Dat er veel vraag is naar de scooters, lijkt duidelijk. In veel steden wordt het aanbod met honderden scooters uitgebreid. Zo verhuren de aanbieders in Rotterdam samen al meer dan duizend scooters. Rotterdam heeft, tot nu toe, een plafond van tweeduizend deelscooters ingesteld. In Amsterdam en Den Haag zal de deelscootermarkt groeien met honderden scooters. Ook in steden buiten de Randstad, zoals Groningen en Eindhoven, kan je een scooter huren. Je betaalt per minuut en kan de scooter na een rit wegzetten. 

De scooters zijn duurzaam, stil en nemen minder ruimte in dan auto's. In de route naar verduurzaming van de stad kunnen de deelconcepten een belangrijk vehikel zijn. Voor gemeenten is het echter wel zaak om goed om te gaan met het chagrijn rondom het verkeerd parkeren van de scooters. De app die bij de scooters hoort geeft wel aan waar je de scooters mag parkeren. Dit heet geofencing. Hierdoor kan je ‘m bijvoorbeeld niet naast de snelweg zetten, maar wel op de stoep van een bepaalde straat. Het maakt voor de app echter niet uit hoe je het voertuig neerzet.

Als je op google naar ‘deelscooters Schiedam’ zoekt, verschijnen de woorden ‘ergernis’, ‘belooft weer beterschap’ en ‘Schiedam in gesprek met verhuurder’ in de zoekresultaten. Aad van der Wel, communicatieadviseur bij de gemeente Schiedam, geeft aan dat de gemeente bekend is met de problematiek. ‘Zeker in de experimentele fase waarin het aanbod van deelmobiliteit in Schiedam zich nu bevindt, worden zowel positieve als negatieve ervaringen gedeeld. Het melden van fout geparkeerde scooters is daar één van.’

Toch geeft hij aan dat de overlast, als je naar de cijfers kijkt, relatief meevalt. Volgens hem zijn de signalen wel waardevol om in de toekomst lering uit te trekken, de overlast te beperken en het gebruiksgemak te verhogen. Ook kunnen inwoners fout geparkeerde scooters melden. Dat wil niet meteen zeggen dat er sprake is van directe overlast of hinder. ‘Het belangrijkste is dat voetgangers, waaronder die met een rolstoel of rollator, op een goede en veilige manier langs het voertuig kunnen lopen.’

Wanneer er wel sprake is van hinder of overlast, neemt de gemeente contact op met de aanbieders. Zij zijn dan verplicht om het voertuig binnen 48 uur te verplaatsen. Van der Wel: ‘Bij direct gevaar halen we het voertuig meteen weg. Daarnaast heeft de gemeente de mogelijkheid om achteraf en uiteraard volledig anoniem het gebruik van de scooters en de populaire gebieden in te zien. Dit helpt ons bij het aanscherpen van het beleid.’

Lloyd Drop, launchmanager bij GO Sharing, vertelt dat de aanwezigheid van de scooters ook een kwestie van gewenning is. ‘Een verroeste fiets valt minder op dan een groene scooter, dus in het begin krijg je vragen. Na een tijdje zie je acceptatie en maken mensen die oorspronkelijk opmerkingen maakten soms ook gebruik van de scooters.’

GO Sharing gaat uit van organische verspreiding van de scooters. Dat houdt in dat ze zo min mogelijk zelf proberen te sturen waar de scooters staan. Drop: ‘Wel kunnen we met bijvoorbeeld dynamic-pricing en parkeervakken het gedrag beïnvloeden. Als iedereen uit Den Haag naar het strand van Scheveningen gaat met onze scooters en die zetten ze allemaal op dezelfde plek, dan kunnen we mensen korting geven als ze hun deelvoertuig op een andere plek zetten. Voor uiterste gevallen hebben we een auto die scooters kan verplaatsen. 

Utrecht

Een opvallende afwezige op het lijstje van steden met een deelscooterinitatief is Utrecht. In een raadsbrief van 28 juli wordt aangegeven dat de gemeente de meeste ruimte beschikbaar stelt voor de fiets, dan voor de e-fiets en dan pas voor andere vormen van elektrisch aangedreven voertuigen.

In de brief staat beschreven dat de Gemeente Utrecht regelmatig benaderd wordt door aanbieders van deelmobiliteit. Mede hierom zal een voorstel worden gedaan tot het aanpassen van de algemene plaatselijke verordening (APV), met een verbod en een vergunningstelsel, met als doel dat commerciële aanbieders van deelvoertuigen expliciet instemming van de gemeente moeten hebben om voertuigen in de openbare ruimte aan te bieden.

De gemeente Utrecht heeft dit plan twee maanden geleden al bekendgemaakt aan bekende aanbieders van deelmobiliteit. Een aanbieder van e-deelscooters heeft aangegeven in 2020 al te willen beginnen met het aanbieden van zijn voertuigen. In de brief staat aangegeven dat er een kans is dat andere aanbieders, met het oog op het veroveren van marktaandeel, zullen volgen. De toekomstige APV zal ook voor hen van toepassing zijn en ze zullen geen voorkeurspositie krijgen voor de te verlenen vergunningen. 

Drop wil met GO Sharing ook graag in Utrecht actief zijn. ‘Dat is een stad met veel studenten, freelancers en zakenmensen. Daarnaast is het gebied dichtbevolkt, één van de voorwaarden van ons om ergens aan de slag te gaan. Daarnaast kijken we naar determinanten als C02-uitstoot en congestieproblematiek. Ook kijken wij niet uitsluitend naar steden zelf. Wij vinden het ook belangrijk om randgemeenten erbij te betrekken. Vandaar dat we ook scooters plaatsen in bijvoorbeeld Oosterhout, Helmond en Schiedam.’

Andere gemeenten

Volgens de launchmanager is de ene gemeente de andere niet qua eisen en uitdagingen. ‘Wel zie je dat connecties met andere vormen van MAAS (Mobility as a service) belangrijk zijn. Ook moeten we vaak een gemiddeld aantal ritten per scooter kunnen waarborgen. Daarnaast heb je per stad verschillende logistieke uitdagingen. We hebben geld nodig, maar bijvoorbeeld ook batterijwisselaars. Daarom is het ook zaak om de regelgeving in bijvoorbeeld Utrecht nauwlettend in de gaten te houden, zodat we niet voor verrassingen komen te staan.’

Drop wil nog niets kwijt over de financiën. ‘We hebben een businesscase en gaan natuurlijk niet aan de slag zonder na te denken over de financiële gevolgen. Je ziet dat steden ongekend populair zijn en dat gaat gepaard met mobiliteitsuitdagingen. Daar proberen wij op in te springen. Rotterdam is een enorm goede stad om te zitten. Daar ligt uitstekende infrastructuur en de regio is dichtbevolkt. Daar zie je dan ook dat meerdere aanbieders actief zijn. Dat kan ook, want de markt is groot genoeg.'

Het toestaan van deelmobiliteit is volgens Van der Wel (Schiedam) een bewuste keuze. ‘Het draagt bij aan het verminderen van het ruimtegebruik door de huidige en toekomstige vraag naar mobiliteit. Daarnaast sluit de ontwikkeling van deelmobiliteit aan bij een maatschappelijke trend van bezit naar gebruik van vervoermiddelen. Met een kleinere hoeveelheid voertuigen, die niet veel ruimte in beslag nemen, kan een grotere groep dagelijks op een duurzame(re) snelle, aantrekkelijke en goedkope manier van A naar B.’

Desondanks kijkt de medeoprichter van aanbieder Felyx soms met jaloezie naar het buitenland, zei hij eerder in het NRC Handelsblad. In die krant zei hij dat Nederlandse gemeenten terughoudend zijn en dat Nederland achterblijft op de rest qua deelvervoer. In Brussel had het Amsterdamse bedrijf binnen vier weken een vergunning voor 600 scooters.

Een paar weken geleden kwam Felyx negatief in het nieuws doordat NOS berichtte dat er een levendige handel in accounts is ontstaan. Veelal minderjarige mensen reden rond op accounts van nietsvermoedende klanten. Drop: ‘Gelukkig hebben wij daar met GO Sharing nog niet mee te maken gehad. Het toont aan hoe belangrijk het is om zorgvuldig om te gaan met de data van onze klanten.’