Door Jeroen Bruinenberg, adviseur bij PLANTERRA. Beeld: PLANTERRA. Dit artikel verscheen eerder in vakblad Groen 5Groen biedt professionele en actuele artikelen over groen en natuur voor mensen in de stad en in het landschap. 

Het motto van de Omgevingswet is: ‘Ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit’. Dat motto is in de wet vertaald in de maatschappelijke doelstelling om ‘bij te dragen aan het bereiken en instandhouden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit’. Als groen ergens een bijdrage aan kan leveren.

Je kunt geen coalitieprogramma of omgevingsvisie openslaan, zonder dat je wordt gewezen op het belang van groen voor de stad van de toekomst. Inwoners worden er gelukkiger en gezonder van, groen is nodig om de biodiversiteit een impuls te geven, het levert een wezenlijke bijdrage in het bestrijden van hittestress en is essentieel in het opvangen van water tijdens de steeds hevigere regenbuien. Op papier is de groene golf al ingezet en de invoering van de Omgevingswet zet deze ambities alleen nog meer kracht bij door het belang van een veilige en gezonde leefomgeving te benadrukken. Volop aanknopingspunten dus om als groenexpert je rol op te eisen. 

Heel praktisch kan dit door aansluiting te zoeken bij de belangrijkste juridische instrumenten zoals de omgevingsvisie, programma’s en het omgevingsplan. Voor groenbeheerders bij gemeenten liggen er op verschillende momenten kansen om hun expertise te delen met de mensen die het beleid schrijven. Hieronder beschrijf ik per instrument wat het is en wat de rol zou kunnen zijn van de groenexpert.

Omgevingsvisie

De omgevingsvisie is de visie van de gemeente op de fysieke leefomgeving. Een omgevingsvisie gaat in op de samenhang tussen ruimte, water, milieu, natuur, landschap, verkeer en vervoer, infrastructuur en cultureel erfgoed. De groenbeheerder doet er bijvoorbeeld goed aan vanuit zijn expertise samen met collega's een interne visie openbare ruimte te kunnen delen over hoe de openbare ruimte en in het bijzonder het groen in de gemeente bijdraagt aan de doelen en uitdagingen van de gemeente. Hier houden de kansen natuurlijk niet op, want ook in nieuwbouwgebieden blijft de input van groenexperts belangrijk om te werken aan gezonde en veilige gebieden met een hoge omgevingskwaliteit.

Vrijwillig programma

De meest voorkomende vorm van een programma zal het vrijwillige programma zijn. Gemeenten kunnen zelf bepalen of ze dit maken, maar de verwachting is dat dit instrument veelvuldig gebruikt gaat worden. In dit type programma wordt uitgewerkt hoe de ambities uit de omgevingsvisie worden vertaald. Niemand weet exact hoe ze eruit gaan zien, maar denk hierbij aan themagerichte programma’s op het gebied van klimaatadaptatie, energietransitie, biodiversiteit, verdichting et cetera. In de gemeente Rotterdam werken ze dit soort themaprogramma’s uit in gebiedsprogramma's per wijk (zie figuur 1).

Figuur 1 (gemeente Rotterdam)

Als groenexpert moet je een adviserende rol pakken bij de themaprogramma’s om te tonen hoe groen bij kan dragen aan de realisatie van doelstellingen op het gebied van bijvoorbeeld biodiversiteit, klimaatadaptatie en gezondheid of hoe je meer waarde kunt halen uit het bestaande groen in bijvoorbeeld verdichtende steden. Bij de gebiedsprogramma’s kun je een veel proactievere rol pakken. Waar ligt voor jou de opgave in het gebied (welk groen is bijna aan vervanging toe, welk groen moet er geplant worden om optimaal bij te dragen aan de doelen van de gemeente en wat kost het)? Kortom, een gebiedsprogramma kan niet worden gemaakt zonder de inbreng van de groenexpert.

Omgevingswaarden

Naast het vrijwillige programma bestaan er nog andere varianten van het programma: het verplichte programma en het programma bij (dreigende) overschrijding van de omgevingswaarden. Het verplichte programma volgt uit Europese richtlijnen en noodzaakt gemeenten tot het maken van een Actieplan Geluid. Voor Rijk en provincies zijn er meer verplichte programma’s. Het programma bij (dreigende) overschrijding van de omgevingswaarde is een spannend instrument. Een omgevingswaarde is handig om een objectief doel vast te stellen dat de overheid kan monitoren.

Bekend voorbeeld is het instellen van een omgevingswaarde voor stikstofoxiden in natuurgebieden. Dit verplicht, in dit geval de provincie, om de waarden te monitoren. Mocht de norm niet worden gehaald, dan moet er een programma worden gemaakt om de norm alsnog te halen. De vraag is of gemeenten gebruik moeten willen maken van omgevingswaarden vanwege het dwingende karakter ervan. Omgevingswaarden over beleids- en beheertaken zetten de gemeente aan het werk. Als de gemeente bedrijven en burgers aan wil spreken, is het handiger om algemene regels op te stellen.

Omgevingsplan

Het omgevingsplan bevat alle regels over de fysieke leefomgeving die de gemeente stelt binnen haar grondgebied. Per gemeente is er één omgevingsplan. Het omgevingsplan beperkt zich niet tot planologische aspecten. Gemeenten krijgen ruimte om omgevingsplannen “globaler en flexibeler” in te richten dan bestemmingsplannen. Het omgevingsplan bevat straks bijvoorbeeld ook regels over onderwerpen uit de eerdere gemeentelijke verordeningen zoals de verordening over het kappen van bomen. De regels uit de bestaande Wet natuurbescherming gaan beleidsneutraal over naar het stelsel van de Omgevingswet. Het huidige beschermingsniveau blijft hiermee behouden. De regels in het omgevingsplan zullen vaak lijken op de regels die nu in gemeentelijke verordeningen staan. Het gaat dan om de vorm, inhoud en motivering van de regels over de fysieke leefomgeving. Voor groenbeheerders liggen er kansen om het belang van groen steviger te verankeren in deze beleidsregels.

Op basis van deze drie hoofdinstrumenten van de Omgevingswet is een aantal acties te formuleren; hieronder vier belangrijke startacties waarmee je je goed voorbereidt op de invoering van de Omgevingswet.

Actie 1: Neem je organisatie onder de loep

Wie de “geest van de wet” volgt, komt tot de conclusie dat we integraler moeten werken om ook integrale afwegingen te maken op het gebied van gezondheid, biodiversiteit, vergrijzing, eenzaamheid et cetera. Ook de groenbeheerder of groenregisseur kan niet meer sec denken vanuit de traditionele verdeling groen, grijs en blauw. We moeten toewerken naar integrale openbareruimte-experts per gebied die, indien noodzakelijk, extra kunnen worden geadviseerd door vakexperts. Alleen dan kunnen op behapbare schaal integrale afwegingen worden gemaakt.

Actie 2: Maak een integrale visie voor de openbare ruimte

Zorg dat je samen met collega's een interne visie maakt waarin je duidelijk maakt hoe de openbare ruimte bijdraagt aan het verbeteren van de fysieke leefomgeving. Beschrijf in deze visie duidelijk waar de kansen liggen om bij te dragen aan thema’s als biodiversiteit, energietransitie, klimaatadaptatie en vergrijzing.

 Actie 3: Zorg dat je basisgegevens op orde zijn en haak aan bij het maken van gebiedsprogramma's

De komende jaren ligt er een grote opgave om een groot deel van naoorlogs Nederland te vervangen. Rioleringen en wegen moeten op grote schaal worden vervangen. Daarnaast vragen ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie (warmtenetten) om grondige ingrepen in de fysieke leefomgeving. Zorg dat je inzicht hebt in deze momenten om werk met werk te maken en voordelig nieuwe verbeteringen in het groen te financieren in bestaande wijken.

Actie 4: Maak beleidsregels die je visie ondersteunen

In omgevingsplannen liggen uitgelezen kansen om het belang van groen te verankeren. Traditionele bestemmingsplannen boden niet de ruimte die je nu hebt om creatiever om te gaan met algemene regels en beoordelingsregels. Denk aan regels over het verplichte aantal vierkante meter groen per gebied, het aantal verschillende typen insecten dat je wilt realiseren of de eis voor een gezondere lucht. Werk met prestatie-indicatoren en effect-indicatoren om ze vast te leggen. Zoek hiervoor aanknopingspunten bij de ambities uit de omgevingsvisie en het coalitieakkoord.

Grijp de kansen

Er liggen veel kansen voor groenexperts, groenbeheerders en groenregisseurs om een wezenlijke bijdrage te leveren aan een succesvolle invoering van de Omgevingswet. Al is het alleen maar omdat groen een steeds prominentere rol krijgt in het bereiken van een hoge omgevingskwaliteit en het steeds duidelijker wordt dat een gezonde leefomgeving niet kan zonder de natuur. Dit kunt u vanuit de gemeente vormgeven, maar zoek ook de koppeling met (externe) organisaties als de GGD, Stichting Steenbreek en enthousiaste inwoners en ondernemers die ook strijden voor gezondere, klimaatadaptievere en groenere steden.