In 2019 maakten Nederlanders 4,8 miljard ritten met de fiets, waarbij 17,6 miljard kilometer werd afgelegd. Dit komt neer op een gemiddelde van drie kilometer fietsen per Nederlander per dag. Vrouwen fietsen meer dan mannen. In totaal maken vrouwen bijna 17 procent meer fietsverplaatsingen per jaar (2,4 miljard tegenover 2,0 miljard).
Kinderen hebben een hoger aandeel in het aantal verplaatsingen dan volwassenen. Tot 18 jaar gaat bijna de helft (48%) van de verplaatsingen per fiets. Mensen tussen 30 en 60 jaar maken het minst vaak gebruik van de fiets. Als mensen de zestig hebben gepasseerd, dan bestijgen ze weer vaker het stalen ros.
In de vier grote gemeenten (G4) werd de fiets steeds vaker gebruikt als manier van verplaatsing. Van de vier grote steden wordt in Utrecht het vaakst gebruik gemaakt van de fiets. Door de aanwezigheid van een tram- en metrosysteem is het aandeel fietsgebruikers in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam lager. In Leiden, Zwolle en Groningen fietsen mensen het vaakst. Meer dan de helft van de verplaatsingen binnen deze gemeenten gaat per fiets. Ook steeds meer mensen met een niet-westerse migratieachtergrond gebruiken de fiets, maar wel minder vaak dan de andere Nederlanders.
Werkgevers
10 tot 15 procent van de werkgevers heeft de parkeerplaatsen, de voorzieningen en de aanschafvergoeding voor fietsen in het afgelopen jaar verbeterd. Een vergelijkbaar aandeel verwacht dit (ook) het komende jaar te doen. 51 procent van de werkgevers biedt een vergoeding voor de aanschaf van een (elektrische) fiets. In mei 2019, vijf maanden na de introductie, maakte 10 procent van de werkgevers gebruik van de leaseregeling voor de fiets.
Corona
Het gebruik van de fiets (ritten per persoon per dag) bleef tijdens het begin van de coronacrisis vrij stabiel in vergelijking met de periode ervoor. Het oordeel over de fiets heeft niet geleden onder de coronacrisis en is in de afgelopen maanden vrij stabiel gebleven.
Ongeveer 37 procent van de mensen die als gevolg van corona minder gebruik maken van bus, tram of metro (BTM) gebruiken in plaats daarvan vaker de fiets; voor de trein is dit het geval voor 14% van de reizigers. Dit verschil kan deels worden verklaard door de ritafstand: BTM-ritten zijn vaak korter dan treinritten en daardoor makkelijker vervangbaar door de fiets.
Van de mensen die als gevolg van de crisis zijn overgestapt van het OV naar de fiets, geeft het merendeel (72%) aan dat dit goed bevalt. Alhoewel de meeste mensen verwachten na corona weer terug te gaan naar het oude gedrag, blijkt dat een kwart van de mensen vaker ervoor gaat kiezen om te fietsen en lopen.
Elektrische fiets
In 2019 ging 18 procent van de fietsverplaatsingen met de elektrische fiets en werd ruim een kwart (26 procent) van de fietskilometers elektrisch afgelegd. Dit komt neer op ruim 700 miljoen e-fietsverplaatsingen, waarbij meer dan 4,1 miljard km wordt afgelegd. In 2013 ging het nog om 8% van de verplaatsingen en 12% van de fietsafstand.
In alle leeftijdsgroepen is de totaal afgelegde afstand met een e-fiets toegenomen. Hoewel de elektrische tweewieler nog steeds het populairst is onder 65-plussers, groeit het aandeel elektrische fietskilometers dat wordt afgelegd door mensen jonger dan 65 het sterkst.
Bij vrouwen speelt de e-fiets een grotere rol in alle fietsverplaatsingen dan bij mannen. Vrouwen maakten in 2019 ongeveer 85% meer verplaatsingen met de e-fiets dan mannen (456 miljoen tegenover 245 miljoen). Mannen fietsen daarentegen gemiddeld verder per e-fietsverplaatsing (7,9 tegenover 4,8 km). Het verschil in afgelegde afstand is daardoor kleiner dan in het aantal verplaatsingen. Vrouwen legden in 2019 ongeveer 14% meer afstand af op een elektrisch rijwiel dan mannen (2,2 miljard tegenover 1,9 miljard km).
Een gemiddelde verplaatsing met een niet-elektrische fiets is ongeveer 3,6 kilometer lang, die met een elektrische variant ongeveer 5,9 km. Mensen van 75 jaar en ouder leggen gemiddeld de langste afstand af per verplaatsing (7,2 km). Dit komt omdat zij de fiets met batterij relatief veel gebruiken om te toeren.
Het aantal nieuw verkochte elektrische fietsen is de afgelopen jaren flink gegroeid. In 2013 werden er nog minder dan 200.000 nieuwe e-fietsen verkocht, in 2019 waren dat er meer dan 420.000. Inmiddels is meer dan vier op de tien nieuw verkochte fietsen een elektrische.
Sinds het uitbreken van de coronacrisis is de verkoop van elektrische fietsen gestegen. In mei 2020 lag de verkoop van elektrische rijwielen 38 procent hoger dan een jaar eerder.
Klik hier voor meer fietsfeiten.