Het windpark Hollandse Kust (noord) ligt zo’n 18.5 kilometer uit de kust van Noord-Holland. Er worden 69 windturbines van Siemens Gamesa, elk met een vermogen van 11 MW en een rotordiameter van 200 meter geplaatst. Het merendeel ligt op meer dan één kilometer afstand van elkaar. De elektriciteitskabel naar land en het ‘stopcontact’ op zee wordt door netbeheerder TenneT aangelegd. De ruimte tussen de windturbines is in principe beschikbaar voor ander gebruik - op en rond de fundering kan nieuw zeeleven ontstaan - op voorwaarde dat dit samengaat met het windpark.
Consortium Blauwwind, waarin onder meer Shell en Eneco vertegenwoordigd zijn, kreeg in 2016 de vergunning om de kavels III en IV in het windenergiegebied Borssele te bouwen en exploiteren. Dat windpark is nu in aanbouw. De komende jaren worden nog meer windparken op zee afgerond en zal de hoeveelheid elektriciteit die zij leveren sterk toenemen. Op dit moment staan er windparken op zee met een totaal vermogen van ongeveer 1 gigawatt (GW), aan het einde van het jaar zal dit bijna 2,5 GW zijn. In 2023 zal windenergie op zee toenemen naar een totaal vermogen van 4,7 GW. Daarmee wordt het doel voor windenergie op zee uit het Energieakkoord naar verwachting binnen het budget en de planning behaald. In 2030 zal het totaal vermogen verder oplopen tot 11 GW. Dat is zo’n 40 procent van de totale Nederlandse elektriciteitsvraag.
Bij de beoordeling van de aanvragen voor de vergunning van het derde windpark van Shell en Eneco is volgens de overheid onder andere gekeken naar het gebruik van innovatieve toepassingen. Het consortium zal verschillende innovaties testen op het gebied van energieopslag en flexibiliteit, welke mogelijk in toekomstige windparken op grotere schaal toegepast kunnen worden.