Uit het rapport blijkt dat consumenten hun fiets nog dikwijls niet goed op slot zetten en dat slachtoffers alleen aangifte doen van fietsdiefstal omdat de verzekering daarom vraag, zegt Jeroen Snijders Blok, voorzitter van S.A.F.E. ‘Verder toont het onderzoek dat verhuurorganisaties als Swapfiets kampen met duizenden ‘vermiste’ fietsen, dat het verdienmodel van verzekeraars onder druk staat en dat Oost-Europese bendes grote aantallen dure fietsen stelen om deze in busjes vol de grens over te brengen.’ Bureau Beke vermenigvuldigde het aantal slachtoffers met het gemiddelde aankoopbedrag van fietsen en schat zo de jaarlijkse kosten van fietsendiefstal op 600 miljoen euro. 

Er zou sprake zijn van ‘verontrustende’ diefstalfenomenen. Zo zijn er signalen dat georganiseerde groepen steeds actiever worden. Zij gaan professioneel te werk en stelen meerdere dure fietsen, waaronder veel e-bikes, om deze naar het buitenland te transporteren, vaak naar het Oostblok. Professionele daders gebruiken lopers die op alle sloten passen. Daarnaast worden steeds vaker op straat fietsen in busjes geladen en zijn er meer in inbraken in rijwielzaken en opslagruimtes. Ook gebruiken dieven in sommige gevallen geweld tegen het slachtoffer om de fiets te stelen. 

Op het slachtoffer kan diefstal een emotionele en financiële impact hebben. Fietseigenaren geven aan vaker hun dure fiets te laten staan omdat ze bang zijn dat deze gestolen wordt. De financiële impact gaat vooral op voor slachtoffers die hun fiets niet verzekerd hebben. Zij moeten een nieuwe fiets met eigen middelen betalen en een groot deel ziet in de toekomst af van het kopen van een dure fiets vanwege het diefstalrisico. Fietshandelaren ervaren zowel emotionele als financiële schade van diefstal. Er wordt verwacht dat verzekeraars en verhuurorganisaties hun verzekeringspremies zullen verhogen als de fietsdiefstal niet wordt ingeperkt.

De aanpak van fietsdiefstal heeft onder meer publiek-private samenwerking nodig

Volgens Beke schiet de huidige aanpak tekort, zowel preventief als repressief. Alle partijen in de keten moeten volgens de in het rapport voorgestelde aanpak en met hetzelfde doel werken, stelt hij. Volgens Henk Ferwerda, directeur van Bureau Beke, is er de afgelopen jaren veel bereikt op het gebied van diefstal, maar is het ook tijd voor nieuwe stappen. Technische hulpmiddelen en ontwikkelingen, zoals track and trace en gesloten registratiesystemen, kunnen de aanpak versnellen. Ook kunnen andere markt- en overheidspartijen dan de politie een nog grotere rol spelen bij preventie en het traceren en terugbrengen van gestolen fietsen.

Ferwerda: ‘Om de aanpak van fietsdiefstal verder te brengen zijn de volgende ingrediënten van belang: technische hulpmiddelen, publiek-private samenwerking én het integraal nastreven van dezelfde doelen door alle ketenpartners.’