Deze opinie verscheen eerder in vakblad ROm. ROm is gratis voor ambtenaren in het ruimtelijk domein. Vraag hier een abonnement aan.

Terwijl het hele land in brand staat omdat we sinds de laatste oorlog niet meer zo’n hoge woningnood hebben gekend, gaat de provincie waar het vuur het meest uitslaat, nog verder met het afremmen van de woningbouw.

Wat er aan de hand is: begin volgende maand, op 5 oktober aanstaande, moeten de Provinciale Staten beslissen over de zogenaamde Provinciale Omgevingsverordening. In het Gedeputeerde Staten-voorstel hiervoor is gedetailleerd beschreven waar geen woningbouw mag plaatsvinden. Alsof de tijd heeft stilgestaan en niemand de alarmbel over de woningnood heeft gehoord, is de verordening een lange lijst van ‘njet’, met hooguit hier en daar een neen,  tenzij.

Zonder enige aanleiding wordt een nieuw regime ingevoerd, geheten: Bijzondere Provinciale Landschappen (BPL). Op liefst 32 locaties komt daardoor een extra verbod op onder meer woningbouw. Daar horen ook locaties bij waar gemeenten en initiatiefnemers al jaren woningbouw voorbereiden. Vaak met medeweten van de Provincie. Ja, zelfs ook een aantal waar de provincie intensief bij de voorbereiding betrokken was. Daar gaat een streep door.

Als het aan GS ligt, geldt dat onder meer voor een aantal locaties in Uitgeest, voor Kortenhoef in Wijde Meren, voor een locatie in Stompetoren. Zijn dit grote uitbreidingslocaties die enorm verstorend zijn voor het open landschap? Welnee. Het gaat om kleine locaties van soms veertig woningen, aangrenzend aan het bestaande dorp.

De voorstellen in de nieuwe concept Omgevingsverordening zijn niet onopgemerkt gebleven. Maar liefst circa 400 instanties, waaronder zowel gemeenten als individuen, hebben een zienswijze ingediend. Heel veel daarvan gaan over de nieuwe aanwijzing van Bijzonder Provinciaal Landschap. Hadden we niet al de Natura 2000-gebieden die door Rijk en Europa zijn aangewezen? Op basis waarvan moet de provincie daar nog gebieden aan toevoegen?

De concept Omgevingsverordening van Noord-Holland is nog volledig geschreven vanuit het beeld dat we wel genoeg binnenstedelijke locaties hebben. Alle andere mogelijke locaties worden geblokkeerd. Maar intussen is toch absoluut duidelijk dat de werkelijkheid ons inhaalt? Jaar na jaar en kwartaal na kwartaal loopt het woningtekort op: van 200.000 naar 300.000 en volgens schattingen (van o.a. prof. Peter Boelhouwer) naar 400.000 aan het eind van dit jaar. We bouwen gewoonweg te weinig om de vraag bij te houden. Sterker: we lopen steeds verder achterop. We halen geen enkel jaar de benodigde 90.000 woningen extra per jaar.

De filosofie van Noord-Holland is nog steeds dat we er voor moeten oppassen dat we voor de leegstand bouwen. Grote onzin. Jarenlang is de bevolkingsgroei onderschat. Steeds waren onze woningbehoefteramingen gebaseerd op de verwachting dat er niet zoveel mensen bij zouden komen. Dat kwam jaar na jaar niet uit. Pas eind vorig jaar kwam het CBS met aangepaste cijfers. Maar sommige provincies baseren zich nog altijd op die oude en te lage prognoses.

Met veel bombarie heeft de Provincie Noord-Holland tegelijkertijd aangekondigd dat er een woningbouwambassadeur is aangesteld om de woningbouw te versnellen. Zoals het er nu voor staat, mag die gaan proberen in te roeien tegen de stroom van de vele extra bureaucratische belemmeringen die de provincie zelf opwerpt. Het is te hopen dat de minister zonder dralen hard van leer trekt tegen de blokkades van de provincie. Maar misschien is dat niet nodig als de Provinciale Staten de Gedeputeerde Staten verplichten om hun huiswerk overnieuw te doen.