Er waren begin voor jaar bijna acht miljoen huishoudens die samen 2 400 miljard euro aan bezittingen hadden. Daar stond 870 miljard euro aan schulden tegenover, waardoor het totale vermogen in Nederland uitkwam op 1 540 miljard. Prijsstijgingen en -dalingen van woningen hebben grote invloed op het vermogen van huishoudens. Bijna 6 op de 10 huishoudens hadden in 2019 een eigen woning. De eigen woning vormde met 60 procent van de bezittingen het grootste vermogensbestanddeel. Daarna volgen bank- en spaartegoeden en aanmerkelijk belang. De hypotheekschuld is de grootste schuldenpost.
Hoogste vermogen bij ouderen
Het vermogen is sterk afhankelijk van de levensfase waarin een huishouden zich bevindt. Jonge huishoudens met een hoofdkostwinner tot 25 jaar hebben nauwelijks vermogen, omdat de meeste mensen dit pas in de loop der jaren opbouwen. De hoogste vermogens zijn dan ook te vinden bij de 65-plussers. Zij bezitten vaak een eigen woning en hebben nauwelijks of geen hypotheekschuld meer.
Begin 2019 bedroeg het doorsnee vermogen van 65-plushuishoudens ruim 142 duizend euro. Ruim de helft van deze huishoudens had een vermogen van meer dan een ton en bij 14 procent was dat meer dan een half miljoen. Slechts drie procent had een negatief vermogen. Onder jongere huishoudens kwam een negatief vermogen vaker voor: onder huishoudens met een hoofdkostwinner jonger dan 25 jaar was dat 47 procent, van de 25 tot 45-jarige huishoudens was dat bijna 1 op de 4.
Grotere vermogens in kleine Brabantse gemeenten
Bloemendaal was in 2019 de meest vermogende gemeente van Nederland, met een doorsnee vermogen van 381 duizend euro. Dat is bijna 8 keer zoveel als landelijk (49,8 duizend euro). Ook staan er in de top tien van meest vermogende gemeenten veel Brabantse dorpen: Alphen-Chaam, Hilvarenbeek, Oirschot en Sint-Anthonis. Hier wonen naar verhouding veel ouderen, die gedurende hun leven een flink vermogen hebben opgebouwd. Daarnaast behoorden ook Laren, Rozendaal, Heemstede, Bunnik en Bergen tot de tien gemeenten met de hoogste vermogens.
Kleinere vermogens in grote steden
Huishoudens met het laagste doorsnee vermogen bevinden zich vooral in de grote steden. Het minst vermogend is Rotterdam met een doorsnee vermogen 6,1 duizend euro. In de grote steden wonen relatief veel jongeren, uitkeringsontvangers en personen met een niet-westerse migratieachtergrond. Deze groepen hebben doorgaans weinig vermogen.
Een euro in 2019 had wel een andere waarden dan in 2008. Wordt er rekening gehouden met de prijsontwikkeling, dan is het doorsnee vermogen nog niet op het niveau van 12 jaar geleden.
Klik hier voor visuele toevoegingen aan de gegevens.