Naar schatting van Stichting Accessibility hebben 4 miljoen Nederlanders problemen met digitale toegankelijkheid. Uit onderzoek naar 7.000 overheidssites bleek onlangs dat digitale toegankelijkheid bij veel overheden nog in de kinderschoenen staat. Het leeuwendeel van de websites is niet of onvoldoende toegankelijk voor mensen met een beperking. Waar loopt deze groep online tegenaan?

‘Het gaat om een breed scala aan problemen. Denk aan iemand met een visuele beperking die werkt met voorleesapparatuur en geen paspoort kan aanvragen omdat het formulier niet toegankelijk is. Of iemand die doof is en een videotoespraak over Covid-19 niet kan volgen, omdat het ontbreekt aan ondertiteling of gebarentaal. Het betekent dat een grote groep mensen in Nederland niet zelfstandig gebruik kan maken van allerlei informatie en dienstverlening. In het VN-verdrag Handicap staat dat mensen met een beperking volwaardig mee moeten kunnen doen in de samenleving. Online informatie biedt absoluut kansen, maar dan moet het wel toegankelijk zijn voor iedereen. De Week van de Toegankelijkheid van 5 t/m 9 oktober staat dit jaar dan ook niet voor niets in het teken van digitale toegankelijkheid.’

Aan welke criteria moet een toegankelijke website voldoen?

‘Voor overheden geldt dat hun websites moeten voldoen aan de WCAG 2.1 niveau A en AA. Dit zijn 50 toegankelijkheidscriteria. Eén criterium regelt bijvoorbeeld dat iemand met voorleesapparatuur door een website kan navigeren. Als hieraan niet wordt voldaan, is de website niet toegankelijk. Overigens leveren deze criteria niet per definitie een gebruiksvriendelijke website op. Voor iemand met een licht verstandelijke beperking is bijvoorbeeld begrijpelijk taalgebruik heel belangrijk. Wij adviseren dus om gebruiksvriendelijkheid – naast taalgebruik gaat dat ook om zaken als vindbaarheid van informatie en navigatiegemak – mee te nemen in het programma van (toegankelijkheids)eisen.’

Sinds 23 september moeten overheden bij wet aandacht hebben voor toegankelijke communicatie. Wat houdt de wet in? En richt deze zich enkel op websites, of ook andere vormen van (digitale) communicatie?

‘Het Besluit Digitale Toegankelijkheid stelt dat vanaf 23 september overheden de toegankelijkheidscriteria moeten toepassen en op ál hun websites een toegankelijkheidsverklaring moeten publiceren. Vanaf 23 juni 2021 geldt dit ook voor apps. Daarnaast verplicht het VN-verdrag Handicap het betrekken van ervaringsdeskundigen bij het ontwikkelen van producten en diensten. Gelukkig komt hier steeds meer aandacht voor. Zo werkten mensen met een beperking uit onze achterban mee aan het toegankelijk, begrijpelijk en gebruiksvriendelijk maken van de CoronaMelder-app.’

Stel, er wordt binnen mijn gemeente nog weinig met toegankelijkheid gedaan. Waar begin ik?

‘Veel gemeenten weten niet hoeveel websites ze in eigendom hebben. In sommige gevallen zijn dat er tientallen of zelfs honderden. Het is een eerste stap om dat te inventariseren. Op basis daarvan maak je een plan waarin je formuleert wat je als eerste aanpakt. Waar liggen de grootste toegankelijkheidsproblemen? En wat is voor burgers van essentieel belang? Die prioritering kun je samen met burgers met een beperking maken. Voor hen is bijvoorbeeld het aanvragen van een WMO-voorziening, een paspoort of rijbewijs belangrijk. Maar ook een afspraak maken of een melding doen over de openbare ruimte. Kijk ook naar quick wins: welke problemen kun je snel en zonder al te veel kosten oplossen? Meer ideeën vind je in deze toolkit.’ 

Hoe implementeer je toegankelijkheid in het gemeentelijk beleid?

‘Het start met bewustwording over het belang van digitale toegankelijkheid. Je kunt hierin samenwerken met ervaringsdeskundigen. Vraag iemand die blind is te demonstreren hoe hij of zij een website gebruikt en wat de impact is als een website niet toegankelijk is. Dit werkt als een eye-opener en leidt bij bestuurders en beleidsmakers tot een gevoel van urgentie en draagvlak.’

‘Digitale toegankelijkheid is niet iets van een web-team of communicatieafdeling alleen’

‘Mensen in de uitvoering leren het hoe en waarom van de toegankelijkheidscriteria beter doorgronden. Digitale toegankelijkheid is dan ook niet iets van een web-team of communicatieafdeling alleen. De hele gemeentelijke organisatie is nodig. Denk bijvoorbeeld aan HR-adviseurs, juristen en inkopers. Deze publicatie kan verder helpen.’

De coronacrisis maakt participatie op locatie moeilijk. Sommige gemeenten laten dit digitaal plaatsvinden. Via een website, maar bijvoorbeeld ook met interactieve webinars of door inwoners te betrekken via sociale media. Zijn hier nog bijzondere aandachtspunten?

‘Nu mensen door corona aan huis zijn gebonden, zetten gemeenten online platforms in om burgers mee te laten praten over gemeentelijk beleid. Voor mensen met een beperking kan dit een uitkomst zijn. Reizen kost hen vaak veel moeite en nu kunnen zij vanuit huis meedoen. Online platforms moeten dan wel toegankelijk en gebruiksvriendelijk zijn en dat is niet altijd het geval. Zoom heeft zich de laatste tijd in de goede richting ontwikkeld. Maar het blijft nodig om ook op andere manieren contact te houden. Vraag mensen zélf wat voor hun werkt en wat niet. Je kunt bijvoorbeeld ook telefonisch of per email om inbreng vragen. Persoonlijk maatwerk bieden is hier het devies!’

7 quick wins
In de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) niveau A en AA zijn 50 criteria vastgelegd om een website (beter) toegankelijk te maken. Zeven daarvan zijn relatief gemakkelijk te controleren en (zonder diepgaande technische kennis) te verbeteren:

Afbeelding mét tekst. Bij een informatieve afbeelding moet de boodschap ook beschikbaar zijn in een goed te begrijpen tekst, de zogenaamde ‘alternatieve tekst’.
Betekenisvolle link. De tekst van een link of button moet duidelijk maken wat er gebeurt als er op wordt geklikt. Op deze manier kan een spraakcomputer dit voorlezen.
Zichtbare focus. Door met een accent duidelijk te maken waar de gebruiker zich op de website bevindt, kan de tabtoets worden gebruikt om door de site te navigeren. Dit is fijn voor mensen die niet in staat zijn een muis te bedienen.
Ondertiteling. Door video’s te ondertitelen, worden deze toegankelijk voor een groter publiek. Het beste is de tekst uit te werken (‘transcriberen’).
Voldoende contrast. Voldoende contrast maakt een tekst leesbaar voor een groter publiek. Dit kan bijvoorbeeld door bepaalde kleurencombinatie te gebruiken.
Goede koppenstructuur. Een goede koppenstructuur maakt het gemakkelijker om met het toetsenbord door te tekst te navigeren.
Gemakkelijk in te vullen formulieren. Door bij formulieren met drie eisen rekening te houden, wordt invullen middels spraakondersteuning mogelijk. Zo moeten de invulvelden in een logische volgorde staan en een foutmelding bij het betreffende invulveld worden geplaatst. 
Een uitgebreidere toelichting is te vinden in de eerdergenoemde toolkit.

Claartje Sadée is projectleider digitale toegankelijkheid bij Ieder(in), een koepelorganisatie met 230 aangesloten organisatie. Ieder(in) behartigt de belangen van mensen met een beperking of chronische ziekte. Digitale toegankelijkheid is belangrijk voor mensen met een auditieve of visuele beperking (waaronder kleurenblindheid), maar bijvoorbeeld ook voor mensen met een verstandelijke beperking, psychische aandoening, autisme of een beperkte handfunctie.