Het tegengaan van bodemdaling van de Utrechtse veengronden, met name gelegen in het westelijk deel van de provincie, heeft als doel het gebied toekomstbestendig te maken en een vitale agrarische sector te behouden. Daar waar het kan worden gelijktijdig natuur- en klimaatdoelen gerealiseerd. Het programma richt zich mede op innovatieve technieken om de daling te remmen, zoals onderwater- en drukdrainage. Door in te zetten op het verbeteren van de bodemkwaliteit, de bescherming van weidevogels en de aanleg van natuurvriendelijke oevers wordt de waterkwaliteit verbeterd en de biodiversiteit versterkt. De provincie werkt hiervoor samen met agrariërs, waterschappen, gemeenten en maatschappelijke organisaties. 

Overheid en agrariër

In september riep de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur het Rijk op actie te ondernemen voor beleid voor bodemdaling in veenweidegebieden. Uitgangspunt is het veenlandschap te laten vernatten. De agrarische sector speelt een cruciale rol bij de peilverhoging, want het dalende grondwaterpeil, dat via oxidatie zorgt voor de daling, komt grotendeels op de rekening van deze sector. De aanpak van bodemdaling in Utrecht gaat 'hand in hand' met het creëren van een stabiele toekomst voor agrariërs met bedrijven op veengronden. Naast maatregelen vanuit de gezamenlijke overheden vraagt dit ook om praktische maatwerkoplossingen van de agrariërs zelf, zegt de provincie.

Over bodemdaling

Verdrogende en verzakkende bodem stoot CO2 uit, wat volgens het Rli het halen van de klimaatdoelen belemmert. Zout water dat mee omhoog komt bemoeilijkt bovendien de landbouw en doordat droogliggend veen waterafstotend wordt, lopen ook de waterbeheerkosten op. De schade van het dalende waterpeil blijft niet beperkt tot enkel het landelijk gebied. Het grootste deel van de bodemdaling in steden komt door het gewicht van bebouwing, maar een lager grondwaterpeil zorgt ook voor paalrot. Ook de stadsbewoner heeft dus baat bij goed landelijk bodembeleid.