In 2015 werd in de studie 'De veerkrachtige binnenstad' de ontwikkeling al benoemd: recreatief winkelen of ‘funshoppen’ in binnensteden neemt af. De huidige coronamaatregelen versterken deze trend en zorgen voor een hoge druk op de economische vitaliteit van de binnensteden. Nog altijd lopen er minder mensen door de straten dan voor de pandemie. Ondernemers lopen hiermee hun omzet mis, belanden in een lastige financiële situatie en moeten werknemers ontslaan. Dit zorgt voor een negatieve werkgelegenheid voor jongeren en laagopgeleiden, en bezorgt de gemeenten meer uitgaven en minder inkomsten. Een andere trend is het toenemende aantal bewoners in binnensteden. Of corona ook deze trend verder zal versterken, is niet onduidelijk.

Het afnemende winkelaanbod hoeft niet te betekenen dat de binnensteden erop achteruitgaan. Volgens de studie zijn de Nederlandse binnensteden op lange termijn veerkrachtig genoeg om de economische gevolgen van de coronapandemie te doorstaan. Ondanks dat winkels verdwijnen blijken kernkwaliteiten als de sociaal-culturele betekenis, centrale ligging en de sfeer niet in waarde te verliezen. Een goed voorbeeld is de ontwikkeling na de economische crisis van 2008. De kritieke omstandigheden zorgden toen voor een vervanging van winkelgelegenheden door horeca. De binnenstad ontwikkelde en liet zien zich aan te passen aan de maatschappelijke vraag. Volgens Locatus steeg het aantal horecapanden in de zeventien grootste steden tussen 2009 en 2019 met gemiddeld 21 procent.

De impact van corona op de binnensteden varieert per stad. Door het afnemende toerisme merken eerst de grote steden de gevolgen. Vooral Amsterdam, maar ook Den Haag en Rotterdam, kennen een relatief hoog aandeel toeristen. Sommige detailhandelvormen zijn er grotendeels afhankelijk van het toeristische publiek. Na deze steden worden de zwakkere binnensteden getroffen. Corona versterkt hier de al bestaande negatieve trends (online-retail en breder aanbod door grotere partijen), ondanks dat gemeenten hun best doen dit tegen te gaan. Voor de middellange termijn zijn de uitdagingen in aard en omvang te locatie-specifiek om uitspraken over te doen, stelt het PBL.

Een overhaaste herinrichting van binnensteden wordt afgeraden. Door de complexiteit en de uiteenlopende impact van de ontwikkeling is het nog te vroeg om plannen te maken. Ook de positieve geluiden omtrent het corona-vaccin zorgen voor een onduidelijk beeld van de winkelstraat anno 2021. Daarbij verschillen winkelgebieden onderling in aanpassingskracht, en is een gebiedsinrichting niet zomaar veranderd. Voor gemeenten is het nu belangrijk om rekening te houden met verschillende scenario’s en de ontwikkeling zorgvuldig te monitoren.