt.
2. Percentage schaduw op belangrijke looproutes en in buurten
Ten tweede is het belangrijk dat bekende looproutes zich voor minimaal 40 procent in de schaduw bevinden. Zo blijven essentiële functies in de stad voor iedereen beschikbaar. Aan de hand van gemeentegegevens werden drie belangrijke looproutes per plaats aangewezen. Op drie verschillende dagtijden is met een GIS-analyse het percentage schaduw berekend. Aanvullend werd een fotoanalyse gemaakt. In het overzicht kwamen locaties met te weinig schaduw duidelijk naar voren. Het onderzoek beaamt het getal van 40 procent schaduw als haalbaar en wijst vooral naar de inrichtingskansen voor groenvoorziening en woningbouw.
3. Percentage groen per buurt
Als laatste moet een gemeente genoeg groenvoorziening bevatten om verdamping te laten optreden en de gemiddelde luchttemperatuur te beperken. Een concreet voorstel is hier afhankelijk per wijktype. Aan de hand van de Normalized Difference Vegetation Index bepaalden satellietfoto’s het percentage vegetatie in verschillende wijken binnen de gemeente. Vinexwijken en bloemkoolwijken scoorden hoog, volkswijken en historische binnensteden scoorden relatief laag. Ook is er gelet op het aandeel privaat en publiek groen. Beide sectoren zijn van belang voor de hittebestendige stad.