Minister Schouten had gehoopt dat de sanering van varkenshouderijen, een subsidieregeling waarmee honderden boeren worden uitgekocht, de uitstoot van stikstof voldoende reduceert. Ze heeft de geplande besparing al beloofd aan miljardenprojecten in de woning- en wegenbouw, die van de stikstof-ruimte afhankelijk zijn om volgend voorjaar van start te kunnen gaan.

De minister besloot vorige maand de saneringsregeling voor varkenshouders te gebruiken voor stikstof-besparing, nadat haar maatregel voor eiwitarm veevoer was gesneuveld. Ze vertrouwde daarbij op een berekening van het Planbureau voor de Leefomgeving.  Uit het onderzoek blijkt dat het PBL het effect van de maatregel bijna drie keer te hoog inschatte.

In eerste instantie leken er voldoende varkensboeren te stoppen, maar inmiddels haken steeds meer boeren af. Van de 407 boeren die aan de voorwaarden voldoen, zal slechts 50 tot 60 procent daadwerkelijk tekenen, verwacht POV, de belangenbehartiger van de varkenssector.  Agrarische adviesbureaus DLV en ABAB, die veel met individuele boeren om tafel zitten,  onderschrijven deze cijfers. Het PBL ging uit van 361 deelnemers voor hun berekening.

Het ministerie van Landbouw houdt volgens Investico voorlopig vast aan de ruime berekening van PBL en blijft van mening dat de maatregelen voldoende opleveren voor de bouwopgave en dat er geen tekort zal ontstaan. Desnoods worden later nieuwe maatregelen genomen: ’Pas in april 2021 staat vast hoeveel depositieruimte de maatregel precies oplevert’. Als dat minder is dan de bouw nodig heeft, zal het kabinet nieuwe maatregelen treffen.

Dat de minister zich te vroeg rijk heeft gerekend, wordt ontkend. De beloften van minister Schouten zijn volgens het Ministerie nog niet definitief: ‘Er wordt geen stikstofruimte uitgegeven voordat deze daadwerkelijk is gerealiseerd.’

Conclusies snijden geen hout

Het PBL stelt dat het geen rekenfouten heeft gemaakt en dat de conclusies van Investico en EenVandaag daarom geen hout snijden.  'Ten eerste heeft het PBL bij zijn inschatting de op dat moment meest actuele gegevens gebruikt over het aantal boeren dat belangstelling had om via de regeling zijn/haar varkensbedrijf te beëindigen. Deze aantallen zijn inmiddels kleiner geworden', is te lezen op de site van het planbureau.

'Ten tweede heeft het PBL een inschatting van het RIVM gebruikt om de ruimtelijke verdeling van de stoppende bedrijven in de berekening mee te nemen. En ten slotte is het PBL juist niet uitgegaan van voordelige effecten van het verminderd uitrijden van mest. Kortom, het PBL heeft in april niet een te rooskleurig beeld geschetst, maar een realistisch beeld, gezien de op dat moment beschikbare informatie.

Klik hier voor de volledige reactie van het PBL.