Beleidskeuzes op het gebied van infrastructuur, woningbouw, economische clusters en onderwijs kunnen deze toekomstperspectieven verbeteren, waardoor de kansengelijkheid steeds minder afhankelijk wordt van de woonomgeving, aldus het college.

Daan Zandbelt, Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving en een van de auteurs van het advies, vergelijkt het te voeren beleid met tuinieren. Als een tuin niet voldoende wordt bijgehouden, overwoekert deze. Als een tuin dan weer te veel wordt bijgehouden, is er geen ruimte meer voor spontane bloei en zal de tuin haar kwetsbaarbeid tonen. Door de tuin beetje bij beetje bij te sturen, worden de beste condities gecreëerd om te bloeien. Zo kan de overheid ook kansengelijkheid en economische excellentie stimuleren door ruimtelijk gezien precies genoeg te sturen.

In het advies doet het College van Rijksadviseurs een aantal aanbevelingen. Een daarvan is het stimuleren van gemengde wijken door verschillende woningtypes met verschillende prijzen te bouwen, zodat de diversiteit wordt vergroot. Het idee achter de gemengde wijk is het voorkomen van segregatie van kwetsbare groepen, die zich door de komst van een rijkere middenklasse kunnen spiegelen om hun toekomstperspectief te verbeteren.

Daarnaast richt het advies zich ook op het voorkomen van agglomeratienadelen, zoals te dure stadscentra en segregatie van bevolkingsgroepen. Vooral bekende groeikernen als Alphen aan de Rijn, Almere en Spijkenisse kampen met deze problemen. Door economische activiteiten in een gebied te stimuleren, blijft werkgelegenheid op ieder opleidingsniveau nabijgelegen.

Tot slot onderstreept het college het belang van openbaar vervoer. Het openbaar vervoer moet de ruggengraat van elke regio worden, omdat het de kansengelijkheid kan verbeteren. Een goede verbinding met economische clusters, stadscentra, werkgelegenheid en campussen kan segregatie voorkomen, omdat deze gebieden dan voor iedereen even toegankelijk zijn. Daarnaast vergroten deze uitwisselingsmogelijkheden de kans op innovatie.