Het miljardenproject werd in februari gepresenteerd en moet volgens RWE ontwikkeld worden tot een systeem van offshore windparken, elektrolysers, gasopslag en pijpleidingen om groene waterstof te leveren aan industriële clusters in Noordwest-Europa (Ruhrgebied, Zeeland, Antwerpen en Rotterdam). 

Het doel is om in 2030 een productiecapaciteit van 4 gigawatt (GW) te hebben ontwikkeld. NortH2 kan dus een belangrijke rol spelen bij het bereiken van de EU-doelstelling om in 2030 in heel Europa ten minste 40 GW aan elektrolysers voor waterstof te installeren. In 2040 zal de capaciteit van NortH2 naar verwachting groeien tot meer dan 10 gigawatt, genoeg om 1 miljoen ton groene waterstof per jaar te produceren. Dat staat dus gelijk aan de bijna 10 miljoen bespaarde CO2  die eerder genoemd werd.

Waterstof is een belangrijke pijler voor het kabinet. Minister van Economische Zaken en Klimaat, Eric Wiebes, liet vrijdag middels een kamerbrief weten dat uit onderzoek blijkt dat grootschalige elektrolyse op land gecombineerd met windenergie op zee haalbaar is voor 2030. ‘De koppeling van windenergie op zee en waterstof kan daarnaast de businesscase van windparken verstevigen en daarmee bijdragen aan zowel de continuïteit van de uitbreiding van windenergie op zee als aan de vergroening van andere sectoren.’ Voor het produceren van waterstof is immers elektriciteit nodig.

Volgens een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen zijn er meer dan 10 duizend banen gemoeid met het project. Daarnaast zegt RWE dat het de lokale industrie in de Eemshaven helpt met het decarboniseren van processen.