Steden ontstonden als ontmoetingsplaatsen. Rome was al twee millennia geleden een miljoenenstad. Er was rijkdom. Er waren thermen, arena’s en amfitheaters. De Romeinen konden er baden en bidden. Volop gelegenheid voor welvaart plus welzijn.

2000 jaar later krijgt de stedelijke mix van pecunia en welzijn opnieuw aandacht in termen van ‘brede welvaart’. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs de ‘brede welvaart’ van steden en dorpen vergeleken op basis van tientallen indicatoren. Nederlandse steden blijken volgens die indicatoren vaker dan plattelandsgemeenten onderaan op de ranglijst te staan. Er is in de stad gemiddeld wel meer materiële welvaart maar zaken als vervuiling, onveiligheid en minder sociale samenhang drukken de breed gedefinieerde welvaart. Zelfs Magere Hein zou je in de stad eerder komen halen dan op het platteland.

Dat klinkt nogal afschrikwekkend voor toekomstige bewoners van de stad. Maar het valt ook weer mee. Want in de stad zijn er ‘ruime marges’. Ofwel, de kloven in de stad zijn groot. Wie in een achterstandsbuurt woont, gaat inderdaad jaren eerder dood dan de stedeling in een welvarende buurt. Het persbericht bij de publicatie van de Regionale Monitor Brede Welvaart vermeldt ook dat de stad gemiddeld genomen vooruitgaat: 'De ontwikkeling van de brede welvaart is gunstig. In vrijwel alle gemeenten, stad en platteland, daalde het aantal geregistreerde misdrijven, nam de werkloosheid af en steeg het mediaan besteedbare inkomen. Over het algemeen verloopt deze ontwikkeling in de steden gunstiger dan op het platteland.' Ofwel: overal gaat het beter, maar in de stad gaat het nog beter. Blijkbaar is het nog niet zo’n slechte keuze om van een klein dorp richting grote stad te verhuizen.

‘Verhuizen richting stad biedt materiële kansen’

Vanwege kansen die de stad biedt om er kennis en welvaart te verzamelen verhuizen jongeren richting stad. Diploma’s zijn belangrijke assets in een meritocratische samenleving. Ze bieden garanties op een brede welvaart voor carrièremakers.  Diverse onderzoeken naar verhuisgedrag die ik jarenlang met collega’s aan de UvA deed, bevestigen de materiële opbrengsten van verhuispatronen richting de Randstad. Onderzoek naar verhuisgedag van vrouwen toonde aan dat met name hoogopgeleide vrouwen die naar de Randstad verhuisden op diverse fronten materieel gunstiger scoorden dan vrouwen die na enige tijd terugkeerden naar hun geboortestreek. De laatsten hadden minder verdiensten, vaker een partner zonder academisch diploma en samen ook minder inkomen

Zouden deze vrouwen minder carrièregericht zijn en meer gericht zijn op immateriële idealen? Liever een moestuin dan een carrière aan de Zuidas? We hebben niet kunnen vaststellen of terugkeerders naar het platteland immateriëler zijn ingesteld dan de carrièrevrouwen in de Randstad. Het blijft een veronderstelling die nog te onderzoeken valt

‘Raakt het stadse leven in diskrediet?’

De stedelijke brede welvaart ontwikkelde zich tot nog toe gunstiger dan voor het dorp, aldus de onderzoekers. Dat heeft veel te maken met de aanhoudende toestroom van talent. Echter, met de komst van de pandemie hapert de toestroom naar de steden en blijft de uitstroom doorgaan. De versnelling in het digitale werken vanwege Corona kan deze trend aanjagen. Daardoor  lijkt het alsof de stad uit is. Maar  waarschijnlijk breiden gezinnen in hun verlangen naar brede welvaart hun zoekgebied nog steeds uit binnen het uitstralingsgebied van steden.  Blijkbaar is er schaarste aan ‘welvaartsbrede’ woningen in de stad zelf. Maar er is tegelijkertijd een tegentrend.

Een nieuwe generatie stedelingen zoekt ingrediënten voor een meer ‘welvaartsbrede’ stad. Met hulp van stedenbouwkundigen, stadsecologen, architecten en ontwikkelaars krijgt de immateriële kant van wonen in de stad meer aandacht. Er is een trend gaande om de publieke ruimte te heroveren op de auto. Ontwerpen voor een 15-minutenstad, ruimte voor leef- en deelpleinen voor sociale binding, vergroening voor ontspanning, bomen tegen hittestress, wonen voor zorgbehoevende stadsveteranen, family-skyscrapers, woontorens met verticale woonbossen, duurzame houten woontorens, en nog veel meer. Het lijkt erop dat de toekomst voor de stad nog maar pas begint. Als de uitbouw van immateriële welvaart aan de materiële wordt toegevoegd, wil niemand meer weg. Hooguit een aantal zestigers die terug willen naar hun geboorteregio in Drenthe. Zoals ik de cijfers lees heeft urbanisatie als trend nog steeds de toekomst