Sportaccommodaties kunnen nog volop verduurzaamd worden, blijkt uit eerste cijfers van het Mulier Instituut en CFP Green Buildings. Naar schatting moet 3,5 miljard euro geïnvesteerd worden om de sportsector volledig CO2-neutraal te maken. De belangrijkste maatregelen om dit te bereiken zijn het installeren van zonnepanelen en warmtepompen en het beter isoleren van accommodaties.

Veel sportaccommodaties zijn in eigendom van gemeenten. 72 procent van hen investeerde in 2018 in 2019 in verduurzaming van sportaccommodaties, blijkt uit het rapport. Bij de grotere gemeenten (meer dan 50.000 inwoners) was dat 92 procent, bij de kleinere (20.000 of minder) 50 procent. Het Mulier Instituut verklaart dit door een verschil in financiële en personele middelen tussen beide, en de omvang van de vastgoedportefeuille. Dit laatste zorgt er mogelijk voor dat er bij grote(re) gemeenten eerder accommodaties zijn die voor een investering in aanmerking komen.

Gemeenten

Van de gemeenten die aangeven te hebben verduurzaamd, deed 30 procent dit met energiebesparende maatregelen en 2 procent met duurzame energieopwekking. 40 procent geef aan in beide te hebben geïnvesteerd. Het installeren van ledverlichting binnen of buiten is het meest populair onder gemeenten (resp. 65 en 62 procent van de gemeenten nam deze maatregel), gevolgd door de installatie van zonnepanelen en -collectoren (61 procent). Hoe groter de gemeente, hoe populairder het investeren in zonnepanelen en -collectoren is. Van de gemeenten met 100.000 inwoners of meer investeerde bijna acht op de tien in panelen of collectoren, van de gemeenten met minder dan 20.000 inwoners is dat vier op de tien.

91 procent van de gemeenten geeft aan dat zij ook de sportverenigingen in hun gemeente hebben ondersteund. Zo attendeerden zij verenigingen op relevante subsidies en regelingen (78 procent) of hielpen ze bij subsidieaanvraag of het verduurzamingsproces (47 procent). 35 procent verstrekte een verduurzamingsubsidie. Dit gebeurde het meest bij gemeenten met 100.000 inwoners of meer.

Verenigingen

Met de Stimuleringsregeling bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) kunnen amateursportverenigingen onder meer subsidie aanvragen voor verduurzaming. 27 procent van de verenigingen zegt sinds de inwerktreding van de regeling op 1 januari 2019 geïnvesteerd te hebben in energiebesparende maatregelen en/of duurzame energieopwekking.

Vanuit de BOSA is in 2019 is 26 miljoen euro uitgekeerd voor duurzaamheidsmatregelen. Het meeste geld ging naar sportveldverlichting, zonnepanelen en isolatie van de accommodatie. Het Mulier Instituut verwacht dat ledverlichting populair is, zowel onder verenigingen als gemeenten, omdat dit een relatief eenvoudige ingreep is. Kostenbesparing is het meestgenoemde argument voor verenigingen om te verduurzamen. 

Overigens is in 2019 vooralsnog minder gebruikgemaakt van de regeling. Opvallend is dat slechts 7 procent van de verenigingen aangeeft dat corona invloed heeft op de subsidieaanvragen. Het Mulier Instituut houdt er wel rekening mee dat corona alsnog invloed zal hebben op verduurzaming.

Het Mulier Instituut concludeert dat gemeenten een belangrijke rol spelen in de verduurzaming van accommodaties. Wat de maatregelen concreet hebben opgeleverd aan CO2-reductie, is onduidelijk. Het instituut hoopt hier volgend jaar beter zicht op te hebben.

Gemeenten vaak exploitant

Gemeentelijke sportaccommodaties kunnen op diverse manieren geëxploiteerd worden. Het grootste deel van de binnen- en buitensportaccommodaties wordt gerund door een gemeentelijke dienst, zoals voor sport en recreatie of maatschappelijk vastgoed, gevolgd door een zelfstandig sportbedrijf buiten de gemeentelijke organisatie en private partijen die subsidie ontvangen voor exploitatie. Ook kan er binnen de gemeente sprake zijn van een combinatie van exploitatievormen.

Met de whitepaper Verduurzamen: Wie is aan zet? illustreert jurist en fiscalist Paul Steenbergen in opdracht van Kenniscentrum sport & bewegen de complexiteit van verduurzaming van sportaccommodaties. Accommodaties kunnen meerdere eigenaren hebben, en het is niet altijd duidelijk wie waarvan de eigenaar is en wie waarvoor verantwoordelijk is. In de praktijk betekent dit soms dat de ene partij investeert in maatregelen waarbij een andere partij baat heeft. In de whitepaper zet Steenbergen uiteenzet welke stappen moeten worden doorlopen naar het verduurzamen van vastgoed.