Voor alle luchtverontreinigende stoffen is de uitstoot tussen 2005 en 2018 gedaald, stellen PBL, RIVM en TNO in de nevenpublicatie van de Klimaat- en Energieverkenning 2020. De verwachting is dat die daling doorzet, maar dat het tempo waarin dat gebeurt tussen 2018 en 2030 afneemt. Dat komt vooral door de zogenaamde 'dalende meeropbrengst'. In diverse sectoren zijn innovatieve technologieën toegepast met het doel uitstoot te verminderen. Ingrepen die volgen hebben ook effect op de emissie, maar minder dan eerdere toepassingen. 

Stikstofoxiden

De uitstoot van stikstofoxiden, die vooral ontstaan bij verbranding van fossiele brandstoffen, neemt tussen 2018 en 2030 naar verwachting met 38 procent af. In de mobiliteitssector daalt de uitstoot met 41 procent. Strengere emissiewetgeving voor vrachtauto’s en elektrische auto’s maken hier een groot verschil. In de energiesector wordt een daling van 53 procent verwacht. 

Fijnstof

Europese emissiewetgeving voor de mobiliteitssector zorgt in grote mate voor de daling van fijnstofuitstoot met 17 procent. Naar verwachting stoot deze sector tussen 2018 en 2030 42 procent minder fijnstof uit. De Europese emissiewetgeving heeft ook de grootste invloed op de daling van niet-methaan vluchtige organische stoffen, die naar schatting 3 procent zal bedragen. Niet-methaan vluchtige organische stoffen komen onder meer vrij bij de verdamping van benzine. 

Ammoniak

Voor ammoniak, waarvan het grootste deel wordt uitgestoten door de landbouw, is het nog onzeker of het doel bereikt wordt. In 2030 moet er 21 procent minder ammoniak worden uitgestoten ten opzichte van 2005, een maximale uitstoot van 121 kiloton. In de raming valt de uitstoot daar met 120 kiloton nét onder.

Volgens de raming daalt de ammoniakemissie tussen 2018 en 2030 met 7 procent. In de landbouw daalt de emissie met 10 procent, vooral door minder uitstoot door dierlijke mest door emissiearme stallen en het krimpen van de veestapel. Emissies van huishoudens, de industrie en de mobiliteitssector stijgen licht.

Stikstofproblematiek 

Landelijk daalde de uitstoot van stikstofoxiden tussen 2005 en 2018 drie keer zo snel als die van ammoniak. PBL, RIVM en TNO verwachten dat die grotere afname ook tussen 2018 en 2030 zichtbaar zal zijn. Het voorgenomen stikstofbeleid is nog niet in de raming meegenomen en kan ervoor zorgen dat ook de ammoniakuitstoot sneller zal dalen.

De auteurs wijzen erop dat het behalen van de emissiereducties zoals genoemd in het rapport weliswaar bijdraagt aan de stikstofdepositie in natuurgebieden, maar de problematiek niet zal oplossen. De betreffende emissiedoelen zijn opgesteld met het doel nadelige gezondheidseffecten door uistoot te verminderen. 

Corona

De auteurs melden ook dat de coronacrisis, die zorgt voor verandering in emissieuitstoot in met name de mobiliteitsector en de industrie, geen invloed heeft op het behalen van de reductiedoelen. Voor dit jaar werden twee scenario’s ontwikkeld, met een verschil in verloop van de pandemie, de wintertemperatuur en de omvang van de elektriciteitsproductie. In beide gevallen blijft de uitstoot onder de maximale emissie zoals binnen de EU is vastgesteld. ‘Ook zonder COVID-19-pandemie zouden de doelen in 2020 ruim zijn gehaald’, zo lezen we in het rapport.