Zowel Lloyd Drop van GO Sharing als Anouk van der Laan van Check geven aan dat vooral in de maanden maart en april minder ritten werden gemaakt, maar dat corona verder geen negatieve gevolgen heeft gehad voor hun. Van der Laan: ‘Je merkte vooral in het begin van het jaar de rechtstreekse gevolgen van de persconferenties. De lancering van Check in Rotterdam viel namelijk samen met het begin van de coronacrisis in Nederland. We gingen tijdens de eerste weken in Rotterdam door het dak, maar tijdens het begin van corona zagen we een tijdelijke terugval in het aantal ritten.
‘Vervolgens kregen we een zomer waarin de maatregelen geleidelijk versoepelden, dit zagen we terug in een opmars van het gebruik van onze deelscooters. Van de aangescherpte maatregelen in oktober merkten we niet veel. We lanceerden daarna ook in Amsterdam, Breda en Den Haag. We hadden voor de coronatijd verwachtingen en die zijn eigenlijk allemaal overtroffen. We hebben nu zo’n 60 duizend klanten. Het is natuurlijk lastig om te zeggen hoe de situatie zou zijn geweest zonder corona’, aldus de woordvoerder van Check.
Dit is een herkenbaar beeld voor Drop. ‘Het is duidelijk dat corona impact heeft gehad. We zagen vooral dat er minder ritten werden gemaakt in de beginmaanden van dit jaar. Het ledenaantal bleef wel stijgen, iets wat natuurlijk ook komt door lanceringsgroei. De GO-scooter werd in deze periode beschikbaar voor meer mensen in meerdere gemeenten. Na maart en april zagen we ook het aantal ritten herstellen. Op een gegeven moment plukten we zelfs misschien wel de vruchten van corona. Mensen die, met het oog op besmettingsgevaar, niet meer met het openbaar vervoer wilden, sloten zich bij ons aan en maakten ritjes.’
Volgens Drop en Van der Laan kan er daarom ook op de lange termijn geprofiteerd worden van het veranderende reisgedrag van de Nederlander. Van der Laan ziet dat steeds meer mensen een deelscooter omarmen als vervanging van bijvoorbeeld een eigen scooter of auto. Ze verwacht daarom niet dat de elektrische scooter, die bij Check tegen een starttarief van 50 eurocent plus een minuuttarief van 25 cent gehuurd kan worden, de eerste bezuinigingspost bij financiële tegenspoed zal zijn. Ook het stijgende aantal thuiswerkers baart haar geen zorgen. ‘Dan zouden we dat nu allang gemerkt hebben.’
De opmerkingen van Drop en Van der Laan worden kracht bijgezet door een onderzoek van het Duitse deelscooterbedrijf UNU, waaruit blijkt dat Nederland de snelst groeiende markt voor deelscooters is. De toename ten opzichte van 2019 kwam uit op 794 procent. In totaal rijden in Nederland 5.650 scooters rond in 19 steden. Dat is goed voor de achtste plek wereldwijd, achter Frankrijk, de Verenigde Staten, Duitsland, Italië, Taiwan, Spanje en India.
Foutparkeren
Het toenemende gebruik van deelscooters zal het aantal scooters dat schots en scheef geparkeerd staat alleen maar doen groeien, met bijbehorende ergernissen. Iets waar gemeenten en bewoners mee worstelen. Op twitter worden via de hashtag #felyxchallenge, vernoemd naar deelscooteraanbieder Felyx, verkeerd geparkeerde scooters gemeld. Het is een initiatief van journalist Erik Bouwer. Hij zegt tegen NRC het moreel verwerpelijk te vinden dat de openbare ruimte van steden wordt gekaapt door commerciële en ordinaire scooterverhuurders.
Drop denkt dat mensen nog steeds moeten wennen aan deelvervoer en dat een foutgeparkeerde scooter meer in het oog springt dan een verroeste fiets. Van der Laan zegt dat je via de app en de site van Check scooters die niet goed geparkeerd zijn kan melden. Dan krijgen gebruikers een berichtje dat ze hun gebruikte voertuig moeten verplaatsen. ‘Als ze dat niet doen volgt een boete of, na meerdere waarschuwingen, verwijdering van het platform. Deelscooters zijn nieuw in het straatbeeld dus is het logisch dat mensen er nog aan moeten wennen. Als je echter kritisch gaat kijken naar de hoeveelheid auto’s die er in een stad zijn en het feit dat ze 95% van de tijd stilstaan, is dat pas een inefficiënt gebruik van de openbare ruimte. Maar omdat we dat gewend zijn en er parkeerplekken zijn voor auto’s, hoor je daar veel minder mensen over. Daarom willen we, samen met gemeenten, ook kijken naar structurele parkeerplekken voor deelscooters.’
Dat wil volgens haar niet zeggen dat er geen problemen zijn. ‘Er liggen uitdagingen, want we hebben het streven dat gebruikers binnen 200 meter een scooter kunnen vinden. We evalueren meerdere keren per jaar met gemeenten om te kijken wat beter kan. Ook werken we samen met andere deelscooteraanbieders. We proberen gezamenlijk in te zetten op gedragsverandering. Gebruikers moeten het idee hebben dat deelscooters van ons allemaal zijn. Als dit gevoel leeft zullen mensen zorgvuldiger zijn met het parkeren van hun scooter, denk ik.’
Duurzaamdheidsdiscussie
Daarnaast werd vorige week in dagblad Trouw de discussie over de veiligheid en duurzaamheid van de elektrische deelscooters aangezwengeld. Ze zouden ervoor kunnen zorgen dat wandelingetjes en fietsritten ingeruild worden voor een ritje met de scooter. Dit is minder duurzaam, met het oog op het productieproces van het elektrische vehikel. Daarnaast zorgt het minuuttarief ervoor dat mensen gehaaster rijgedrag gaan vertonen, wat de veiligheid op de weg niet ten goede komt.
Hier willen Drop en Van der Laan graag op reageren. De woordvoerder van Check ontkent ook niet dat sommige scooterritten ten koste gaan van fietsritten en wandelingen en claimt ook niet dat het productieproces CO2-neutraal is. Dat elektrische deelscooters in het algemeen niet duurzaam zijn, spreekt ze wel tegen: ‘40% van de autoritten is korter dan 2 kilometer en blijft in de stad. Als je die ritten weet te vervangen met een elektrische deelscooter is daar een grote duurzaamheidswinst te behalen.’
‘Daarnaast zit de duurzaamheidswinst ook in de ruimte die een voertuig in beslag neemt ten opzichte van de frequentie van gebruik en het aantal personen dat kan worden vervoerd. Ik heb een voorbeeld: met twaalf vierkante meter publieke ruimte vervoeren zes deelscooters bijna 55 mensen per dag, tegenover één auto die iets meer dan twee mensen per dag vervoert en acht fietsen die ruim zes mensen per dag vervoeren’, vervolgt Van der Laan. Daarnaast geeft ze aan dat er op scooters van Check meer dan een half miljoen ritten zijn gemaakt, waarbij nog geen noemenswaardige ongevallen hebben plaatsgevonden.
Ook Drop ziet terug dat fietsritten en wandelingen vervangen worden door ritjes met de scooter. Het aantal autoritten is echter ook verminderd, met minder CO2-uitstoot als gevolg. ‘Kortom, er wordt aan 2 kanten gewogen. Daarnaast wordt een deelscooter vaak ook gebruikt vanwege de flexibiliteit en de snelheid. Dat zijn factoren die niet altijd gewaarborgd worden door de fiets. Deelscooters zullen dan ook niet elke fietsrit vervangen, maar juist net de snelle of flexibele rit. Om te zeggen dat een deelscooter een vervanger is van de fiets, lijkt ons dan ook niet juist.’
De ‘expansion manager’ van GO Sharing vindt discussie goed, maar wil benadrukken dat een auto groter is en veel vaker stilstaat dan een scooter en dat de deelscooter ook geen vervanger moet worden van het openbaar vervoer. Deelscooters moeten volgens hem een aanvulling zijn op het openbaar vervoer en daarom wordt er ook samengewerkt met OV-partijen als NS, Ret en HTM. Uiteindelijk vindt Drop het ook niet verrassend dat steeds meer gemeenten deelscooterinitiatieven omarmen. Ook als ze eerst terughoudend waren. ‘Zo verwachten we volgend jaar ook in Utrecht actief te zijn, want daar gaan ze binnenkort beginnen met het uitwerken van het vergunningstelsel.’