De discussie over wel of niet woningbouw plegen in uitleglocatie Rijnenburg sleept voort. Grondeigenaren, onder meer de ontwikkelaars/beleggers BPD, AMVEST, AM, Ballast Nedam en de woningcorporaties Mitros en Portaal, staan naar eigen zeggen te springen om 20 tot 25 duizend nieuwe woningen in het gebied te realiseren.
De gemeente houdt de poot stijf en kiest voor binnenstedelijk bouwen. De Utrechtse coalitiepartijen D66, ChristenUnie en GroenLinks zien liever een energielandschap in het buitenstedelijke Rijnenburg verrijzen, met windmolens van 235 meter hoog en ruim 200 hectare aan zonnepanelen. Als het aan de partijen ligt, is er in ieder geval tot 2035 geen ruimte voor woningen in het gebied. Dat besloten zij gezamenlijk in een geheim overleg, meldt DUIC. De provincie Utrecht schaart zich achter de energieplannen en blijft de weg van zo veel mogelijk binnenstedelijk ontwikkelen bewandelen. Omliggende gemeenten roeren zich. Bewoners vrezen dat de bijzonder hoge windmolens negatief uitpakken voor de leefbaarheid.
Het afgelopen jaar werd de discussie over Rijnenbrug op steeds hoger niveau gevoerd, oplopend tot de Tweede Kamer. 'Rijk, neem het heft in handen bij de polder, dat is nodig voor de grote woningbouwopgave', klonk het uit verschillende hoeken. Tot 2040 moet de stad Utrecht ruim 70 duizend nieuwe woningen bijbouwen, om het woningtekort tegen te gaan. De 25 duizend woningen waar op Rijnenburg plek voor is, zouden dus een substantieel verschil maken. Bovendien is de woningbouwopgave regio-overstijgend. Woningen in Rijnenburg zouden niet alleen de druk op Utrecht verlichten, maar op de hele Randstad.
Vooralsnog is het kabinet afhoudend. Minister Kajsa Ollongren van BZK wil de gemeente Utrecht niet dwingen tot woningbouw in de polder, gaf zij afgelopen maandag aan bij een debat over de woonbegroting. Bovendien ziet de minister nog een barrière in de infrastructurele ontsluiting van het gebied. Die moet op orde zijn voordat er woningen komen. Geen goed vervoer, geen bouw.
Tot ongenoegen van VVD-lid Koerhuis en CDA-lid Terpstra. Zij verzoeken met een motie om een ‘proactieve aanwijzing’ vanuit het Rijk. Met zo’n aanwijzing kan de landelijke overheid voor de gemeente Utrecht bepalen wat de bestemming van de polder wordt. De enerieplannen worden dan verruild voor woningbouwplannen.
Het is niet de eerste keer dat Koerhuis een aanzet doet tot Rijksregie in de polder. In juli diende hij samen met D66-lid Van Eijs een motie van gelijke strekking in. Kabinet, kijk expliciet naar Rijnenburg als mogelijkheid voor grootschalige woningbouw, was de kern van de motie. Het voorstel werd aangenomen. De meest recente motie gaat een stap verder, van kijken naar ingrijpen.
Harm Janssen, directeur Regio Noord-West bij BPD Gebiedsontwikkeling, heeft er vertrouwen in dat er alsnog woningen in Rijnenburg komen. De woningbehoefte is volgens hem simpelweg te groot om de polder links te laten liggen. Of dat via de motie en ingrijpen van het Rijk gaat, of via een gedachtenverandering bij de Utrechtse Raad, is BPD daarbij om het even. ‘We gaan wat ons betreft samen met de gemeente kijken hoe we duurzame energieopwekking kunnen combineren met woningbouw. De huidige plannen voor de hoge windmolens sluiten woningbouw uit, maar energieopwekkende woningen bieden een goed alternatief.’
Aan de ontsluiting van Rijnenburg moeten we volgens Janssen niet te zwaar tillen. De polder ligt aan twee snelwegen en is volgens hem goed te verbinden met het verbinden met het Utrechtse OV-netwerk. Bovendien speelt ontsluiting bij elke gebiedsontwikkeling, of het nou binnen- of buitenstedelijk is. ‘Als je woningen ontwikkelt, moet je altijd in de bereikbaarheid investeren. Dat geldt voor Rijnenburg, maar ook voor binnenstedelijke ontwikkelingen in bijvoorbeeld de A12-zone. De polder is in die zin niet bijzonder.’