Woordvoerder Tjalling Landman van de Friese hoofdstad stelt dat de zorgen vooral zitten in de afstemming tussen twee vervoerders en dat ze daarom geen voorstander zijn van twee partijen op één traject. Het kan zijn dat de NS met intercity’s blijft rijden, terwijl bijvoorbeeld Arriva de stoptrein/sprinterdienst uitbaat.

Volgens gedeputeerde Avine Fokkens-Kelder van de provincie Friesland moet de uitvoering van de dienstverlening gebaseerd zijn op heldere afspraken tussen vervoerders. ‘De ervaring leert dat vervoerders goed in staat zijn afspraken te maken en uit te voeren, zodat een efficiënte en effectieve uitvoering van de dienstverlening plaats kan vinden. Wel blijft er de verantwoordelijkheid van de overheid voor de regie over het geheel.’

Zij wijst juist op de positieve ervaringen die de provincie heeft met het ‘opknippen’ van het spoor. ‘Op basis van de positieve ervaringen van de decentralisatie van de Noordelijke nevenlijnen enkele decennia geleden, wat heeft geleid tot verbetering van de exploitatie, mag dit positieve effect ook verwacht worden van de (verdere) decentralisatie van de sprinterdiensten. Een en ander is wel afhankelijk van de ontwikkelingen als gevolg van de corona-crisis.’

Op dit moment wordt onderzocht wat de mogelijke effecten zijn voor de reiziger die met de stoptrein tussen Zwolle en Leeuwarden reist. Fokkens-Kelder: ‘Het uitgangspunt is dat decentralisatie voordelen voor de reiziger heeft, zoals betere bereikbaarheid en afstemming met het busvervoer. Daarnaast verwachten wij voldoende middelen vanuit het Rijk voor de exploitatie en doorontwikkeling van de lijn Leeuwarden-Zwolle.’

De Leeuwarder woordvoerder Landman geeft juist aan dat de gemengde gevoelens in zijn gemeente mede komen na een gesprek met Stichting Rocov (Reizigers Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer) Fryslân. De landelijke reizigersorganisatie Rover ziet juist dat het aanbesteden van sprinterdiensten weleens gunstig uit zou kunnen pakken voor reizigers uit bijvoorbeeld Steenwijk, Wolvega en Grou-Jirnsum. Plaatsen die op het traject Zwolle-Leeuwarden liggen.

‘Over het algemeen zien we dat het aanbesteden van sprinters echt hele goede resultaten geeft. NS is namelijk vooral geïnteresseerd in intercity’s. Sprinterdiensten beleven nooit hun beste tijd bij NS. Na aanbesteding zien we eigenlijk altijd meer sprinters gaan rijden met als gevolg dat er veel meer reizigers gebruik maken van die lijnen. Bovendien zorgen regionale vervoerders er meestal voor dat hun treinen aansluiten op hun bussen. Dus eigenlijk verwachten we goede resultaten’, zegt Sanne van Galen van Rover.

Volgens haar is er maar één groot nadeel: ‘De OV-chipkaart. Een andere vervoerder betekent uitchecken bij NS en weer inchecken bij de nieuwe vervoerder. Als ze dit probleem toch eens zouden oplossen, dan zouden er alleen maar voordelen overblijven.’

Kippenlijn

Bang voor Kippenlijn-taferelen, geen inschrijvers voor de lijn tussen Amersfoort en Ede-Wageningen, in het noorden is Van Galen niet. ‘Deze situatie komt vooral door de coronacrisis en het feit dat de aanbestedende partij geen zekerheid wil gunnen, want financiële tegemoetkoming voor slechts één jaar is nu niet genoeg. We verwachten niet dat dit in 2025 nog speelt, al zal de aanbesteding wel zo’n drie jaar vooraf ingezet moeten worden. Als er dan nog crisis is, zal een clausule over mogelijke financiële steun wel nodig zijn.’

Zij geeft ook aan dat een strakke regie van het Rijk van belang is. ‘Dit zorgt ervoor dat de prestaties op niveau zijn. Wat ons betreft mag de regie nog veel strakker zodat er kan worden gezorgd voor een naadloze overstap, dus niet in- en uitchecken per vervoerder. Als er strakke regie is en geen gesteggel over de opbrengstverdeling, moet dat gewoon mogelijk zijn.’

Hier sluit gedeputeerde Fokkens-Kelder zich bij aan, zolang er rekening wordt gehouden met de bestaande wetgeving. ‘Dat wil zeggen: in het beginsel is de overheid regisseur en de vervoerder uitvoerder van het OV. We werken samen op basis van een contract.’

In juni werd bekend dat het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (I&W) de concessie voor het hoofdrailnet opnieuw gunt aan de NS. Tegenstanders van dit besluit vonden het oneerlijk dat een ministerie een verkapt staatsbedrijf in het zadel houdt, terwijl voorstanders zeggen dat de NS op dit moment prima functioneert.

Op termijn is het dus wel de bedoeling dat bepaalde sprinterdiensten op het hoofdrailnet aanbesteed gaan worden. Te beginnen met Zwolle-Leeuwarden in 2025 en in een later stadium de lijnen Apeldoorn-Enschede en Zwolle-Groningen